Broek (kleding)
Een broek is een kledingstuk dat het bekken omvat en (in tegenstelling tot een rok) aparte openingen heeft voor de benen.
Vrijwel elk kledingstuk dat aan bovenstaande definitie voldoet heet in het Nederlands 'broek', In andere talen bestaan er vaak verschillende woorden.
Verschillende broeken zijn:
- met pijpen tot de enkels (pantalon, lange broek)
- met pijpen tot over de knieën (plusfours)
- met korte pijpen (shorts, bermuda, culotte, korte broek)
- zonder pijpen (broekje, slip)
- met korte pijpen, bedekking van de borst, banden over de schouders (Lederhose)
- met lange pijpen, bedekking van de borst, banden over de schouders (tuinbroek)
- strakzittend (legging)
- strakzittend met bedekking van de voeten (panty, maillot)
- bedekking van het hele lichaam (behalve hoofd, handen en voeten) (overall - deze wordt meestal niet als 'broek' aangeduid)
- een zwempak, turnpak en dergelijk kledingstuk voldoet aan bovenstaande definitie maar wordt toch geen broek genoemd
In het bovenstuk bevinden zich een, maar meestal meerdere broekzakken. Ook aan de pijpen kunnen zakken genaaid zijn (cargozakken). Het bovenstuk is sedert de 19e eeuw vaak aan de voorzijde voorzien van een gulp, vooral bij broeken voor mannen, die kan worden gesloten door middel van knopen, klittenband, haken, maar meestal met een rits in combinatie met een knoop. Aan de bovenrand zijn vaak lussen genaaid om de broekriem doorheen te rijgen.
Een broek wordt sterk onderscheiden naar de stof waar deze van gemaakt, waaronder ook de kleur en verder naar het model, waaronder de lengte van de pijpen weer een voorname plaats inneemt. Zo is de korte broek een begrip in de zomer. Belangrijke stoffen zijn denim (spijkerbroek), katoen in het algemeen, corduroy (ribfluweel) en linnen. Daarnaast zijn enkele kunststoffen populair geworden door toepassing als broek (bijvoorbeeld Terlenka).
Onder de broek wordt meestal een onderbroek gedragen. Deze omvat enkel het bekken en soms een gedeelte van het bovenbeen.
Geschiedenis
De broek is een oud kledingstuk, dat vooral populair was bij de Galliërs. De broek wordt ook in de Bijbel genoemd als onderdeel van de priesterkleding (Exodus (28:42). De Grieken en Romeinen wilden er niet veel van weten en vonden het kledingstuk barbaars. Pas op het einde van de Romeinse tijd - en parallel met de invallen van de Germanen - werd de broek populair en aanvaard kledingstuk in de Romeinse wereld. Tijdens de Middeleeuwen werd het hèt kledingstuk voor de man.
Het is pas sinds ± 1960 dat de broek als kledingstuk voor de vrouw maatschappelijk aanvaard is, onder invloed van de culturele en seksuele revoluties van die tijd.
Zie ook
Soorten broeken:
- Bermuda (broek)
- Broekrok
- Boxershort
- Capribroek
- Hotpants
- Kettingzaagbroek
- Knickerbocker
- Korte broek
- Legging
- Onderbroek
- Pantalon
- Short
- Slip (onderkleding)
- Skibroek
- Spijkerbroek
- Tuinbroek
- Zoeavenbroek
- Zwembroek
Kleding algemeen: