Lazar Kaganovitsj: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Kromme zin verbeterd.
Regel 4:
Kaganovitsj' ouders waren zeer vrome [[Joden]]. Zijn vader was een schoenmaker. In [[1911]] sloot Kaganovitsj zich aan bij de bolsjewistische vleugel ([[Bolsjewieken]]) van de [[Russische Sociaal Democratische Arbeiderspartij]] (RSDAP). In [[1920]] werd hij voorzitter van de regering van [[Tasjkent]] (Centraal-Azië). Hij bleek een kundig en krachtdadig organisator en politicus met een explosief karakter. Hij was het brein achter de militarisering van de partij. In [[1924]] werd hij lid van het [[Centraal Comité van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie|Centraal Comité]] van de [[Communistische Partij van de Sovjet-Unie|Communistische Partij]] en was van [[1925]] tot [[1928]] partijsecretaris van [[Kiev]]. Kaganovitsj onderscheidde zich als aanhanger en vertrouwensman van [[Jozef Stalin|Stalin]] en steunde diens [[collectivisatie]] van de landbouw en de uitschakeling van de ''[[Koelak (boeren)|koelak]]ken''. In Moskou was hij de uitvoerder van [[Jozef Stalin|Stalin]]s moderniseringspolitiek, dat wil zeggen: de verwoesting van oude kerken en historische gebouwen ten behoeve van de stalinistische architectuur. Onder Kaganovitsj' supervisie werd ook de wereldberoemde [[metro van Moskou]] aangelegd door de broer van de latere Nederlandse minister-president [[Wim Schermerhorn|Schermerhorn]], [[Dirk Schermerhorn (ingenieur)|Dirk Schermerhorn]], die echter door Kaganovitsj' toedoen in 1936 werd gearresteerd en in 1937 geëxecuteerd. Schermerhorn had namelijk geweigerd het geforceerde bouwtempo voor zijn verantwoording te nemen.
 
In [[1930]] werd Kaganovitsj lid van het [[Politbureau van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie|Politbureau]] en partijsecretaris van [[Moskou]]. In [[1931]] en [[1932]] was hij actief betrokken bij de dekoelakisatie op het platteland, waaronder in de [[Oekraïne]], waar hij onder meer toezicht hield op deportaties van 'koelakken' en confiscaties van de graanoogst leidend tot een van de grootste hongersnoden in de geschiedenis. Deze hongersnood resulteerde in miljoenen doden, variërendschattingen variëren tussen de zes en acht miljoen.<ref>[http://www.britannica.com/EBchecked/topic/612921/Ukraine/30078/Soviet-Ukraine|Encyclopedia Britannica] kop: 'Industrialization and collectivization'</ref> Deze hongersnood werd later de '[[Holodomor]]' genoemd. Kaganovitsj werd in [[1935]] volkscommissaris (minister) van Transport en Zware Industrie. In [[1939]] werd hij volkscommissaris van Brandstof en was hij aanwezig bij het sluiten van het [[Molotov-Ribbentroppact]], het niet-aanvalsverdrag tussen [[nazi-Duitsland]] en de Sovjet-Unie. Van [[1940]] tot [[1941]] was hij volkscommissaris voor de olie-industrie.
 
Na de [[Tweede Wereldoorlog]] werd hij opnieuw naar de [[Oekraïne]] gezonden. Daar kwam hij in conflict met de latere Sovjet-leider [[Nikita Chroesjtsjov]]. Na Stalins dood in [[1953]] was hij een verklaard tegenstander van destalinisatie. In [[1955]] moest hij een deel van zijn functies neerleggen na verzet tegen de voorbereiding van de destalinisatie. Chroesjtsjov vertelde daarover: "Kaganovitsj was zo'n jaknikker dat hij de keel van zijn eigen vader zou hebben doorgesneden als Stalin die met zijn ogen zou hebben aangewezen, met de mededeling dat het in belang van de Stalinistische zaak was. Hij argumenteerde tegen mij in de egoïstische angst die hij voor zijn eigen hachje voelde, hij wilde ontsnappen aan elke verantwoordelijkheid. Als er misdaden begaan waren, dan wilde Kaganovitsj maar één ding, er zeker van zijn dat alle sporen die hij had achtergelaten werden uitgewist."<ref>Nikita Chroesjtsjov, ''Souvenirs'', Éditions Robert Laffont, pag. 330</ref><ref>''Zwartboek van het Communisme'', misdaden terreur onderdrukking, Stépane Courtois, Rémi Kauffer e.a., 1083 pag., Uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam (1998), Pagina 35, ISBN 90-295-5838-5</ref>