Beginselen van de vrijmetselarij: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Enkele spellingsverbeteringen |
k Spellingscontrole |
||
Regel 2:
==Geschiedenis==
Er bestaan Middeleeuwse handschriften met reglementen van bouwvakkersgilden uit de [[15e eeuw|
De beginselenverklaringen die tegenwoordig in de diverse vrijmetselaarsorganisaties worden vastgesteld zijn hier qua denkbeelden op terug te voeren. Teksten worden in de loop der tijd aangepast aan taalgebruik, opvattingen en nieuwe interpretaties. Aangezien de vrijmetselarij organisatorisch een [[democratie|democratische]] [[vereniging (rechtspersoon)|vereniging]] is, wordt dit door de leden bepaald. Dit geschiedt door een dialoog tussen de leden.
Regel 10:
===De Oude Landmerken===
Het begrip landmerk is van [[Bijbel (christendom)|
In het boek [[Spreuken]] 22, 28 staat: ''Verleg de aloude grenssteen niet, die je vaderen hebben neergezet.'' In het boek Deuteronomium 27, 17 staat: ''Vervloekt wie bij zijn buurman een grenssteen verlegt. En heel het volk zegt: ‘Amen’.'' In het boek Job 24,2 staat: ''De boosdoeners verleggen slechts grensstenen, sleuren ongestoord kudde en herder weg.''
Regel 39:
In de eerste Engelse loges werden de ''Oude Plichten'' bij plechtige gelegenheden en feesten voorgelezen. Deze oude plichten worden ingeleid met een aanroeping van de Drievuldigheid. Voorts bevatten zij een legendarische geschiedenis van de vrijmetselarij alsook een opsomming van morele en professionele voorschriften. De oude plichten behelsden dus ook een echte [[deontologie|deontologische]] [[beroepscode]].
De oude plichten zijn enige jaren na het ontstaan van de reguliere vrijmetselarij in 1717 door James Anderson opgesteld, waarna deze als grondslag zouden gaan dienen voor de werkwijze der loges en die door de Engelse Grootloge in [[1723]] werden aanvaard.
===Antient Charges and Regulations===
|