Bodemhorizont: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Mbchbot (overleg | bijdragen)
k WPCleaner v2.02b - Opgelost met WP:CW (Code 064: Link gelijk aan linktekst)
GloriousHunter (overleg | bijdragen)
Functie voor linksuggesties: 1 link toegevoegd.
Regel 4:
== Indeling in horizonten ==
Bodems worden verdeeld in bodemhorizonten, aangeduid met hoofdletters: van boven naar onderen meestal in de volgorde A, E, B, C en R. Hierin bestaan enige verschillen, met name door verschillen in [[bodemclassificatie]]methoden. Horizonten verschillen van elkaar in diverse met het oog waarneembare kenmerken en veelal ook in hun [[scheikunde|chemische]] en [[natuurkunde|fysische]] eigenschappen. De horizonten worden onderverdeeld in subhorizonten, waarbij kleine letters en cijfers worden gebruikt. De kleine letter zegt iets over het karakter van de horizont, het cijfer is een verdere onderverdeling. Zie voor een compleet overzicht de onderstaande tabellen.<br />
Een voorbeeld: de bovengrond is vaak een Ah horizont. Daarbij staat de A voor de bovenlaag en de h voor [[humus]]. Zijn er binnen de Ah duidelijke verschillen waarneembaar dan kun je bijvoorbeeld spreken van een Ah1 en een Ah2. Veelvuldig voorkomend onder landbouwgronden is de Ap horizont, waarbij de p staat voor ploegen.
 
De B-horizont is de laag waarin bodemvormende processen zichtbaar zijn. Veel B-horizonten zijn inspoelingshorizonten. De laag tussen de A en de B waarin [[uitspoeling]] heeft plaatsgevonden, is de E-horizont. In een [[podzol]], in Nederland veelvoorkomend op zandgronden, zijn complexen van humuszuren, ijzer- en aluminiumverbindingen neergeslagen. Dit kunnen zeer dunne en bruine (ijzer)laagjes zijn (in een [[podzolgronden|veldpodzol of haarpodzol]]), maar het kunnen ook donkere lagen van enkele decimeters dik zijn. Wanneer het ijzer grote, harde concreties heeft gevormd, spreken we wel van oerbanken. Dit treffen we veelal aan in natte gronden, de ''[[gley]]gronden''; zie ook: [[ijzeroer]].<br />