'''Menelik II''' ([[Ge'ez]]: ዳግማዊ ምኒልክ dagmawi mənilək paardennaam Abba Dagnew) (Amhaars: አባ ዳኘው abba daññäw);Ankober, [[17 augustus]] [[1844]] -— [[Addis Abeba]], [[12 december]] [[1913]]), gedoopt alsSahlewas Maryam (ሣህለ ማርያም sahlä maryam) was[[Keizerrijk Ethiopië|keizer van Ethiopië[nb 2]] van [[1889]] tot aan zijn dood in [[1913 en koning van Shewa van 1866 tot 1889]].
Menelik II werd geboren als Sahle Maryam. Hij was de zoon van [[negus]] [[Haile Melekot]] van [[Seba]].
Op het hoogtepunt van zijn interne macht en externe prestige, werd het proces van territoriale uitbreiding en oprichting van de moderne rijkstaat voltooid in 1898. Het Ethiopische Rijk werd onder keizer Menelik getransformeerd: de belangrijkste wegwijzers van modernisering werden geplaatst, met de hulp van belangrijke ministeriële adviseurs. Extern leidde Menelik Ethiopische troepen tegen Italiaanse indringers in de Eerste Italo-Ethiopische Oorlog; na een beslissende overwinning in de Slag bij Adwa werd de erkenning van de onafhankelijkheid van Ethiopië door externe mogendheden uitgedrukt in termen van diplomatieke vertegenwoordiging aan zijn hof en afbakening van de grenzen van Ethiopië met de aangrenzende koloniën.
Hij intrigeerde tegen de Ethiopische keizer Johannes, en sloot op 20 oktober 1887 een geheim verdrag met de Italianen in [[Italiaans-Somaliland|Somaliland]]. Toen Johannes in maart 1889 sneuvelde tegen het [[Vredesbrigades|Mahdi-leger]], kozen de Ethiopische vorsten Menelik tot hun nieuwe keizer.
Menelik II wordt door velen beschouwd als de grondlegger van het land, maar zijn legers pleegden wat sommige historici classificeren als genocides bij het veroveren van het land dat hij uiteindelijk [[Keizerrijk Ethiopië|Abessinië]] noemde, dat modern Ethiopië werd.<ref>{{en}}{{Citeer web |url= https://www.msn.com/en-us/news/world/a-place-of-ghosts-ethiopia-opens-controversial-palace-to-a-divided-public/ar-AAIDPdR|titel= ‘A place of ghosts:’ Ethiopia opens controversial palace to a divided public|auteur= |uitgever=[[MSN (Microsoft)|msn.com]] |datum= 10 november 2019|bezochtdatum=24 januari 2020 }}</ref> De wreedheden werden begaan tegen inheemse bevolkingsgroepen zoals de [[Oromo]], het [[Dizi (volk)|Dizi-volk]] en het [[Koninkrijk Kaffa]].
Menelik breidde zijn rijk uit naar het zuiden en oosten, naar Oromo, Kaffa, Sidama, Wolayta en andere koninkrijken of republieken, Later in zijn regering richtte Menelik het eerste kabinet van ministers op om te helpen bij het bestuur van het rijk, waarbij vertrouwde en alom gerespecteerde edelen en bewakers werden benoemd in de eerste ministeries.Deze ministers zouden lang na zijn dood op hun plaats blijven en op hun posten dienen tijdens de korte regeerperiode van Lij Iyasu (die ze hielpen afzetten) en in de regering van keizerin Zewditu. Vandaag de dag blijft de Slag bij Adwa een bron van nationale trots voor Ethiopiërs en wordt jaarlijks in maart gevierd. Het zou ook pan-Afrikaanse bewegingen over de hele wereld inspireren.
