Ruw klokje: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 14:
}}
 
Het '''ruw klokje''' (''Campanula cervicaria'') is een tweejarige tot kortlevende [[overblijvende plant]] die behoort tot de [[klokjesfamilie]] (''Campanulaceae''). In [[Midden-Europa]] is de plant zeldzaam. De soort is [[Inheems (taxon)|inheems]] in Wallonië. In Nederland komt de soort in het wild niet voor. In [[Duitsland]] geldt deze in Europa en Azië van nature voorkomende plant als met [[uitsterven]] bedreigd. Naar het noorden toe komt ze voor tot in Zuid-[[Scandinavië]].
 
== Botanische beschrijving ==
In de bloeiwijze lijkt de plant wel wat op het [[kluwenklokje]] (''Campanula glomerata'').
 
Het is een [[tweejarige plant|tweejatige]] of [[meerjarige plant]] die 4030-100 cm hoog kan worden. In het eerste jaar wordt een rozet van lancetvormige, spatelvormige bladeren met gevleugelde [[bladsteel|bladstelen]] gevormd. De vierkante [[stengel]] en de onderste bladeren zijn, anders dan bij het kluwenklokje, stijf [[Haar (plant)|behaard]]. De onderste bladeren zijn meer lancetvormig en versmallen zich in een gevleugelde steel. De bladeren van de stengel staan afwisselend en zijn lijnvormig tot smal lancetvormig, borstelig behaard en zittend. Het blad is golvend en de randen hebben afgeronde tanden. De onderste bladeren verdorren als de plant in bloei staat.
 
De bloeiwijze bestaat uit een grote, eindstandige [[Tros (bloeiwijze)|tros]] van bloemen(kluwen) met daaronder kleinere weinig bloemen tellende deelkluwens. De kleur is blauwviolet, iets lichter dan bij het kluwenklokje. De bloeiperiode loopt van april tot september. De [[Kelk (bloem)|kelkbladen]] zijn aan de basis vergroeid en eindigen in eenvijf stompe puntslippen. De 12-20 mm grote bloem bestaat uit vijf vergroeide [[kroonblad]]en met vijf slippen, die langer dan breed zijn.
 
De knikkende vrucht is een sterk geaderde, smal kegelvormige [[doosvrucht]].
 
<gallery widths=230px heights=250px>