In Mark'shet andnarratief Luke'svan narrative,Marcus en Lucas 'kwamen [peoplemensen] come' (MarkMarcus: ἔρχονται, pluralmeervoud) orof 'someonekwam comesiemand' (LukeLucas: ἔρχεταί τις, singularenkelvoud) withmet thehet newsbericht thatdat Jairus'de daughterdochter hadvan died,Jaïrus is overleden<ref name="Getty-Sullivan"/>{{rp|62}} anden JairusJaïrus iswordt advisedgevraagd notom toJezus troubleniet Jesusverder anylastig furtherte vallen. However,Maar JesusJezus respondsreageert: "Don’t[Heb] begeen afraid;angst, justalleen believegeloof," withwaarbij LukeLucas extendinghet thecitaat quoteoprekt withmet de woorden "anden sheze willzal beworden healedgenezen/savedgered" (σωθήσεται).<ref name="Reid"/>{{rp|141}} WhenZodra arrivingze atbij Jairus'het house,huis Jesusvan doesn'tJaïrus letarriveren anyonestaat followJezus himhet insideniemand toe om met hem mee naar binnen te gaan 'exceptbehalve PeterPetrus, JamesJakobus anden JohnJohannes, thede brotherbroer ofvan JamesJakobus', withwaar LukeLucas addingaan toevoegt: 'anden thede fathervader ofvan thehet childkind anden thede mothermoeder', die er later alsodoor Marcus ook addedaan bytoegevoegd Markworden (MarkMarcus 5:35–37,40; LukeLucas 8:49–50).<ref name="Zwiep"/>
In Matthew's account, the daughter was already dead from the start, so this event does not happen. Moreover, Matthew's Jesus 'allows no bystanders to witness Jesus performing the resurrection miracle (Mt. 9.25)'.<ref name="Zwiep"/>
