Gegen die Wand: verschil tussen versies

Celit wordt tot een gevangenisstraf veroordeeld, en Sebil vlucht (om de [[eerwraak]] van haar familie te ontlopen naar [[IstanboelIstanbul]]. Waar ze in eerste instantie bij een (vrijgevochten) nicht logeert, en Celit schrijft dat ze hem mist, dat IstanboelIstanbul een stad met veel leven is, maar dat zij zonder Celit niet leeft. Ze veracht het 'eten-slapen-werken' leven dat ze nu leidt, en besluit haar nicht en baan te verlaten en in te trekken bij een café-eigenaar met wie ze even tevoren [[opium]] had gerookt. Die relatie duurt echter niet lang, de man gooit haar na verloop van tijd op straat, en als ze 's nachts door de straten van IstanboelIstanbul loopt wordt ze door drie mannen lastig gevallen. Dit ontaardt door de nauwelijks timide houding van Sibel (en te veel drank bij de mannen) tot een schermutseling waarbij Sibel tot twee keer toe in elkaar wordt geschopt, en bij het derde treffen uiteindelijk wordt neergestoken. Ze wordt bloedend door een taxichauffeur gevonden.

Celit komt enkele jaren later vrij. Hij vliegt met geld van een vriend naar IstanboelIstanbul, en neemt contact op met Sibels nicht. Die vertelt hem dat Sibel inmiddels een nieuwe vriend heeft en een zoontje. Celit besluit toch in IstanboelIstanbul te blijven en tijdens een telefoontje van Sibel verteld hij haar dat hij in IstanboelIstanbul blijft totdat hij haar heeft gezien.