Filips II van Spanje: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
minus komma: de combinatie verhardde
Regel 125:
In 1566 werd desondanks het [[Smeekschrift der Edelen]] ingediend bij de betrekkelijk populaire landvoogdes, met het verzoek de Inquisitie op te heffen. De circa 200 edelen werden door haar adviseurs weggehoond en uitgemaakt voor 'gueux' (bedelaars). Margaretha stemde echter in met een voorlopige opschorting van de activiteiten van de Inquisitie, zodat de edelen handtekeningen konden verzamelen, die dan met het Smeekschrift bij Filips II zelf zouden kunnen worden ingediend. Daar zou het echter nooit van komen. Zodra na tientallen jaren vervolging de repressie in 1566 opgeschort was, braken het [[Anabaptisme|doperse]] en het [[calvinisme|calvinistische]] protestantisme door in het publieke leven, in de vorm van massaal bezochte [[Hagenpreek|hagenpreken]] en op gewelddadige wijze in de vorm van de [[beeldenstorm]].
[[Bestand:Detail_of_a_portrait_of_Fernando_Alvarez_de_Toledo_by_Antonio_Moro.jpeg|thumb|left|Fernando Álvarez de Toledo (Alva), door [[Anthonis Mor van Dashorst]]]]
Daarop stuurde Filips II de reeds geduchte [[Fernando Álvarez de Toledo|hertog van Alva]] om orde op zaken te stellen. Tegen het keiharde optreden van Alva brak al spoedig fel protest uit. Margaretha van Parma trad zelfs uit protest af en vertrok naar Italië, waarna Alva tot landvoogd werd benoemd. De graven [[Lamoraal van Egmont|Egmont]] en [[Filips van Montmorency|Hoorne]], twee der voornaamste edelen, werden onthoofd op de markt in Brussel en [[Willem van Oranje]] ontsnapte maar net op tijd naar Duitsland, net als vele andere edelen. De combinatie van enerzijds militaire en godsdienstige repressie en anderzijds een verzwaring van de belastingen (de "[[Tiende penning|Tiende Penning]]"), verhardde de tegenstellingen alleen maar; zelfs veel katholieken keerden zich tegen het bewind. Vanaf [[1568]] was de [[Nederlandse Opstand]] een feit en deze zou uitlopen op de [[Tachtigjarige Oorlog]].
 
Veldslagen volgden elkaar op in [[Slag bij Oosterweel|Oosterweel]], [[Slag bij Heiligerlee (1568)|Heiligerlee]] en [[Slag bij Jemmingen (1568)|Jemmingen]] en een [[Slag op de Zuiderzee]] met de [[Watergeuzen]]. De watergeuzen hadden van Willem van Oranje [[kaperbrief|kaperbrieven]] gekregen en namen in 1572 [[Inname van Den Briel|Den Briel]] in. Ook Vlissingen viel in handen van de opstandelingen, die daar een naaste adviseur van Alva in het openbaar ophingen. Een [[Spaanse Furie (Mechelen)|moordpartij in Mechelen]] door Spaanse troepen in oktober 1572 bracht de Zuidelijke Nederlanden weer enigszins in het gareel, maar gelijksoortige maatregelen in [[Bloedbad van Naarden|Naarden]] en [[Geschiedenis van Zutphen#Tachtigjarige Oorlog|Zutphen]] (nov./dec. 1572) hadden het tegengestelde effect in de noordelijke Nederlanden. In 1573 werd [[Beleg van Haarlem (1572-1573)|Haarlem]] door de Spanjaarden ingenomen en zwaar gestraft, maar [[Beleg van Alkmaar|Alkmaar]] doorstond in dat jaar een beleg. In december van dat jaar werd Alva ontslag verleend als landvoogd, officieel om gezondheidsredenen. Hij had inderdaad een zwakke gezondheid, maar het was wel duidelijk dat zijn missie, orde op zaken stellen, niet gelukt was. [[Luis de Zúñiga y Requesens]] werd als opvolger benoemd. Deze slaagde er niet in [[Beleg van Leiden (1573-1574)|Leiden]] in te nemen en nam een wat mildere houding aan, want hij schafte de gehate Tiende Penning af. Zijn houding verhardde echter weer toen de [[onderhandelingen van Breda]] mislukten. In maart [[1576]] overleed De Requesens plotseling.