Thüringse staten: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Edwinb (overleg | bijdragen)
Versie 7415112 van 84.194.209.126 ongedaan gemaakt.
Regel 34:
De Thüringse staten waren van 1806/1807 tot 1813 lid van de [[Rijnbond (1806)|Rijnbond]] en van 1815 tot 1866 van de [[Duitse Bond]]. In de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog (1866) schaarden Saksen-Altenburg, Saksen-Coburg en Gotha en Schwarzburg-Sondershausen zich aan de zijde van Pruisen, terwijl Saksen-Meiningen en Reuss o.l. [[Keizerrijk Oostenrijk|Oostenrijk]] steunden. De overige staten bleven aanvankelijk neutraal, maar sloten zich na de [[Slag bij Königgrätz]] bij Pruisen aan.
 
De anti-Pruisische houding had in Meiningen het aftreden van hertog [[BernhardGeorge II van Saksen-Meiningen|BernhardGeorge II]] tot gevolg, terwijl Reuss o.l. een enorme schadeloosstelling moest betalen (Pruisen had het vorstendom aanvankelijk willen annexeren).
 
Alle Thüringse staten traden in 1866 in meer of mindere mate van vrijwilligheid toe tot de [[Noord-Duitse Bond]] en in 1871 tot het [[Duitse Keizerrijk]].
Regel 42:
[[Afbeelding:ThueringenKeizerrijk.png|thumb|right|300px|De Thüringse staten in het Duitse Keizerrijk (interne grenzen niet aangegeven)]]
[[Afbeelding:THUERINGEN1920.png|thumb|right|300px|De Vrijstaat Thüringen 1920-1945]]
 
===In het Duitse Keizerrijk===
In het Keizerrijk vormden de staten met elk één stem in de [[Bondsraad (Duitsland)|Bondsraad]] een potentieel aanzienlijk machtsblok. Ze waren het onderling echter zelden eens. Tot 1903 lieten Saksen-Altenburg, Reuss j.l. en de beide Schwarzburgs zich in de Bondsraad door Saksen-Weimar-Eisenach vertegenwoordigen. Saksen-Coburg en Gotha (dat als dubbelstaat desondanks maar één stem had) had zijn eigen gevolmachtigde. Saksen-Meiningen liet zich door [[Koninkrijk Beieren|Beieren]] vertegenwoordigen, Reuss o.l. door [[Mecklenburg-Schwerin]].