Patriottentijd in Bolsward: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
T. Tichelaar (overleg | bijdragen)
T. Tichelaar (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
 
==Voorspel==
In [[1773]] stelde de stadhouder [[Willem V van Oranje-Nassau|Willem V]] voor de [[vroedschap]] van Bolsward - bestaande uit zes burgemeesters en 24 vroedschapsleden - te halveren. Er waren onvoldoende gekwalificeerde kandidaten voor een benoeming op een bevolking van 2.500 inwoners. Bovendien waren [[Katholiek]]en (ongeveer 30% van de bevolking), [[Doopsgezind]]en (5%) en [[Luthers]]en en [[Joden]] (5%) destijds uitgesloten van dat ambt. Omdat er onenigheid ontstond, kwam er een nieuw voorstel in [[1776]], waarbij de raad met slechts een derde zou worden verminderd. In [[1778]] stelde de stadhouder voor het onderwerp te laten rusten, omdat alsnog een lid tegenstemde. Niettemin liet de prinsgezinde burgemeester Schelto van Hiemstra in zijn volgende ambtsperiode de vroedschap op autocratische wijze ''"uitsterven"''. (TerNiet vergelijkinghelemaal onterecht, want Amsterdam, een stad van ruim 200.000 inwoners beschikte destijds over vier burgemeesters en 34 vroedschapsleden.)
 
In december [[1782]] werd burgemeester Van Hiemstra, die niet in Bolsward woonde en evenals zijn voorganger nooit ambtengeld had betaald, buitenspel gezet. De spanning was opgelopen omdat Van Hiemstra in augustus van dat jaar een oranjegezinde stadssecretaris had willen benoemen.<ref>J. de Boer (1987) Vrijkorpsen in Friesland. In: W. Bergsma et al. For uwz lân, wiv en bern. De patriottentijd in Friesland, p. 74.</ref> Het lukte de patriotten vanwege procedurele fouten S. Braaksma benoemd te krijgen. Aan het einde van dat jaar raakte Van Hiemstra - die vaak afwezig was en bij gelegenheid op zichzelf stemde - zijn burgemeesterzetel en jarenlange afvaardiging naar de Provinciale Staten kwijt.<ref>Eenige brieven betrekkelijk het voorgevallene in Bolswards regeering in de jaaren 1782, 1783 en begin van 1784, p. 5. (1785)</ref> De stadhouder erkende dat Van Hiemstra zich in netelige omstandigheden bevond.<ref> Kon. Huisarchief 221, inv. 22, 7 december 1782.</ref>
Regel 16:
De [[patriotten]] hebben op 21 januari een vrijwillige schutterij opgericht, waarvan iedereen lid kon worden en de officieren democratisch zouden worden gekozen. Slechts één burgemeester, G. Rondaan, stemde uiteindelijk voor, een beslissing die nog zwaar op hem zou rusten.<ref>Rondaan werd op 5 september 1787 begraven.</ref> De vroedschap protesteerde luidkeels tegen de afwezigheid van zoveel magistraatsleden, waaronder de vier prinsgezinde burgemeesters. Oud-burgemeester Tichelaar weigerde iedere verdere medewerking. Burgemeester Elgersma had enkele maanden eerder 2.600 gulden uit de tegoeden van het Sint Anthoniegasthuis gefourneerd voor de aanschaf van wapens en uniformen. Het duurde tot 30 augustus [[1786]], voordat provinciale toestemming werd verleend en de officieren werden benoemd. Ondertussen was door twee compagnieën van 40 man wekelijks geoefend in de Broerekerk, opgesteld ''naar natuurlijke grootte''. Burgemeester Van Hiemstra stelde voor twee trommels en fluiten te schenken. De vrijwillige schutterij wees het voorstel af, omdat geen ander [[Wapen (heraldiek)|wapen]] dan dat van de stad kon worden geaccepteerd.
 
De situatie escaleerde in augustus 1786 naar aanleiding van de gebeurtenissen in Utrecht, waar de landelijke bijeenkomst van vrijcorpsen en exercitiegenootschappen was gehouden, maar ook zestien nieuwe vroedschapsleden waren geïnstalleerd. [[Herman Willem Daendels|Daendels]], die het [[exercitiegenootschap]] in [[Hattem]] aanvoerde, eiste een week later een zetel in de onvolledige vroedschap op. Het stadje werd op 5 september bezet door stadhouderlijke troepen. De angst ontstond dat ook het ''"democratisch eldorado"'' Utrecht zou worden bedreigd. De vrijwillige schutterij in Bolsward diende op 11 september een voorstel in tot aankoop van kruit en munitie. Het voorstel kwam van de kapitein van de vrijwillige schutterij, [[Cornelis van den Burg]], die eerder die dag op ''"democratische"'' wijze, d.w.z. zonder goedkeuring van de stadhouder, als burgemeester was benoemd. N. Elgersma, de rijkste man in Bolsward, was inmiddels van ''systema'' (denkrichting) veranderd en richtte zijn aandacht op een financiële positie in de [[Provinciale Staten]]. Het lukte hem om Van Hiemstra te passeren.
 
==Onrust in Bolsward==
Regel 27:
De ''auxiliairen'' (hulptroepen) werden de eerste nacht ondergebracht in de school van meester Achenbach. De volgende dag werden stadspoorten gesloten en de bruggen gebarricadeerd, omdat een poging was ondernomen de stadskas in een [[sjees]] naar Leeuwarden te brengen. P. Westerbaan en zijn vrouw werden 20 km achternagezeten, tot aan de brug bij [[Oosterwierum]]. Bij terugkeer stelde burgemeester Eerdmans voor het geld aan de Staten in Franeker te schenken. Om een lang verhaal kort te maken, na een week gedelibereer erkende de dralende vroedschap van Bolsward op 17 september 1787, nadat een zestal afgevaardigden het stadhuis was binnen gedrongen, als enige stad in Friesland de "Pretense Staten" in Franeker. De patriotse burgemeesters B. Braaksma en D. Eerdmans stemden toe, zodat de rust in het stadje zou kunnen terugkeren. Het standpunt van Cornelis van den Burg behoeft geen uitleg.
 
Inmiddels dreigde [[Court Lambertus van Beyma|Van Beyma]] de dijken door te steken als Friesland bezet zou worden door een onderdeel van het Pruisisch leger, dat naar het noorden oprukte. Albert Lycklema à Nijeholt, een textielhandelaar uit Bolsward, vertrok samen met de zilversmid B. Jelgerhuis om een aantal kanonnen uit [[Sloten (Friesland)|Sloten]] naar [[Lemmer]] te verslepen. Toen op zondagmiddag 23 september duidelijk werd dat prins Willem V teruggekeerd was naar Den Haag, er onvoldoende steun van de bevolking was, de financiële middelen beperkt waren, Frankrijk niet te hulp zou komen, werd het de patriotten in Friesland aangeraden via Lemmer en [[Stavoren]] naar Amsterdam te vluchten. Een tweetal, de kolonel JanJ. Boltjes en de majoor FransF. de Boer, vluchtte (via Ameland) naar DuitslandBremen.
 
==Nawerking==
[[Afbeelding:Executieburg.jpg|350px|thumb|left|Een van de drie afbeeldingen van de symbolische executie van Cornelis van den Burg op 16 mei 1789 in Leeuwarden]]
 
De achtergebleven officieren van de vrijwillige schutterij en burgergecommitteerden - eerder die maand in de haast benoemd om de vroedschap te controleren - werden in de nacht van 1 oktober in een [[trekschuit]] naar Leeuwarden gebracht. Onder hen bevond zich de doopsgezinde fabrikant WopkoW. Cnoop, die in de gevangenis een kort en verward dagboek bijhield van zijn belevenissen. Door een misverstand vergat de vluchtende Van Beyma enof zijn secretaris de uitermate belastende en ondertekende stukken uit Franeker mee te nemen. Voor justitie was het daarna "gemakkelijk" een zevental patriotten uit Bolsward te veroordelen. Cornelis van den Burg kreeg een van de zwaarste straffen die destijds zijn uitgesproken. Hij werd ter dood veroordeeld vanwege zijn radicale democratische opvattingen. Evenwel, knielende op het schavot kreeg hij te horen, dat hem voor twintig jaar de toegang tot Friesland werd ontzegd. De anderen kregen tien, zes, vier jaar verbanning opgelegd of een geldboete. Twee stierven tijdens hun gevangenschap, als gevolg van een strenge winter in [[1788]]. Van den Burg vertrok naar zijn vrienden in Noord-Frankrijk. Daar schoolden enkele duizenden patriotten zich in de principes van de [[Franse Revolutie]] en wachtten af tot de kansen zouden keren.
 
In januari [[1795]] - bij de komst van het Bataafse legioen - is burgemeester Van Hiemstra afgezet. Hij vluchtte van [[Oenkerk]] naar [[Emden]]. Katholieken en doopsgezinden kregen vervolgens meer rechten en afgevaardigden in de [[Nationale Vergadering]]. Overal in het land werd de erfelijkheid van ambten plechtig afgezworen. Tot slot, in de laatste jaren van het Franse bewind, werd de raad van Bolsward in [[1811]] alsnog gehalveerd. Over de benoemde of gekozen [[burgemeester]] zijn de meningen na ruim tweehonderd jaar nog steeds verdeeld.