Nederlands Instituut Toegepaste Geowetenschappen

(Doorverwezen vanaf TNO-NITG)

Het Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen (NITG), of NITG-TNO, is een onderzoeksinstituut van TNO. Het houdt zich primair bezig met onderzoek op het gebied van geologie.

Het NITG is ontstaan uit een beoogde fusie per 1 januari 1997 tussen de Rijks Geologische Dienst (RGD) in Haarlem en het instituut TNO Grondwater en Geo-energie (TNO-GG) in Delft, na een kabinetsbesluit in oktober 1996. De fusie vond effectief plaats op 1 september 1997. Aanvankelijk had NITG-TNO twee hoofdvestigingen in Haarlem en Delft en vijf nevenvestigingen in Haarlem, Zwolle, Nuenen, Heerlen en IJmuiden. In 2002 vestigde het zich in de Uithof in Utrecht.[1] De bibliotheek werd daarbij samengevoegd met die van het Instituut voor Aardwetenschappen van de Universiteit Utrecht onder de naam Bibliotheek Geowetenschappen. In 2010 verhuisde de bibliotheekscollectie van Aardwetenschappen naar de Universiteitsbibliotheek Utrecht op de locatie Utrecht Science Park.[1]

Voorlopers bewerken

Rijks Geologische Dienst bewerken

De Rijks Geologische Dienst (RGD) kwam oorspronkelijk voort uit de "Dienst der Rijksopsporing van Delfstoffen" (ROVD), die in 1903 werd opgericht door het Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid. Deze dienst had tot taak om – naast steenkool – de winning van andere delfstoffen te onderzoeken. In 1918 werd de ROVD omgezet in de "Rijks Geologische Dienst". In 1936 werd de RGD omgezet in de "Geologische Stichting", gefinancierd de ministeries van Waterstaat en Landbouw. Na de ontdekking van grote voorraden gas en aardolie werd deze stichting in 1968 opnieuw een overheidsdienst, de RGD, ditmaal onder het Ministerie van Economische Zaken. De RGD werkte niet alleen voor EZ, maar voerde ook opdrachten uit voor de ministeries van Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken, Verkeer en Waterstaat, alsmede voor provincies, gemeenten, bedrijven, particulieren en de Europese Unie.[2]

TNO Grondwater en Geo-energie bewerken

TNO Grondwater en Geo-energie (TNO-GG) kwam oorspronkelijk voort uit de "Dienst Grondwaterverkenning TNO (DGV-TNO), die in 1967 werd opgericht als fusie van het in 1948 opgerichte "Archief voor Grondwatergegevens TNO" en de in 1954 ingestelde "Groep Geofysisch Onderzoek TNO". De belangrijkste taak van DGV-TNO was het systematisch bijeenbrengen van grondwatergegevens, het verrichten van metingen ter zake en het doen van toegepast geowetenschappelijk onderzoek. Op 1 januari 1991 werd de naam DGV-TNO gewijzigd in "Instituut TNO Grondwater en Geo-Energie". TNO-GG had als taak het "bijdragen tot een duurzaam beheer van de ondergrond en de ondergrondse natuurlijke bestaansbronnen door middel van aardwetenschappelijk en daarmee verband houdend technologisch onderzoek." Het instituut voerde ook onderzoek- en adviesopdrachten uit voor de olie- en gasindustrie, de nutsbedrijven, de computerindustrie en ingenieurs- en adviesbureaus.[2]

Taken in 1997 bewerken

De beoogde taken na de fusie in 1997 waren:[2]

  • de inzameling, verwerving, kwaliteitsborging, archivering, analyse, interpretatie en verstrekking van geowetenschappelijke informatie (inclusief aan de Mijnwet gerelateerde informatie), betreffende de Nederlandse ondergrond;
  • het verrichten van toegepast geowetenschappelijk en daarmee verbandhoudend technologisch en beleidsonderbouwend onderzoek en advisering;
  • het toegankelijk maken en overdragen van niet-confidentiële geowetenschappelijke informatie en resultaten van onderzoek;
  • de advisering van de Minister van Economische Zaken inzake de exploratie en produktie van de delfstoffen zoals vermeld in de doelstelling.

2005 bewerken

Bij de grote reorganisatie van TNO in 2005 werd het NITG onderdeel van het zogenaamde kerngebied "Bouw en Ondergrond". Het geologisch onderzoek en de informatiefunctie werden voortgezet in TNO Bouw en Ondergrond Geological Survey of the Netherlands.

2011 bewerken

Vanaf 1 januari 2011 zijn alle kerngebieden opgeheven en is TNO overgegaan op een thematisch aangestuurde matrixorganisatie. Op 1 januari 2018 is TNO overgegaan naar een unit-structuur waarbij de matrixorganisatiestructuur verlaten is.

Financiering bewerken

De drie vormen van financiering zijn:[2]

  • een basisfinanciering door het Rijk
  • doelfinanciering door diverse ministeries voor specifieke projecten
  • opdrachtfinanciering door derden, inclusief ministeries

Referenties en noten bewerken