Dijksterhuis (borg): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k sp
Regel 2:
 
==Geschiedenis==
Aangenomen wordt dat de oorspronkelijke [[borg (opstal)|borg]] werd gebouwd in de [[veertiende eeuw]]. De borg, eertijdsvroeger aangeduid als ''Huis ten Dijke'' werd gebouwd op een zandplaat op het [[Waddenzee|Wad]]. Hij stond derhalvedaarom oorspronkelijk buitendijks. Mede daarom wordt aangenomen dat de eerste bewoners de kost verdienden met zeeroof en tot de zogenaamde [[likedelers]] gerekend moeten worden. Nadat het [[Klooster van Aduard]] zijn voorwerk op het eiland [[Bosch (eiland)|Bosch]] had opgegeven oefende de borgheer van Dijksterhuis het recht van strandvondst uit voor het klooster.
 
Na het aanleggen van een nieuwe dijk kwam de borg binnendijks te liggen. Vanwege de oorspronkelijke zandplaat lag het huis hoger dan zijn omgeving van jonge [[zeeklei]]. Die ligging zorgde er voor dat de borg zowel de stormvloed van [[Allerheiligenvloed (1570)|1570]] als die van [[Kerstvloed (1717)|1717]] ongehavend doorstond.
Regel 11:
Dijksterhuis kwam in [[1578]] in het bezit van Luurt Maninga. Deze huwde met Emmerentiana Sonoy, enig kind van de [[Geuzen (geschiedenis)|watergeus]] [[Diederik Sonoy]]. Toen Diderik in [[1594]] het krijgsleven vaarwel zei trok hij in bij zijn dochter. Drie jaar later overleed hij, en werd begraven in de kerk van Pieterburen.
 
De korte periode dat Sonoy op Dijksterhuis woonde is vooral bekend geworden door een ''[[crime passionel]]''. Aan zijn vele reizen had Sonoy een Moorse bediende (die volgens de overlevering ''Zwarte Pier'' heette) overgehouden, die hem ook volgde naar Dijksterhuis. Deze bediende vatte een vurige liefde op voor een van de dienstmaagden van Dijksterhuis. Zij gaf echter de voorkeur aan een blanke vrijer, hetgeenwat de afgewezene niet kon verkroppen. Hij doorstak haar met een mes, hetgeenwat zij niet overleefde. Zelf werd de ''Moor van Dijksterhuis'' enige dagen later even ten noorden van de borg onthoofd.
 
Het verhaal wil, dat op de plek van de misdaad (''bekend als de 'Moriaanse kamer''') een grote bloedvlek was ontstaan. Hoe men ook boende, de vlek kwam steeds terug. Nog in [[20e eeuw]] waren er in Pieterburen getuigen te vinden die beweerden met eigen ogen de bloedvlek te hebben gezien.