Aliquotregister: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
EdwinH (overleg | bijdragen)
Pagina aangemaakt: "'''Aliquot''' is een wat deftigere benaming voor samengestelde vulstem, welke te vinden zijn op orgels. De meest bekende is de Mixtuur, welke het orgel de typische mix..."
 
EdwinH (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
Oorspronkelijk zijn orgels als volledige aliquoten gebouwd, doordat de het pijpwerk van orgels op zogenaamde blokladen werden geplaatst, die geen klankdifferentiaties toelieten. Pas bij de toepassing van andere windladen, sleep-, spring of kegellade (de laatse pas in de 19e eeuw) kon men naar keuze de registers laten weerklinken. In eerste instantie zijn de aliquoten alleen plenumregisters, bijv mixtuur en/of scherp, later worden er ook aliquoten als soloregisters gebouwd (sexquialter, cornet, cimbel). Vaak zijn de laatste kleiner van samenstelling.
 
Vanaf de 1e helft van de 19e eeuw beginnen de aliquoten aan populariteit in te boeten. Vaak werden ze als "schreeuwers" in het orgel beschouwd. In eerste instantie worden ze in kleinere en vaak ook lagere samenstelling gebouwd, later, bijvoorbeeld bij [[Aristide CavailleCavaillé-Coll]], werden ze vrijwel volledig weggelaten, alleen de Cornet hield zich nog redelijk staande.
 
In de 20e eeuw kwamen, onder invloed van de "Orgelbewegung" de aliquoten weer in de belangstelling te staan. Men wenste een heldere, doorzichtige orgelklank waar de Noord Duitse/Deense orgelklank als voorbeeld diende. Zelfs op kleine orgels (v.a. 3 stemmen) werden aliquoten gebouwd, van hoge samenstelling, hetgeen een zeer heldere, vaak scherpe klank opleverde; scherpen deden in die tijd vaak hun naam meer dan eer aan. Lambert Erné, een bekend orgeladviseur uit die tijd dichtte eens over zijn eigen orgel in de Nicolaïkerk in Utrecht: