Marbriano de Orto: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
BogaertB (overleg | bijdragen)
BogaertB (overleg | bijdragen)
Regel 1:
'''Marbriano de Orto''' (geboren op [[1460]] in het bisdom [[Doornik]]; - februari [[1529]] of voordien nog in [[Nijvel]]; als ''Marbriano Dujardin'' ?) was een [[Franco-Vlaamse School|Nederlandse polyfonist]] en [[zanger]].
==Leven en afkomst==
Marbriano de Orto werd geboren als natuurlijke zoon van een [[priester]]. Zijn bijnaam „Dujardin“ is de verlatijnsteverlatijnst vorm vantot „de Orto“. Zijn vorming zou hij aan de kerken van het bisdom Doornik hebben ontvangen.
 
In december [[1483]] trad hij als zanger in de pauselijke kapel in. Hij diende er drie pausen: [[Sixtus IV]], [[Innocentius VIII]] en [[Alexander VI]]. De kapel telde 18 tot 20 musici, overwegend [[Lage Landen (staatkunde)|Nederlanders]]. Gedurende de [[liturgie]] zong de [[koraal]] en slechts zelden werd meerstemmige muziek gebracht. Het [[koor]] zong niet enkel in de [[Sixtijnse Kapel]], maar ook in andere kerken[[kerk]]en, wanneer de [[paus]] daarer het ambt uitoefende;, vaak als privé-aangelegenheid. De belangrijkste componisten van de kapel waren in die tijd [[Josquin Desprez]] (september [[1486]] tot [[1494]]) en [[Gaspar van Weerbeke]] ([[1481]]–[[1489]] en opnieuw tot ongeveer [[1499]]).
 
Bijzondere steun ontving de Orto van [[paus Innocentius VIII]]. Die bezorgde hem prebendes[[prebende]]s en ruimde de hindernissen uit de weg waardoor de Orto’s zonde als illegaal geborenonwettig kind werd witgewassen. Zo verkreeg de Orto in december [[1486]] een levenslange, jaarlijkse uitkering uit inkomsten van het bisdom Doornik. In twee pauselijke bullen van [[30 juli]] [[1496]] werd over de Orto gesprolengesproken als over de deken van [[Nijvel]]; tegelijkertijd is geweten dat de benoeming op tegenstand is gestoten. Dit ambt was moet de Orto ergens tussen [[1489]] en [[1496]] zijn toegekend. Zijn woonplaats had hij echter pas na 1499 van Rome naar Nijvel verplaatst.
 
In Nijvel was het middelpunt van de Orto’s leven de kerk van Sint-Gertrudis. Met haar had de Orto tot het einde van zijn leven betrekkingen onderhouden. Hiervan getuigen talrijke stichtingen, waarvan de kostbare noch tot op heden in de kerk tentoongestelde bronzen relikwieënkist getuigenis aflegt.
Regel 11:
Op [[24 mei]] [[1505]] werd de Orto zanger in de kapel van [[Filips I van Kastilië|Filips de Schone]]. De hertog legitimeerde hem niet enkel, maar noemde hem ook gauw tot zijn ''premier chappelain'', wat een uiting van bijzondere waardering was.
 
De Orto begeleidde de hertog op zijn laatste reis naar [[Spanje]]. De reis, waaraan ook [[Alexander Agricola]], [[Pierre de la Rue]], [[Nicolas Liegeois|Nicholas Champion]] en [[Antonius Divitis]] deelnamen, begon op [[10 januari]] [[1506]]. Er werd over het water gereisd; zanger en instrumentalisten hadden een eigen schip. Stormweer dreef op [[13 januari]] [[1506]] een deel van het vlot, ook het schip van de musici, naar [[Falmouth (Cornwall)|Falmouth]]. Heel erg waarschijnlijk had de Orto gedurende deze storm de gelofte afgelegd, de „Vita Gertrudis“ in het Latijns en het Frans te vertalen. Op [[27 april]] [[1506]] landde de vloot in [[La Coruña]]. Filips en zijn gevolg trokken voor de zomer naar [[Valladolid]] en [[Burgos]], waar de [[hertog]] op 25 september 1506 aan koorts bezweek.
Al gauw na Filips dood keerde de Orto naar de Nederlanden terug en was daar de latere keizer [[Karel V van het Heilige Roomse Rijk|Karel V]], des hertogs zoon, voor wie [Margaretha van Oostenrijk]] nog het regentschap voerde, bij de reorganisatie van de hofkapel behulpzaam. Volgens een document van [[1509]] was de Orto „eerste kapelaan“ van Karel. Dit ambt deelde hij van [[1510]] tot [[1517]] met Anthoine de Berghes bij halfjaarlijkse wisselbeurt. Deze wissel had met de Orto’s verblijfsplichten in verschillende kerken te maken. In 1510 wordt hij als kanunnik aan de [[Onze-Lieve-Vrouwekathedraal (Antwerpen)]] aangesteld, en in 1513 wordt hij in dezelfde functie aan de [[Sint-GoedeleGoedelekerk]] in [[Brussel]] verbonden.
 
Ofschoon zijn naam in een betaallijst van [[21 juni]] [[1517]] is doorgestreept, tekent hij in een document van [[18 mei]] [[1518]] nog steeds als „kanselier en eerste kapelaan van Karel“. In [[1522]] werd hij omwille van zijn leeftijd ontslagenontheven van de taak Karel V op zijn reis van Engeland naar Spanje te begeleiden.
 
Marbriano de Orto stierf in februari [[1529]] of kort voordien. Hij werd in de Sint-Gertrudiskerk in [[Nijvel]] begraven. Zijn grafsteen werd in [[1940]] tijdens bombardementen op de stad vernield.
 
==Het werk ==
===[[Mis]]sen===