Aanslaggevoeligheid: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Felix2036 (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Felix2036 (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
De eerste generatie synthesizers werden wel eens gekscherend ''"deurbellen"'' genoemd. Je drukte op een toets, er kwam geluid uit, en dat was het. Voor pianisten viel er niet op te spelen, omdat het toetsenbord niet reageerde op de wijze van spelen: hard of zacht touché had geen enkel effect op de klankkleur die werd voortgebracht. (Hammond-)organisten misten daarentegen hun 'schuiven' waarmee ze de klankkleur real-time konden veranderen. Synthesizers kenden maar twee standen: geluid en geen geluid, er was geen tussengebied.
 
In de jaren '80 kwam daar verandering in. De toenemende populariteit van synthesizers en de steeds hogere eisen die de muzikanten steldener aan synthesizersstelden resulteerden in verregaande verbeteringen in het basisontwerp van synthesizers, en dat mondde uit in '''aanslaggevoelige''' toetseninstrumenten. Sensoren onder (of achter) de individuele toetsen op het toetsenbord registreren de toets-aanslag van de bespeler. Deze informatie wordt omgezet in data die vervolgens de klankkleur moduleert. <br>
Na een aantal initiële experimenten met de wijze waarop het touché wordt geregistreerd en omgezet in klankkleurdata is er tegenwoordig een MIDI-standaard voor aanslaggevoeligheid die door bijna alle MIDI geluidsbronnen wordt 'begrepen'. Deze standaard valt grofweg uiteen in twee soorten aanslaggevoeligheid: