Van Veengrijper

instrument voor het nemen van bodemmonsters onder water

De Van Veengrijper of Van Veenbodemhapper is een instrument om bodemmonsters (sedimentmonsters) te nemen in water. Het is een grijper van roestvast staal. Monsters kunnen genomen worden tot twintig centimeter diepte met een volume van ongeveer 0,1 m2. De lichte versie is een low tech instrument en weegt ongeveer vijf kilo, en kan in handbagage worden meegenomen. De grijper is uitgevonden door Johan van Veen rond 1933 [1]. Met deze grijper kunnen alleen geroerde monsters genomen worden, dit in tegenstelling tot een kernboorsysteem.

gesloten Van Veengrijper

Mechanisme bewerken

Als men de Van Veengrijper in het water laat zakken zijn de twee armen met de grijperarmen uitgespreid, zoals bij een open schaar. De armen worden geblokkeerd in deze positie en komen los als het instrument de grond raakt. Als het instrument aan het touw weer wordt opgehaald sluiten de grijpers zich en wordt een hap grond genomen. De grijpers sluiten zich volledig en het monster wordt in zijn geheel naar boven gehaald[2].

Een drietal kleine technische veranderingen hebben geleid tot varianten met meer mechanische componenten.

  • De Ekmangrijper sluit de grijper niet onmiddellijk als hij de grond raakt, maar een sluiten als een gewicht langs het touw naar beneden gelaten wordt. Dit gewicht ontspant een veer waardoor de grijper sluit en het monster genomen wordt.
  • De Ponargrijper is heeft nog aanvullende veren die ontspannen als de bodem geraakt wordt. Dit kan een voordeel zijn bij hardere bodemtypen.
  • De gewijzigde Younggrijper heeft een extra metalen frame om het geheel extra stabiliteit te geven

Externe links bewerken

Referenties bewerken

  1. Van Veen, Johan (1936), Onderzoekingen in de hoofden in verband met de gesteldheid van de Nederlandsche kust. Algemene Landsdrukkerij, Den Haag, p. 165.
  2. Eleftheriou, Anastasios (2013), Methods for the Study of Marine Benthos. John Wiley & Sons, Incorporated, p. 199. ISBN 9781118542385.