Willem Stegenga: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Hurkonides (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Hurkonides (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 32:
Rond begin 1943 kreeg Willem ruzie met zijn timmerbaas die naar Willem's smaak zijn oren te veel naar de Duitsers liet hangen. Hij kreeg ontslag en werd fulltime verzetsman. Begin 1943 wist Willem eindelijk aan een wapen te komen. Hij had er in zijn leven nog nooit één in handen gehad. Weldra kon hij er uitstekend mee overweg. Op 13 mei 1943 vertrokken Willem Stegenga en Jan Lever naar Amsterdam. Ze gingen Samuel Heymans - zoon van de rabbijn van Sneek - en diens vrouw Bloema Polak ophalen. Ze pakten opnieuw het [[Beurtvaart|beurtschip]] van Rinze Koch dat ze naar Workum bracht. Ook Heymans en zijn vrouw kwamen eerst in het hotel van Henk Bonnema terecht. Later doken ze onder in [[Gaast (Súdwest-Fryslân)|Gaast]]. Toen Willem en Jan Lever opnieuw naar Amsterdam gingen voor de ouders van Bloema Polak, bleken ze te laat: ze waren al opgepakt en kwamen beiden in [[Auschwitz (concentratiekamp)|Auschwitz]] om.
 
In de nacht van 16 op 17 november 1943 viellen de Duitsers de woning van de familie Lever binnen. [[knokploeg|KP]]'ers [[Jan Lever (verzetsstrijder)|Jan Lever]] en Piet Faber wisten over het dak weg te komen en vluchtten naar Herre Stegenga, Willems vader. Vader Hendrik Lever, dochter Meta en de Joodse onderduikster Roza IJzerman werden gepakt. Hendrik (1891-1945) en Roza (1926-1944) kwamen om in het concentratiekamp. Meta werd na een paar dagen weer vrijgelaten. Roza is de enige Joodse onderduikster die in Sneek is gepakt en omgekomen. Willem Stegenga hoorde het lawaai en wist in zijn pyjama op tijd weg te komen. Willem pakte dan al snel de draad weer op. Eind november 1943 wist hij samen met een Amsterdammer en KP'er [[Henk Rijpkema]] een Jodin uit het politiebureau van Sneek te bevrijden. Ze was bij toeval gearresteerd en opgesloten in het verhoorkamertje. Via een luik in het plafond werd ze er door de mannen uit gehaald.
 
[[Sikke Wolters]] was onderluitenant bij de politie en prominent lid van de [[Nationaal-Socialistische Beweging|NSB]]. Zijn standplaats was eerst Workum en later [[Heerenveen (plaats)|Heerenveen]]. Na de capitulatie in mei 1940 werkte hij nauw samen met de Duitsers. Hij spoorde tal van onderduikers - onder wie Joden -, verzetsmensen en geallieerde vliegers op. Uiteindelijk werd hij in 1944 door het Friese [[Veemgericht]] ter dood veroordeeld. Op 27 juni 1944 wachtten Gerard Haagen en Willem Stegenga hem op bij het station van Heerenveen. Toen Sikke Wolters zijn fiets ging halen, schoot Gerard hem dood terwijl Willem met zijn pistool het publiek op afstand hield. De liquidatie bleef niet zonder gevolgen. In de nacht van 29 op 30 juni werden er drie ploegen van Duitsgezinden op uit gestuurd om drie zogenaamde [[Aktion Silbertanne|Silbertanne-moorden]] te plegen.