Modulatie (muziek): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Johnhuxley (overleg | bijdragen)
externe link toegoevoegd
Johnhuxley (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
In ons hedendaagse begrip is '''modulatie''' in de [[Tonaliteit|tonale muziek]] de verandering van [[toonsoort]]. Die modulatie kan plotseling of geleidelijk geschieden, maar verloopt doorgaans door middel van een [[Cadens (muziektheorie)|cadens]]. Bij de plotselinge modulatie is er sprake van het plotseling optreden van [[Akkoord (muziek)|akkoorden]] uit een andere toonsoort, in de vorm van een cadens. Bij de geleidelijke modulatie wordt via een of meer gemeenschappelijke akkoorden de overgang naar de andere toonsoort eerst gemaskeerd en pas bij de [[Dominant (muziek)|dominant]] hoorbaar. Het gemeenschappelijke akkoord is het [[spilakkoord]]. Dit indelen van een muziek op basis van akkoordschema's vindt zijn basis in een traktaat uit 1722, geschreven door Jean Phillip Rameau: "[https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=traite+de+l%27harmonie&coll=boeken1&identifier=m45cAAAAcAAJ&rowid=1 Traité de l'harmonie]". Dat wil niet zeggen dat vanaf dat moment de manier van denken over muziek ineens anders werd:Voordat het was een geleidelijk proces. Voordat dit denken in akkoordschema's terrein veroverde dacht men meer in termen van het veranderen van 'toonschaal': uit welke toonladder haalde je voor het schrijven van een bepaald segment de benodigde noten? Hoe dit nog tot na de barok gangbaar was is te lezen in onderstaand fragment uit [https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=Catechismus+der+muzijk+1787&coll=boeken1&identifier=yQS0mnL7-vwC&rowid=1 ''Catechismus der muzijk'' uit 1787] van de Zeeuwse musicus Joos Verschuere Reynvaan:
[[Bestand:Catechismus_der_muzijk_1787.png|miniatuur|Catechismus der muzijk 1787]]
''VEERTIENDE LES.''
Regel 12:
 
''Antw. Ja, indien men eene grondige kennis heeft gekregen van den Introduceur, die zal het ten duidelyksten aanwyzen. Wy hebben gezien in de vorige Les, dat den Introduceur, is, de zevende Toon van den Hoofdtoon der Schale; indien men nu hier maar op let, zoo zal men ras de Hoofdtoon van ydere Schaal gedurende het geheele stuk gewaar worden.''
 
 
Een ander mooi voorbeeld (zie afbeelding hiernaast) is een fragment uit [https://www.bach-digital.de/receive/BachDigitalSource_source_00001349 Bachs Fuga BWV 847 genoteerd door zijn leerling Bernhardt Christian Kayser (1705-1758)], waarbij je kunt zien dat de tonika het symbool 'f' krijgt (van 'finalis') en de nummers van de toonladder-noten onder de noten staan. Het stuk staat in C mineur en dan verschijnt er een fis<nowiki>''</nowiki>, wat Kayser aanleiding geeft om de g het symbool 'f' toe te kennen, omdat de toonladder van G-mineur de toonladder is waarin de tonen vanaf dat moment passen.
[[Bestand:Sample_from_Fuga_BWV_847_by_Bernhard_Christian_Kayser_(1705-1758).png|miniatuur|Sample from Fuga BWV 847 by Bernhard Christian Kayser (1705-1758)]]
 
In de tweede helft van de 19e eeuw ontstond muziek die voortdurend moduleerde en zelden lang in een toonsoort verbleef. De latere [[Opera (muziek)|opera's]] van [[Richard Wagner|Wagner]] en ook vooral het werk van [[Alexander Skrjabin|Skrjabin]] en [[Max Reger|Reger]] zijn goede voorbeelden van deze zwevende tonaliteit: muziek met weinig [[Tonica (muziek)|tonica's]] en vooral veel (gealtereerde) [[Subdominantakkoord|subdominanten]] en [[Dominantakkoord|dominanten]].