Stonemans Raid van 1865

Mee bezig
Mee bezig
Aan dit artikel of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt.
Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen.
Dit artikel gaat over Stonemans laatste raid. Voor Stonemans Raid van 1863 zie aldaar. Voor Stonenans raid van 1864 zie Slag bij Marion en Tweede Slag bij Saltville.

Stonemans Raid van 1865, ook Stonemans Laatste Raid genoemd, was een inval in en rond het westen van North Carolina en het zuidwesten van Virginia, tijdens de laatste fase van de Amerikaanse Burgeroorlog, door de cavalerie van de Noordelijke Staten. Het doel ervan was het leger van Robert E. Lee zoveel mogelijk te hinderen in zijn bevoorrading vanuit het zuiden en ook bij hun eventuele aftocht uit Richmond. De daartoe gekozen middelen waren niet alleen het inmiddels gebruikelijke vernielen van spoorwegen maar ook het aanvallen van burgerlijke doelen om zowel levering van materieel als het moreel van de bevolking te treffen. De tocht, door 4 à 6000 cavaleristen, duurde van 21 maart tot 27 april 1865 en ging over een afstand van duizend kilometer.

George Stoneman, later (1883-1887) gouverneur van Californië
Zeven ambulances en twee kwartiermeesterwagens bij Brandy Station in mei 1864
Alvan Cullem Gillem

De militaire schade voor de Zuidelijke Staten was niet te overzien, het oorlogvoerend potentieel van het hele gebied werd vernietigd.[1] Het was een voorbeeld van totale oorlog; het bracht de naam van Stoneman roem in het Noorden, al wordt hij ook daar zelden in de geschiedenis vermeld, en schande in het Zuiden.

Plan en voorbereidingen

bewerken

Nadat hij in oktober 1864 door een krijgsgevangenenruil was vrijgekomen werd George Stoneman vervangend officier voor generaal John Schofield, bevelhebber van het Army of the Ohio. Zijn eerdere gevangenneming bij Clinton had hem de twijfelachtige faam opgeleverd de krijgsgevangene met de hoogste rang ooit in de burgeroorlog te zijn.[2] Hij stelde nu voor een inval te doen in het zuidwesten van Virginia, gericht op het vernielen van de Virginia and Tennessee Railroad en vervolgens in North Carolina, gericht op Salisbury en zijn grote gevangenis, waar veel krijgsgevangenen werden vastgehouden. Hij kreeg eerst toestemming voor het eerste deel van zijn plan, wat leidde tot Stonemans Raid van 1864, waardoor hij zijn aanzien als cavalerieofficier kon herstellen.

In februari 1865 gaf opperbevelhebber Ulysses S. Grant via generaal Thomas toestemming voor het uitvoeren van het volgende deel van het plan. Stoneman kreeg nu de opdracht het oostelijke deel van de Virginia and Tennessee Railroad, en vooral het Cambria station in Christiansburg, te verwoesten, evenals de North Carolina Railroad en de lijn Danville - Greensboro; Robert E. Lee zou dan deze infrastructuur niet kunnen gebruiken voor de toen te voorziene terugtrekking van zijn leger vanuit Richmond en Petersburg.[3][4] De opdracht vermeldde daarbij de ongewone specificatie dat Stoneman moest "verwoesten maar geen veldslagen leveren".

Het kostte Stoneman moeite om voldoende paarden te vinden voor de negen beoogde regimenten, maar uiteindelijk kon hij deze eind maart verzamelen bij Mossy Creek in Tennessee. Per drie regimenten werd een brigade gevormd (met als bevelhebbers William J. Palmer, Simeon B. Brown en John K. Miller), daarnaast een artilleriebrigade onder leiding van James M. Regan Grant had intussen op 9 maart naar Thomas getelegrafeerd dat Stoneman genoeg zou hebben aan 1500 manschappen, aangezien er weinig tegenstand verwacht werd, maar deze laatste hield vast aan zijn oorspronkelijke streven naar het drie- of viervoudige daarvan. Bovendien werd hij, niet voor de eerste keer, toen ernstig gehinderd door aambeien. Bij de divisie hoorden ook tien ambulances, een kwartiermeesterswagen, vier kanonnen en hun munitiewagens. De commandant was Alvan Cullem Gillem. Aan het hoofd van de Zuidelijke troepen in het beoogde gebied stond generaal P.G.T. Beauregard; hij ging ervan uit dat de gevangenis in Salisbury het doel van de tocht was maar, eenmaal op de hoogte van hun verwoestende werkwijze, stuurde hij niet alleen versterkingen daarheen, maar ook naar Greensboro en Danville.

Door de Blue Ridge Mountains naar Virginia

bewerken

Ze vertrokken op 21 maart uit Knoxville; per soldaat was de toegestane bagage een overjas, proviand voor vijf dagen (ervan uitgaand dat, na een eenmalige aanvulling op 25 maart bij Jonesborough vanuit een achter hen aan komende trein, de verdere voedselvoorziening uit lokale bronnen zou komen), vier hoefijzers met bijbehorende nagels, en drieënzestig munitiepatronen.

 
Stonemans Laatste Raid

Passend bij een burgeroorlog bevonden er zich in hun rangen ook mannen die uit de betreffende staten afkomstig waren, maar de kant van de Unie hadden gekozen, terwijl ook de bevolking in het beoogde gebied lang niet alleen uit tegenstanders bestond. Plunderingen en misdaden tijdens de raid gebeurden vooral door uit het zuiden afkomstige cavaleristen of door buren onderling die na vier jaar hun kans schoon zagen.[5] Zo werden ze in de eerste plaats, Morristown, hartelijk en zelfs vrolijk ontvangen terwijl lokale bewoners hen bij het oversteken van de Blue Ridge Mountains hielpen door de route 's nachts met vuren bij te lichten; maar een paar dagen later moesten ze in Boone slag leveren met de burgerwacht (Home Guard).[6]

Salisbury en Slag bij Fort York

bewerken
 
Gevangenis van Salisbury, NC, in 1864

Asheville

bewerken

Literatuur

bewerken
  • (en) Hartley, Chris: Stoneman's Raid, 1865. Winston-Salem: John F. Blair (2010) ISBN 9780895873774
  • (en) Barrett, John G.: The Civil War in North Carolina. The University of North Carolina Press (1963) ISBN 9780807845202