Titelkerk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Informatie toegevoegd over de betekenis van de titelkerk voor de residentie van de kardinaal, en literatuurverwijzingen toegevoegd.
Labels: Visuele tekstverwerker Misbruikfilter: Experimenteren
link toegevoegd naar basilica major
Regel 1:
Een '''titelkerk''' is in de [[Rooms-Katholieke Kerk]] een kerk in het [[bisdom Rome]] die titulair wordt toegekend aan [[kardinaal-priester]]s en [[kardinaal-diaken]]s (in die gevallen wordt ook wel gesproken van een '''titeldiaconie''').<ref>{{Citeer boek|titel=Companion to the Early Modern Cardinal|auteur=Arnold Witte|medeauteurs=Mary Hollingsworth, Miles Pattenden|taal=en|url=https://brill.com/view/book/edcoll/9789004415447/BP000027.xml|uitgever=Brill|plaats=Leiden|datum=2020|pagina's=333-350|ISBN=9789004415447|hoofdstuk=21: Cardinals and their Titula Churches|doi=10.1163/9789004415447}}</ref> Het gebruik is in de 7e eeuw ontstaan, toen diakens en priesters die vast verbonden waren aan bepaalde kerken (''incardinato'', oftewel 'vastgemaakt') een rol kregen in de kerkelijke organisatie en bij toerbeurt de liturgie in de [[Basilica major|pauselijke basilieken]] verzorgden (Sint Jan van Lateranen; Sint Pieter; Sint Paul buiten de muren; Santa Maria Maggiore; in de vroegmoderne tijd werd ook de San Lorenzo daartoe gerekend). Met de formalisering van de rol van de kardinaal in de 11e eeuw, toen [[paus Nicolaas II]] aan de kardinalen het alleenrecht gaf om de bisschop van Rome te kiezen, kreeg de titelkerk een andere rol - in plaats van dat de diaken c.q. priester van een bepaalde kerk betrokken werd in de liturgie in de pauselijke basiliek, werden personen benoemd als kardinaal en ''vervolgens'' een kerk toegewezen. De titelkerk functioneerde als ware het de eigen parochiekerk van de betreffende kardinaal, echter (vanaf 1692) zonder dat deze enige bestuursbevoegdheid daarover had.
 
Tot aan het eind van de vijftiende eeuw betekende een titelkerk vaak ook een residentie; veel titelkerken bezaten onroerend goed, vaak rondom de kerk, en dat kon voor kardinalen die niet uit Rome kwamen gebruikt worden als woonvertrekken in de periode dat zij in Rome verbleven. Na 1475, toen [[Paus Sixtus IV|Sixtus IV]] kardinalen de mogelijkheid gaf om hun bezit te vererven aan familieleden, werd het aantrekkelijk om eigen bezit te verwerven indien kardinalen langere tijd een functie in het pauselijke hof vervulden.<ref>{{Citeer boek|titel=Reclaiming Rome : cardinals in the fifteenth century|auteur=Carol M. Richardson|url=https://www.worldcat.org/oclc/568402055|uitgever=Brill|plaats=Leiden|datum=2009|ISBN=978-90-474-2515-1}}</ref>