Uda van Metz (ca. 910 - 10 april 963) was een Duitse edelvrouw.

Zij was een dochter van Gerard I van de Metzgau, die graaf was van het gebied rond de stad Metz. Haar moeder Oda van Saksen was een dochter van Otto I van Saksen en maakte dus deel uit van de Liudolfingen. Een van haar broers was Hendrik de Vogelaar. Door deze familieband was Uda van Metz een volle nicht van de eerste keizer van het Heilige Roomse Rijk, Otto I de Grote.

Uda trad in 930 in het huwelijk met Gozelo van de Ardennen, die graaf van de Ardennengouw en de Bidgouw was. Gozelo verwierf bekendheid als legeraanvoerder van zijn broer, bisschop Adalbero I van Metz.[1][2][3] Omdat zij haar echtgenoot twintig jaar overleefde was zij de bewindvoerder van de erfenis en bestierde het landgoed en landerijen totdat hun kinderen de volwassenheid bereikt hadden.

Zij kregen de volgende kinderen:

Voorouders bewerken

Voorouders van Uda van Metz (910-963)
Overgrootouders Adalhard de Seneschalk (817-865)

? (-)
Matfried van Eifelgouw (~820-882)

? (-)
Liudolf van Saksen (806-866)

Oda van Billung (806-913)
Hendrik van Babenberg (820–886)

Ingeltrude van Friuli (836-867)
Grootouders Adalhard II van Metz (~850-890)

? (-)
Otto I van Saksen (850-912)
∞ ca. 890
Hedwig van Babenberg (856-903)
Ouders Gerard van de Metzgau (875-910)
∞ 909
Oda van Saksen (~880-na 952)