Gebruiker:Koen Verbiest/Kladblok: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Na de [[Belgische verkiezingen 19391936|verkiezingen voor het Belgisch Parlement]] op 224 aprilmei 19391936 ging de '''formatie van een nieuwe [[Belgische regering]]''' van start. De formatie duurde dagen en leidde tot de vorming van de [[regering-PierlotVan Zeeland II]].
 
== Verloop van de formatie ==
Regel 8:
AlignBars = early
DateFormat = dd/mm/yyyy
Period = from:01/0903/19441939 till:01/01/19451941
TimeAxis = orientation:horizontal
ScaleMajor = unit:month increment:1 start:01/01/19451940
ScaleMinor = unit:month increment:1 start:01/09/19441939
Colors =
id:canvas value:rgb(0.97,0.97,0.97)
Regel 19:
PlotData=
width:10 align:left fontsize:S shift:(5,-5) anchor:till barset:Rulers
from: 2105/0904/19441939 till: 2212/0904/19441939 color:orange text:"FormateurInformateur RomainHubert MoyersoenPierlot"
from: 2212/0904/19441939 till: 2418/0904/19441939 color:orange text:"Formateur PaulHubert TschoffenPierlot"
from: 2404/0901/19441940 till: 2605/0901/19441940 color:orange text:"Formateur Hubert Pierlot"
 
from: 04/04/1939 till: 16/04/1939 color:orange text:"Regering-Pierlot I (ontslagnemend)"
from: 16/04/1939 till: 03/09/1939 color:orange text:"Regering-Pierlot II"
from: 03/09/1939 till: 04/01/1940 color:orange text:"Regering-Pierlot III"
from: 04/01/1940 till: 05/01/1940 color:orange text:"Regering-Pierlot III (ontslagnemend)"
from: 05/01/1940 till: 31/10/1940 color:orange text:"Regering-Pierlot IV"
barset:skip</timeline>
 
===Aanloop naar de formatie===
Op 224 aprilmei 19391936 vonden vervroegde parlementsverkiezingen plaats, in een periode van zware economische crisis. De traditionele partijen, die deel uitmaakten van de [[regering-Van Zeeland I]], kregen zware klappen: de [[Katholiek Blok|Katholieke Partij]], wonbij 2,5de procentvorige tenverkiezingen opzichtein van1932 nog de vorigegrootste verkiezingenpartij, enverloor werdmaar metliefst 30tien procent, vanbehaalde denog stemmen27,6 opnieuwprocent van de grootstestemmen partijen vanmoest België.haar Depositie katholiekenals namengrootste dezepartij fakkelafstaan over vanaan de socialistische [[Belgische Werkliedenpartij|BWP-POB]], die ruim32 2procent behaalde,5 procentpuntmaar verloorook en bijna 29,5vijf procent van de stemmen behaaldeverloor. De derde grootstetraditionele partij was, de [[Liberale Partij (België)|Liberale Partij]], diedaalde afkloktevan op14 17naar 12,4 procent. vanDe degrote stemmenwinnaars enwaren bijnade vijfradicale procent vooruitging. Het Vlaams-nationalistischepartijen: [[VlaamschRex Nationaal Verbond(partij)|VNVRex]], boektede lichtefascistische winstpartij enonder steegleiding van 7 naar bijna 8,5 procent. De communistische [[KommunistischeLéon Partij van België|KPB-PCBDegrelle]], gingbehaalde achteruitbij enzijn daaldeeerste vanverkiezingsdeelname 6meteen naarbijna 411,65 procent. De grootste verliezer van de verkiezingen wasstemmen, het fascistischeVlaams-nationalistische [[RexVlaamsch Nationaal (partij)Verbond|RexVNV]] vanging [[Léoneen Degrelle]]:procent invooruit 1936en haaldemocht de7 partijprocent nogvan bijnade 11,5stemmen procentoptekenen vanen de stemmen,communistische in[[Kommunistische 1939Partij bleefvan daarBelgië|KPB-PCB]] nogbehaalde maar6 4procent,25 procenteen verdubbeling van overhaar resultaat in 1932.<ref>[http://www.ibzdgip.fgov.be/result/nl/result_ko.php?date=19391936-0405-0224&vt=CK&ko_type=KO_RK&ko=263&party_id=3468 Resultaten Kamerverkiezingen 224 aprilmei 19391936], verkiezingsdatabase.fgov.be.</ref>
 
Twee dagen na de verkiezingen, op 4 april<ref>''Eerste indrukken over den uitslag der verkiezingen'', [[Gazet van Antwerpen]], 3 april 1939.</ref>, bood premier [[Hubert Pierlot]] (Katholieke Partij) aan koning [[Leopold III van België|Leopold III]] het ontslag van de [[regering-Pierlot I]] (katholieken en socialisten) aan. In tegenstelling tot wat de gewoonte was aanvaardde de koning het ontslag van de regering niet, omdat een [[regering van lopende zaken]] onvoldoende slagkracht had in tijden van economische crisis en de militaire dreiging vanuit [[Nazi-Duitsland]]. Dezelfde dag nog begon het staatshoofd aan de raadplegingen met het oog op de vorming van de nieuwe regering en ontving hij Senaatsvoorzitter [[Romain Moyersoen]], [[Adolphe Max]], voorzitter van de liberale Kamerfractie, minister van Arbeid [[Arthur Wauters]] (POB), [[Henri Carton de Wiart]], voorzitter van de katholieke Kamerfractie, [[minister van Staat (België)|minister van Staat]] [[Albert Devèze]] (LP)<ref>''De Regeering neemt nog geen ontslag'', Gazet van Antwerpen, 4 april 1939.</ref>, Kamervoorzitter [[Camille Huysmans]] en voormalig eerste minister [[Paul-Henri Spaak]] (POB).<ref>''De politieke toestand'', Gazet van Antwerpen, 5 april 1939.</ref> De volgende dag werden de audiënties afgerond met de ontvangst van de katholieke ministers van Staat [[Cyrille Van Overbergh]] en [[Jules Poncelet]].
 
===Informateur Hubert Pierlot (5 april - 12 april 1939)===
[[File:Hubert Pierlot 1947.jpg|thumb|Hubert Pierlot.]]
Na afloop van de consultaties werd Hubert Pierlot aangesteld tot [[informateur]]. Zijn opdracht hield in dat hij de koning op de hoogte moest stellen van de voorwaarden waaronder een nieuwe regering tot stand kon worden gebracht, met een programma dat zou beantwoorden aan de verkiezingsuitslag en de toestand van het land.<ref>''De heer Pierlot met de voorbereiding in de regeringsvorming belast'', Gazet van Antwerpen, 5 april 1939.</ref> Pierlots voorkeur ging uit naar een drieledige regering van katholieken, socialisten en liberalen. De socialisten waren door hun nederlaag echter niet erg geneigd om in een dergelijke coalitie te stappen.
 
In de avond van 5 april ontving Pierlot een liberale delegatie bestaande uit Kamerfractieleider Adolphe Max, Senaatsfractieleider [[Paul Henricot]] en ministers van Staat [[Paul Hymans]] en Albert Devèze om na te gaan onder welke voorwaarden de liberalen bereid waren om in een regering te stappen.<ref>''De heer Pierlot ontvangt de liberalen'', Gazet van Antwerpen, 6 april 1939.</ref> De dag daarna ontving de informateur een katholieke delegatie samengesteld uit minister [[Hendrik Marck]], fractievoorzitters Henri Carton de Wiart (Kamer) en Cyrille Van Overbergh (Senaat), [[Alfons Verbist (1888-1974)|Alfons Verbist]] en [[Giovanni Hoyois]], de voorzitters van het [[Katholiek Blok]], en [[Charles d'Aspremont Lynden]], voorzitter van de [[Federatie van Katholieke Kringen en Conservatieve Verenigingen]].<ref>''Ook de katholieken vreezen dat de regeringsvorming lang zal duren'', Gazet van Antwerpen, 7 april 1939.</ref> Op 7 april besliste de partijraad van de BWP om zich nog niet uit te spreken over een drieledige regering en het initiatief in de regeringsvorming over te laten aan de katholieken en liberalen. De socialisten zouden pas aan onderhandelingen deelnemen als de voorwaarden van de katholieken en de liberalen om een drieledige regering te vormen aanvaardbaar waren voor de partij.<ref>''De Algemene Raad van BWP treft geen besluit'', Gazet van Antwerpen, 8 april 1939.</ref> De BWP-POB verzette zich bijvoorbeeld tegen elke vorm van [[deflatie (economie)|deflatie]] en wilde geen verlaging van de lonen, de pensioenen en de werkloosheidsuitkeringen.
 
Dezelfde dag en de dag nadien raadpleegde Pierlot de socialistische minister [[Eugène Soudan]] (Buitenlandse Zaken), de katholieke minister [[August de Schryver]] (Justitie), [[Camille Gutt]] (Financiën), de onafhankelijke ministers [[Edgar Blancquaert]] (Openbaar Onderwijs) en [[Henri Denis (militair)|Henri Denis]] (Landsverdediging) en de invloedrijke diplomaat [[Pierre van Zuylen]] om het programma van de volgende regering te bespreken.<ref>''De besprekingen van zaterdag'', Gazet van Antwerpen, 10 april 1939.</ref> Op maandag 10 april had Pierlot opnieuw een onderhoud met minister van Financiën Camille Gutt en raadpleegde hij eveneens de socialistische ministers Eugène Soudan, [[Arthur Wauters]] (Arbeid en Sociale Voorzorg) en [[Willem Eekelers]] (Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid).<ref>''Het standpunt van de socialisten'', Gazet van Antwerpen, 11 april 1939.</ref> De volgende dag werden de voormalige socialistische ministers Paul-Henri Spaak, [[Achille Delattre]] en [[Joseph Merlot]] ontvangen.<ref>''De socialisten opnieuw bij den heer Pierlot'', Gazet van Antwerpen, 11 april 1939.</ref> Tijdens de besprekingen op 10 en 11 april legde Pierlot aan de socialistische politici voorstellen voor omtrent het regeringsprogramma<ref>''De partijen zullen verder beraadslagen'', Gazet van Antwerpen, 12 april 1939.</ref> en op 12 april werden de liberalen op de hoogte gesteld van het resultaat van de gesprekken met de socialisten.<ref>''De Politieke Toestand'', Gazet van Antwerpen, 12 april 1939.</ref> Dezelfde dag nog ontving Pierlot een katholieke delegatie, nadat de socialisten en liberalen garanties hadden gevraagd van de Katholieke Partij, en diende hij bij de koning zijn eindverslag als informateur in.
 
===Formateur Hubert Pierlot (12 april - 18 april 1939)===
Nadat Pierlot zijn eindverslag als informateur had ingediend, werd hij door de koning aangesteld tot [[formateur]].<ref>''De koning ontbiedt politieke personaliteiten'', Gazet van Antwerpen, 13 april 1939.</ref> De volgende dag gaven de socialisten aan dat ze bereid waren om in een regering van nationale eenheid te stappen, op voorwaarde dat er geen deflatiemaatregelen werden doorgevoerd. Dezelfde dag voerde Pierlot overleg met zijn partij om zijn voorstellen over het regeringsprogramma bij te schaven<ref>''De Regeeringsvorming'', Gazet van Antwerpen, 14 april 1939.</ref>. Op 14 april onderhandelde hij dan met de katholieken Henri Carton de Wiart en [[Hendrik Heyman]], de socialisten Paul-Henri Spaak en Willem Eekelers en de liberalen Adolphe Max en Albert Devèze over zijn aangepaste voorstellen<ref>''Belangrijke besprekingen'', Gazet van Antwerpen, 14 april 1939.</ref> en werd overeenstemming bereikt over het regeringsprogramma.<ref>''Accoord over het regeringsprogramma'', Gazet van Antwerpen, 15 april 1939.</ref>
 
De socialisten wensten echter niet te onderhandelen over de verdeling van de ministerportefeuilles zolang niet duidelijk was of hun partijcongres zou instemmen met regeringsdeelname.<ref>''Socialisten weigeren in de Regeering te treden voordat hun congres uitspraak zal hebben gedaan'', Gazet van Antwerpen, 15 april 1939.</ref> De katholieken en liberalen hadden bezwaar tegen deze werkwijze en besloten daarom op 15 april tot de vorming van een tweeledige regering over te gaan.<ref>''De heer Pierlot hoopt vandaag een tweeledige katholiek-liberale regering te vormen'', Gazet van Antwerpen, 16 april 1939.</ref> Op 16 april kwamen de katholieken Charles d'Aspremont Lynden, Hendrik Marck en [[Gustaaf Sap]] en de liberalen Adolphe Max en Albert Devèze onder leiding van Pierlot samen om de laatste hand te leggen aan een tweeledige regering. Dezelfde dag nog kwamen de socialisten terug op hun besluit om de beslissing van hun congres af te wachten, waarna Paul-Henri Spaak en Eugène Soudan zich bij de onderhandelingen van de katholieken en de liberalen voegden.<ref>''De onderhandelingen van Zondag'', Gazet van Antwerpen, 17 april 1939.</ref> Op de avond van 16 april werd een akkoord bereikt over de verdeling van de ministerportefeuilles: vijf katholieken, vijf socialisten, drie liberalen en drie onafhankelijken. De volgende dag werden 14 van de 16 ministers van de [[regering-Pierlot II]] beëdigd, de aangezochte socialistische ministers Spaak (Buitenlandse Zaken) en [[Louis Piérard]] (Werkverschaffing) wachtten de beslissing van hun partijcongres af alvorens ze de eed zouden afleggen. Op 17 april besliste het socialistisch congres met een kleine meerderheid om regeringsdeelname af te wijzen<ref>''Het Congres der Belgische Werkliedenpartij verwerpt de medewerking aan de Regeering'', Gazet van Antwerpen, 18 april 1939.</ref>, waardoor de socialistische ministers zich terugtrokken uit de regering. De katholieken en liberalen vormden vervolgens een tweeledige regering, waarbij het programma waarover met de socialisten overeenstemming werd bereikt, werd behouden (handhaven van de [[neutraliteitspolitiek]] en de sociale wetgeving, geen verlaging van de lonen, voortzetting van de besparingen, striktere toepassing van de taalwetten, de hervorming van het onderwijs, aan het parlement volmachten vragen om begroting in evenwicht brengen en financieel herstel te bereiken). Ook werd beslist om de drie socialistische ministers (Eugène Soudan, Arthur Wauters en Willem Eekelers) te vervangen door een liberale ([[Marcel-Henri Jaspar]]) en een katholieke minister ([[Antoine Delfosse]]). Op 18 april legden de nieuwe ministers de eed af. Op 25 april 1939 werd in de Kamer de regeerverklaring voorgelezen door premier Pierlot in het Frans en minister [[Arthur Vanderpoorten]] (liberaal) in het Nederlands, een dag later las minister Albert Devèze in de Senaat de regeerverklaring voor. Op 26 april gaf de Kamer haar vertrouwen aan de regering-Pierlot II, op 28 april deed de Senaat hetzelfde.
 
Op 26 mei bood premier [[Paul van Zeeland]] (katholiek) aan koning [[Leopold III van België|Leopold III]] het ontslag van zijn regering aan, waarna de regering-Van Zeeland I belast werd met de afhandeling van de [[regering van lopende zaken|lopende zaken]]. De volgende dag begon de koning aan zijn raadplegingen met het oog op de regeringsvorming: die dag kwamen de socialistische politici [[Emile Vandervelde]] (partijvoorzitter), [[Paul-Henri Spaak]] (minister van Verkeerswezen), [[Hendrik de Man]] (minister van Openbare Werken), [[Arthur Wauters]] (politiek directeur van de socialistische krant ''[[Le Peuple]]'') en [[Camille Huysmans]] (voormalig minister) en Kamervoorzitter [[Jules Poncelet]] op audiëntie.<ref>''De koning heeft zijne beraadslagingen begonnen'', [[Gazet van Antwerpen]], 27 mei 1936.</ref> Later die dag werden ook nog Senaatsvoorzitter [[Maurice August Lippens]], de katholieke ministers [[Philip Van Isacker]] (Economische Zaken), [[August de Schryver]] (Landbouw) en [[Charles du Bus de Warnaffe]] (Binnenlandse Zaken) en [[Charles d'Aspremont Lynden]], voorzitter van de [[Federatie van Katholieke Kringen en Conservatieve Verenigingen]], ontvangen.<ref>''De Regeeringsvorming'', Gazet van Antwerpen, 28 mei 1936.</ref> Op 28 mei werden de liberale politici [[Paul-Emile Janson]] (voormalig minister van Justitie), [[Paul Hymans]] (minister zonder Portefeuille) en [[Marcel-Henri Jaspar]] (Kamerlid)<ref>''De koning zet de raadplegingen voort'', Gazet van Antwerpen, 28 mei 1936.</ref>, [[Adolphe Max]] (voorzitter van de liberale Kamerfractie) en [[Léon Dens]] (partijvoorzitter) geraadpleegd, alsook REX-leider Léon Degrelle en VNV-leider [[Staf de Clercq]].<ref>''De koning zet de raadplegingen voort'', Gazet van Antwerpen, 29 mei 1936.</ref> De volgende dag was het beurt aan [[Hendrik Borginon]], Kamerfractieleider van het VNV, [[Joseph Jacquemotte]], secretaris-generaal van de KPB-PCB, de liberale politici [[Albert Devèze]] (minister van Landsverdediging), [[Octave Dierckx]] (Senaatsfractieleider), [[Emile Jennissen]] (Kamerlid) en [[François Bovesse]] (voormalig minister) en voormalig eerste minister [[Henri Jaspar]] (katholiek).<ref>''De raadplegingen van vrijdag voormiddag'', Gazet van Antwerpen, 29 mei 1936.</ref> Op 30 mei consulteerde de koning oud-premier [[Charles de Broqueville]] (katholiek), [[Frans Van Cauwelaert]], voorzitter van de ''Katholieke Vlaamse Kamergroep'' en de voormalige katholieke minister [[Hendrik Heyman]], voorzitter van de christelijke arbeidersbeweging [[Algemeen Christelijk Werknemersverbond|ACW]]<ref>''Heer Van Cauwelaert ten paleize ontvangen'', Gazet van Antwerpen, 30 mei 1936.</ref> en op 1 juni voltooide de koning zijn consultaties met de ontvangst van [[Henri Carton de Wiart]], voorzitter van de katholieke Kamerfractie, gewezen eerste minister [[Georges Theunis]] (katholiek).<ref>''De koning stuurt aan op een nationale regering met een socialistisch eerste minister'', Gazet van Antwerpen, 2 juni 1936.</ref>
==Vorming regering-Pierlot III==
Op 1 september 1939 vielen de [[Nazi-Duitsland|nazi's]] [[Tweede Poolse Republiek|Polen]] binnen, waarna [[Derde Franse Republiek|Frankrijk]] en het [[Verenigd Koninkrijk]] twee dagen later de oorlog verklaarden aan Nazi-Duitsland. Omdat de vrees bestond dat België, dat een neutraliteitspolitiek handhaafde, betrokken zou raken in het conflict, werd het Belgisch leger [[mobilisatie|gemobiliseerd]] om een mogelijke aanval vanuit Nazi-Duitsland tegen te gaan. In deze tijden van oorlogsdreiging zag Pierlot zich genoodzaakt om zijn katholiek-liberale regering uit te breiden met de socialisten en een regering van nationale eenheid te vormen. Op 3 september vroeg Pierlot in naam van de koning aan de socialisten om deel uit te maken van de regering. Het partijbureau van de BWP-POB, dat in spoedzitting bijeenkwam, ging hiermee akkoord en dezelfde dag nog kregen de socialisten vijf ministers toegewezen, waardoor de regering vanaf dan 18 leden telde: voorzitter [[Hendrik de Man]] werd minister zonder Portefeuille, Paul-Henri Spaak volgde Pierlot op als minister van Buitenlandse Zaken, [[Eugène Soudan]] volgde Paul-Emile Janson (liberaal) op als minister van Justitie, [[August Balthazar]] volgde Antoine Delfosse (katholiek) op als minister van Arbeid en Sociale Voorzorg en [[Arthur Wauters]] kreeg de nieuwe bevoegdheid Nationale Voorlichting. Janson en Delfosse bleven in de regering als minister zonder Portefeuille en minister van Bevoorrading.<ref>''Heer Pierlot vormt een regeering van nationale unie'', Gazet van Antwerpen, 4 september 1939.</ref> De nieuwe ministers van de [[regering-Pierlot III]] legden dezelfde dag nog de eed af. Op 5 september werd in het parlement de regeerverklaring voorgelezen door premier Pierlot in het Frans en minister Hendrik de Man (BWP) in het Nederlands.
 
Op 1 juni werd ontslagnemend premier Paul van Zeeland aangezocht om een regering te vormen, maar hij wees het aanbod van de koning af.
==Vorming regering-Pierlot IV==
===Formateur Hubert Pierlot (4 januari - 5 januari 1940)===
De regering-Pierlot III kreeg de kritiek dat ze te veel ministers telde om een efficiënt beleid te kunnen voeren en daarom besloot premier Pierlot begin 1940 om zijn regering te herschikken. Op 4 januari bood hij aan koning Leopold III het ontslag van de regering aan, waarna Pierlot de opdracht kreeg om zo snel mogelijk verslag uit te brengen betreffende de wijzigingen die aan de regering moesten worden aangebracht.<ref>''De regeering Pierlot heeft ontslag genomen'', Gazet van Antwerpen, 5 januari 1940.</ref> Een dag later bereikte de formateur een akkoord over de samenstelling van de nieuwe regering.<ref>''De nieuwe regeering Pierlot is samengesteld'', Gazet van Antwerpen, 6 januari 1940.</ref> De [[regering-Pierlot IV]] telde 14 ministers: 5 katholieken, 4 socialisten, 3 liberalen en 2 onafhankelijken. Albert Devèze (LP) werd als minister van Binnenlandse Zaken opgevolgd door zijn partijgenoot Arthur Vanderpoorten, die op Openbare Werken werd vervangen door [[Léon Matagne]] (POB), Hendrik Marck (KP) werd als minister van Verkeerswezen opgevolgd door Antoine Delfosse, [[Jules Duesberg]] (onafhankelijk) werd op Openbaar Onderwijs opgevolgd door Eugène Soudan (BWP), die op zijn beurt als minister van Justitie werd vervangen door Paul-Emile Janson (LP). Minister zonder Portefeuille Hendrik de Man (BWP) en minister van Nationale Voorlichting Arthur Wauters (POB) verdwenen uit de regering en werden niet vervangen. Door de oorlogsdreiging werd beslist om geen regeerverklaring te houden.
 
{{Appendix}}