NS 4000: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
commonscat toegevoegd
Info toevoeging
Regel 34:
De serie '''NS 4000''' was een serie [[stoomlocomotief|sneltreinstoomlocomotieven]] van de [[Nederlandse Spoorwegen]] van [[1945]] tot [[1956]].
 
== Geschiedenis ==
Al in de [[Tweede Wereldoorlog]] bestelde de Nederlandse regering in [[Londen]] 50 [[stoomlocomotief|stoomlocomotieven]] bij de [[Zweden|Zweedse]] fabriek [[Nydqvist & Holm AB]] (NOHAB) te [[Trollhättan (stad)|Trollhättan]] om de door oorlogshandelingen sterk uitgedunde vloot locomotieven snel op peil te kunnen brengen. Om tijd te sparen koos men voor bestaande modellen van typisch Zweedse locomotieven. Het betrof hier 15 stuks sneltreinlocomotieven met de [[asindeling]] 2'C en 35 stuks goederenlocomotieven met de asindeling D. De sneltreinlocomotieven werden ingedeeld in de serie NS 4000 en de goederenlocomotieven in de serie [[NS 4700]].
Na de bezetting van Nederland door de [[Wehrmacht|Duitse Wehrmacht]] moest de [[Nederlandse Spoorwegen|NS]] een groot aantal locomotieven afstaan ​​aan de [[Deutsche Reichsbahn]]. Aan het einde van [[Tweede Wereldoorlog|de oorlog]] waren 466 van de 866 stoomlocomotieven die van de NS waren naar Duitsland gereden en 83% van de diesel- en elektrische treinstellen afgevoerd. De Nederlandse regering in Londen bestelde daarom al in 1942 nieuwe stoomlocomotieven bij [[Nydqvist & Holm AB]] (NOHAB) in het neutrale [[Zweden]] om het aan het einde van de oorlog verwachte voertuigtekort te verhelpen. Het betrof 15 stuks sneltreinlocomotieven met de [[asindeling]] 2'C en 35 stuks goederenlocomotieven met de asindeling D. De sneltreinlocomotieven werden ingedeeld in de serie NS 4000 en de goederenlocomotieven in de serie [[NS 4700]]. hoewel de NS had aangenomen dat na het einde van de levering van de [[NS 6300]] serie zou zij geen stoomlocomotieven meer wou aanschaffen.
 
== Ontwerp ==
De NS 4000 was een voor Nederlandse begrippen uiterst moderne loc met drie cilinders; alle cilinders dreven de eerste gekoppelde as aan. Het voorbeeld van de 4000 reed bij de Zweedse particuliere spoorwegmaatschappij Bergslagernas en voldeed daar prima, ze waren afgeleid van het type 'H3s'. Zo liepen alle assen op [[SKF (kogellagerfabrikant)|SKF]]-[[kogellagerKogellager|kogellagers]]s, de achterzijde van het gestroomlijnde machinistenhuis was geheel afgesloten met een [[vouwbalg]] aan de tender en de locomotieven beschikten over elektrische verlichting, dat door de NS uiteraard werd afgenomen.
 
De [[Tender (locomotief)|tender]] was van het Gölsdorf-type en de beide tweeassige draaistellen liepen ook op kogellagers. De tenders van de series 4000 en 4700 waren aan elkaar gelijk. Bij een nieuw nummerschema voor tenders van stoomlocomotieven, dat in 1949 werd ingevoerd, werden de tenders van de serie 4700 vernummerd naar 4016-4050, zodat een doorlopende, onderling uitwisselbare, serie ontstond.
 
De locomotieven oogden met hun kleine puntige rookkastdeur en grote windleiplaten erg fraai, maar echt handig was dit niet bij het schoonmaken van hetde vuurrookkast en het verwisselen van de vlampijpen. In de loop dervan de jaren werden de rookkastdeuren vervangen door grotere, afkomstig van afgevoerde Austerity-locomotieven van de series [[NS 4300]] en [[NS 5000 (WD)|NS 5000]]. Een grotere kwaal was dat de locomotieven beschikten over een stalen [[binnenvuurkist]]. Er werd dan ook besloten deze door koperen exemplaren te vervangen, wat een kostbare investering was, te meerook omdat voor deze verbouwing enkele extra ketels moesten worden aangeschaft, die ook weer van stalen binnenvuurkisten waren voorzien. Nadat elf locomotieven een nieuwe koperen binnenvuurkist hadden gekregen werd de verbouwing stopgezet. De 4002, 4003, 4011 en 4015 hadden toen nog een stalen binnenvuurkist.
 
== Technisch ==
De 4000'en liepen door hun driecilinderdrijfwerk zeer rustig en hebben direct na de [[Tweede Wereldoorlog]] belangrijke [[Sneltrein|snel-]] en [[D-trein]]en getrokken, qua vermogen en trekkracht deden ze niet onder voor de [[NS 3900]]. Door hun geringe eigen rolweerstand trokken ze wat sneller op dan de 3900. Als eerste van haar serie kwam loc 4001 op 17 maart 1946 in Utrecht aan. Ten gevolge van de [[elektrificatie van spoorlijnen in Nederland]] kregen de 4000'en na een korte periode waarin ze veel waardevolle diensten verrichtten steeds minder werk en trokken ze begin jaren 50 al buurtgoederentreinen of verschenen ze in de konvooidiensten, een sneltreinloc 'onwaardig'. In januari 1953 verloren de 4000'en de laatste D-treinen. De nog van stalen binnenvuurkisten voorziene machines werden toen direct buiten dienst gesteld. Van de locs met koperen binnenvuurkisten werden de eerste reeds in [[1954]] buiten dienst gesteld. Dat waren de 4001, 4004, 4007, 4010, 4012 en 4014. In 1955 volgden de 4005, 4006, 4008 en 4013. De 4009 werd uiteindelijk als laatste van haar serie in de herfst van 1956 buiten dienst gesteld.
Vergeleken met de voorheen overheersende sneltrein-stoomlocomotieven van de NS [[NS 3700|3700]]- en [[NS 3900|3900]]- serie had de NS 4000-serie veel verschillende kenmerken die nieuw en onbekend waren voor de Nederlandse spoorwegarbeiders. Vanwege de noordelijke temperaturen hadden de locomotieven een volledig gesloten cabine. Ook de voorruit van het machinistenhuis was geheel nieuw in Nederland. De locomotieven waren ontworpen als een drie cilinders, die elk werden aangedreven door Walschaerts stoomverdeling van de buitenste cilinders. De zandbak en stoomkoepel hadden een gemeenschappelijk omhulsel, ook een kenmerk van Zweedse locomotieven, net als de gebruikte tender wat gebaseerd was op een ontwerp van Karl Gölsdorf. Het was een erg populair ontwerp en werd veel gebruikt voor kkStB- locomotieven. De conische en relatief kleine rookkastdeur was typerend voor Zweedse ontwerpen.
 
De op alle assen gebruikte rollagers en de zelfreinigende rookkamer waren erg technisch geavanceerd in Nederland. Alle locomotieven waren in de fabriek uitgerust met rookleiplaten en vuurkisten van staal; deze laatste werden in 1952 bij elf locomotieven vervangen door een koperen variant. De elektrische verlichting van de motor, die voorheen onbekend was bij de NS, bleek behulpzaam in termen van entertainment Het zorgde ervoor dat de locomotieven de bijnaam “De Kerstboom” kregen.
Van de NS 4000 is geen enkel exemplaar bewaard, wel beschikt de [[Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij]] over twee Zweedse locomotieven van de serie B 1200 die eveneens door Nydqvist & Holm zijn vervaardigd en enigszins lijken op de 4000. In Zweden zijn wel nog twee locomotieven van de zusterserie 'H3s' bewaard gebleven.
 
== Dienst bij de NS ==
Verder zijn de tenders van locs 4003 en 4025 (4710) bewaard, die tot 1983 als waterwagen werden gebruikt voor de tot 1983 gebruikte [[slijptrein]], nu zijn ze in bezit van [[Hoogovens Stoom IJmuiden]], waar van de tender 4025 (4710) de bovenbouw is afgenomen en op het onderstel een generatorwagen is gebouwd.
De eerste locomotief werd in maart 1946 vanuit [[Zweden]] via [[Denemarken]] en [[Duitsland]] overgebracht en kwam op 17 maart aan in [[Hengelo (Gelderland)|Hengelo]]. Op 20 maart heeft ze met succes haar eerste testrit voltooid. In de herfst van 1946 waren alle locomotieven van de 4000-serie geleverd en in gebruik genomen. Ze waren eerst gestationeerd in [[Amsterdam]], daarna in [[Rotterdam]] - Feyenoord en [[Eindhoven]], waar ze naast snel- en reizigerstreinen ook goederentreinen moesten vervoeren.
 
Na de oorlog versnelde de NS de elektrificatie van het door de oorlog onderbroken Nederlandse spoorwegnet en al in 1947 werden de locomotieven van de serie 4000 verplaatst naar de depots in [[Zwolle]] en Amersfoort. Naast de vervanging door elektrische voertuigen droeg hieraan bij dat de locomotieven niet populair waren bij het Nederlandse personeel vanwege hun vaak onbekende bedieningselementen. Indien mogelijk werden de meer populaire "Jumbo's" van de [[NS 3700]] serie gebruikt. In Zwolle en [[Amersfoort]] reden ze aanvankelijk sneltreinen naar [[Leeuwarden (stad)|Leeuwarden]] en [[Groningen (stad)|Groningen]]. Vanaf 1948 waren alle locomotieven in Zwolle gestationeerd. In 1952 werden in Oost-Nederland de in aanmerking komende lijnen geëlektrificeerd. De locomotieven werden daarom vanuit Zwolle teruggebracht naar Amsterdam. Het lokale spoorwegdepot gebruikte ze weer voor zware sneltreinen naar [[Arnhem]] en het Duitse grensstation [[Emmericher Eyland|Emmerich]], waaronder belangrijke treinen zoals de "Holland-Italy Express", die vaak met een pilot locomotief gereden moesten worden, en de Amsterdamse vleugeltrein van de Rheingold. Vanaf januari 1953 kon er elektrisch gereden worden tot [[Arnhem]] en verloren de locomotieven hun plaats op deze treinen. Van 1954 tot begin 1956 werden ze uitgefaseerd, de overige locomotieven werden alleen nog gebruikt in het goederenvervoer en voor speciale diensten.
<br />
 
== Museum stukken ==
Van de NS 4000 is geen enkel exemplaar bewaard, wel beschikt de [[Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij]] over twee Zweedse locomotieven van de serie B 1200 die eveneens gebouwd zijn door [[NOHAB|Nydqvist & Holm]] zijn vervaardigd(NOHAB) en enigszins lijken op de 4000. In Zweden zijn wel nog twee locomotieven van de zusterserie 'H3s' bewaard gebleven.
 
Verder zijn de tenders van locs 4003 en 4025 (4710) bewaard, die totin 1983 als waterwagen werden gebruikt voor deen tot 1983 gebruikte [[als slijptrein]], die nu zijn ze in bezit zijn van [[Hoogovens Stoom IJmuiden]], waar de bovenbouw van de tender 4025 (4710) de bovenbouw is afgenomen en op het onderstel een generatorwagen is gebouwd.
 
== Foto's ==
Regel 72 ⟶ 81:
 
== Bronnen ==
{{Appendix|2={{References}}
{{References}}
* R.C. Statius Muller, A.J. Veenendaal jr., H. Waldorp: ''De Nederlandse stoomlocomotieven''. Uitg. De Alk, Alkmaar, 2005. {{ISBN|90 6013 262 9}}
* H. van Poll: Stoomtractie bij de Nederlandse Spoorwegen 1944 - 1958, Uitg. De Bataafse Leeuw, 1985. {{ISBN|90 6707 078 5}}
* Het Utrechts Archief}}
}}
{{Navigatie stoomlocomotieven Nederland}}{{Commonscat|NS 4000}}
[[Categorie:Locomotief van NOHAB]]