Regeringsformatie België 1937: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nieuwe pagina aangemaakt met 'Na de val van de regering-Van Zeeland II op 25 oktober 1937 ging de '''formatie van een nieuwe Belgische regering''' van start. De formatie duurde 30 dagen en leidde tot de vorming van de regering-Janson. == Verloop van de formatie == ===Tijdslijn=== <timeline> ImageSize = width:800 height:auto barincrement:30 PlotArea = top:10 bottom:30 right:70 left:20 AlignBars = early DateFormat = dd/mm/yyyy Period = from:01/09/1937 till:01/01/1938 T...'
 
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 30:
[[File:Paul van Zeeland, 1937.jpg|thumb|right|Paul van Zeeland.]]
[[File:Gustaaf Karel Sap.jpg|thumb|left|Gustaaf Sap.]]
In maart 1937 beschuldigde het katholieke Kamerlid en gewezen minister van Financiën [[Gustaaf Sap]] premier [[Paul van Zeeland]] (katholiek) ervan niet officieel ontslag te hebben genomen als vicegouverneur van de [[Nationale Bank van België|Nationale Bank]] toen hij in maart 1935 premier werd en zijn bezoldiging als vicegouverneur was blijven ontvangen. De premier slaagde erin om op een overtuigende manier de beschuldigingen te weerleggen en beweerde dat hij tijdens zijn premierschap geen bezoldigingen meer had ontvangen van de Nationale Bank. De regering-van Zeeland II (bestaande uit de [[Katholiek Blok|Katholieke Partij]], de socialistische [[Belgische Werkliedenpartij|BWP-POB]] en de [[Liberale Partij (België)|Liberale Partij]]) behield hierdoor het vertrouwen van het parlement.
 
Enkele maanden later, in juni 1937, bracht Sap aan het licht dat er financiële malversaties waren gebeurd bij de Nationale Bank. Hij onthulde dat hoge ambtenaren van de Nationale Bank naast hun salarissen behoorlijke tegemoetkomingen ontvingen uit een zwarte kas. Van Zeeland ontkende dat hij sinds zijn aanstelling als premier geld uit de zwarte kas had ontvangen, maar moest uiteindelijk toegeven dat hij 330.000 frank uit die zwarte kas had ontvangen, wat in tegenstrijd was met wat van Zeeland tijdens zijn repliek op de interpellatie van Sap had verklaard. Toch behield hij het vertrouwen van het parlement. Nadat bleek dat er ook in het beheer van de Nationale Bank onregelmatigheden werden aangetroffen, werd een gerechtelijk onderzoek onvermijdelijk. Op 19 oktober voerde het parket van Brussel in het kader van een fraudeonderzoek huiszoekingen op de hoofdzetel van de Nationale Bank, waardoor de positie van van Zeeland als premier onhoudbaar werd, ook al werd hij niet persoonlijk geviseerd in het onderzoek. Op 25 oktober 1937 bood hij aan koning [[Leopold III van België|Leopold III]] het ontslag van de regering aan.<ref>[https://www.dbnl.org/tekst/louy001belg01_01/louy001belg01_01_0026.php Paul LOUYET, ''België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1: De verloren vrede (1918/1939), Hoofdstuk 24: De krisis van het Belgisch parlementair regime], 1973.</ref>
 
De koning aanvaardde het ontslag en belastte de regering met de afhandeling van de [[regering van lopende zaken|lopende zaken]].<ref>''De Regeering Van Zeeland neemt ontslag'', [[Gazet van Antwerpen]], 26 oktober 1937.</ref> De volgende dag vatte het staatshoofd de raadplegingen met het oog op de vorming van de nieuwe regering aan en ontving hij Kamervoorzitter [[Camille Huysmans]], Senaatsvoorzitter [[Romain Moyersoen]] en [[minister van Staat (België)|ministers van Staat]] [[Paul Hymans]] (liberaal), [[Cyrille Van Overbergh]] (katholiek)<ref>''De koning heeft zijne raadplegingen begonnen'', Gazet van Antwerpen, 26 oktober 1937.</ref> en [[Adolphe Max]] (liberaal), [[Paul De Mont]], voorzitter van de Senaatsfractie van de fascistische partij [[Rex (partij)|Rex]], [[Frans Fischer]], voorzitter van de socialistische Kamerfractie, minister van Staat [[Albert Devèze]] (liberaal), voormalig eerste minister [[Charles de Broqueville]] (katholiek), voormalig minister [[Paul Tschoffen]] (katholiek), BWP-POB-voorzitter [[Emile Vandervelde]] en [[Alfons Verbist (1888-1974)|Alfons Verbist]] en [[Giovanni Hoyois]], voorzitters van het [[Katholiek Blok]].<ref>''De Koning heeft zijn gebruikelijke raadplegingen vervolgd'', Gazet van Antwerpen, 27 oktober 1937.</ref> De volgende dag kwamen [[Hendrik Borginon]], voorzitter van de Kamerfractie van het Vlaams-nationalistische [[Vlaamsch Nationaal Verbond|VNV]], en minister van Staat [[Paul-Emile Janson]] (liberaal) op audiëntie,<ref>''De koning zet zijn raadplegingen voort'', Gazet van Antwerpen, 28 oktober 1937.</ref> op 28 oktober gevolgd door gewezen minister Gustaaf Sap (katholiek), [[Henri Carton de Wiart]], voorzitter van de katholieke Kamerfractie, de liberale partijvoorzitter [[Emile Coulonvaux]] en [[Charles d'Aspremont Lynden]], voorzitter van de [[Federatie van Katholieke Kringen en Conservatieve Verenigingen]], de conservatieve vleugel van dehet KatholiekeKatholiek PartijBlok.<ref>''De raadplegingen van donderdagmorgen'', Gazet van Antwerpen, 28 oktober 1937.</ref>
 
===Formateur Hendrik de Man (28 oktober - 30 oktober 1937)===
Regel 49:
Dezelfde dag werd minister van Buitenlandse Zaken [[Paul-Henri Spaak]] (POB) door de koning verzocht om een regering te vormen, maar hij hield zijn antwoord in beraad.<ref>''Heer Spaak belast met de regeringsvorming'', Gazet van Antwerpen, 5 november 1937.</ref> Eerst wilde hij een consultatieronde voeren met de socialisten, katholieken en liberalen alvorens hij definitief antwoord zou geven.<ref>''De heer Spaak heeft zijn raadplegingen begonnen'', Gazet van Antwerpen, 6 november 1937.</ref> Nadat zijn consultatieronde gunstig was verlopen, aanvaardde Spaak op 6 november 1937 zijn formateursopdracht.<ref>''Heer Spaak ten paleize'', Gazet van Antwerpen, 6 november 1937.</ref> Dezelfde dag onderhandelde hij met de drie traditionele partijen over de verdeling van de ministerportefeuilles in de volgende regering. Spaak wilde de socialisten zes ministerposten geven (inclusief het premierschap), de katholieken zouden vijf ministers krijgen en de liberalen mochten hun drie ministers behouden. Ook de onafhankelijke minister van Landsverdediging [[Henri Denis (Belgisch militair)|Henri Denis]], die aan de liberalen werd gelieerd, zou op post blijven. De katholieken waren het daar niet mee eens en eisten evenveel ministerposten als de socialisten, terwijl de liberalen wel tevreden waren.<ref>''Heer Spaak ontmoet moeilijkheden bij het verdeelen der portefeuilles'', Gazet van Antwerpen, 7 november 1937.</ref>
 
Op 7 november werkte Spaak een nieuw plan uit over de verdeling van de portefeuilles. De liberalen uitten de dag nadien hun ongenoegen over de verdeling van de bevoegdheden binnen de regering: ze vonden het niet kunnen dat een katholiek minister van Middenstand zou worden.<ref>''Heer Spaak bespreekt de verdeeling der portefeuilles'', Gazet van Antwerpen, 8 november 1937.</ref> Bij de katholieken bleek er verzet te bestaan tegen een socialistische minister van Binnenlandse Zaken.<ref>''Heer Spaak ontmoet moeilijkheden aan katholieke zijde'', Gazet van Antwerpen, 9 november 1937.</ref> Dezelfde dag kwam Spaak met de katholieke en liberale onderhandelaars overeen om geen minister van Middenstand aan te stellen en de ministerpost Binnenlandse Zaken aan de liberalen te geven. De volgende dag ontstond er ongenoegen binnen dehet KatholiekeKatholiek PartijBlok (vooral bij de conservatieve vleugel) over de verdeling van de bevoegdheden in de regering, die de katholieken te weinig invloed in de regering zouden geven. Hierdoor besloten de aangezochte ministers Hubert Pierlot en [[Charles du Bus de Warnaffe]] uit de regering te blijven. Ook binnen de Liberale Partij was er ongenoegen over het feit dat hun drie ministers in de regering allemaal vervangen zou worden, een voorwaarde die de socialist [[Hendrik de Man]] had gesteld om in de regering te treden.<ref>''De liberalen herzien hun houding'', Gazet van Antwerpen, 10 november 1937.</ref> Hierop besloten de liberalen het aanblijven van ministens een van hun zittende ministers te eisen, waardoor de aangezochte ministers Octave Dierckx, [[Emile Jennissen]] en [[Arthur Vanderpoorten]] zich ook terugtrokken. Ondanks alle moeilijkheden bleef Spaak op verzoek van de koning wel aan als formateur.<ref>''Op verzoek van den koning zet heer Spaak zijn onderhandelingen voort'', Gazet van Antwerpen, 10 november 1937.</ref> Nadat verschillende liberale en katholieke politici een ministerpost hadden geweigerd, gooide Spaak op 10 november 1937 de handdoek in de ring en werd hij van zijn formateursopdracht ontheven.<ref>''Heer Spaak geeft het op'', Gazet van Antwerpen, 11 november 1937.</ref>
 
===Informateur Paul-Emile Janson (11 november - 19 november 1937)===