Afscheiding van 1834: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
KafiRobot (overleg | bijdragen)
k Verbetering aan de hand van Wikipedia:Wikiproject/Check Wikipedia met AWB
kopjes normaal (h2, h3)
Regel 2:
De '''Afscheiding van 1834''' is de aanduiding van een kerkelijke beweging in het Nederland van de [[19e eeuw]], die uiteindelijk heeft geleid tot zelfstandige gereformeerde kerken naast de [[Nederlandse Hervormde Kerk]]. De Afscheiding van [[1834]] heeft, hoewel klein begonnen, grote invloed gehad op de vorming van de [[gereformeerde gezindte]] binnen de moderne Nederlandse samenleving.
 
== De aanleiding tot de Afscheiding van 1834 ==
[[Bestand:Gereformeerd.svg|thumb|Ontstaan van de verschillende stromingen in Nederland]]
[[Bestand:Ontstaansgeschiedenis van kerken in Nederland.jpg|thumb|Ontstaansgeschiedenis van kerken in Nederland]]
{{Zie ook|Zie ook [[Protestantisme in Nederland]]}}
 
==== Kernpunten die leiden tot de Afscheiding van 1834 ====
De redenen dat men zich in 1834 van de [[Nederlandse Hervormde Kerk]] wilde afscheiden lagen vooral in de ontwikkelingen in [[Nederduitse Gereformeerde Kerk (later Nederlandse Hervormde Kerk)|Gereformeerde Kerk van Nederland]] na 1795; sinds 1816 de [[Nederlandse Hervormde Kerk]].
 
* '''De [[Drie Formulieren van Enigheid|gereformeerde belijdenis]] functioneerde niet meer in de praktijk'''
* '''De gereformeerde kerkregering (de [[Dordtse kerkorde]]) was afgeschaft. In plaats daarvan kwam er in 1816 een Algemeen Reglement dat voorzag in een hiërarchische kerkstructuur met aan het hoofd de koning ([[Willem I der Nederlanden|Willem I]])'''
* '''Predikanten die de gereformeerde belijdenis verdedigden in woord en geschrift werden vervolgd en afgezet''<nowiki/>'''''
 
==== Invloed van verlichte theologen ====
Predikanten die dienstbaar gesteld werden aan de Nederlandse Hervormde Kerk werden opgeleid aan verschillende universiteiten zoals in [[Franeker]] en [[Leiden]]. Gedurende de [[18e eeuw|achttiende eeuw]] gaven er steeds meer hoogleraren aan deze universiteiten les die moeite hadden met de gereformeerde belijdenisgeschriften zoals vastgesteld door de [[Synode van Dordrecht]] 1618-1619. Deze laatst genoemde synode werd gehouden op verzoek van de [[Politiek en overheid in Nederland|Nederlandse overheid]] om de geschillen van de [[Remonstranten]] en [[Contraremonstranten]] te beslechten. Behalve de [[Heidelbergse Catechismus]], de [[Nederlandse Geloofsbelijdenis]] kwamen naar aanleiding van deze synode de [[Dordtse Leerregels]] tot stand. Gezamenlijk werden deze drie belijdenisgeschriften erkend als de [[Drie Formulieren van Enigheid]]. Ook werd besloten tot de uitgave van een nieuwe Nederlandse vertaling van de Bijbel: de [[Statenvertaling]].
 
Regel 33:
[[File:Portret van Willem Bilderdijk Rijksmuseum SK-A-1453.jpeg|thumb|Portret van Willem Bilderdijk Rijksmuseum SK-A-1453]] In 1810 verscheen de brochure ''Aan de ware Hervormden in de gemeenten van Holland'' geschreven door [[Willem Bilderdijk]] waarin hij de [[Nederlandse Hervormde Kerk]] omschreef als "een kerk die geen kerk meer is, maar een ongeordende samenvloeiing van godonterende dwalingen". Kort daarop verscheen ''Adres aan alle mijne hervormde geloofsgenoten'' door ds. D. Molenaar. Deze laatste predikant moest zich naar aanleiding van zijn publicatie persoonlijk verantwoorden voor koning [[Willem I der Nederlanden|Willem I]] en kon gaan met de belofte zijn toon voortaan te zullen matigen. In 1819 verscheen een brochure onder de titel ''Eerezuil der nagedachtenis van de voor tweehonderd jaar te Dordrecht gehouden Nationale Synode, opgericht door Nicolaas Schotsman.'' De auteur was ds. Nicolaas Schotsman, en de verschijning van dit boekje leidde tot heftige tegenreacties. Theologen van verlichte zijde noemde het boekje "een altoos durende schandzuil." Al spoedig verscheen er evenwel een tweede druk waarin een voorwoord van Willem Bilderdijk was afgedrukt met daarin de regels: {{Citaat|Ja, Schotsman, staan wij pal. Bij Jezus' Kruis gebogen. Verachten wij den wrok van Heiden en Sofist. Wier wijsheid dwaasheid is en loos verniste logen|}}
 
==== Willem Bilderdijk en het Reveil ====
Willem Bilderdijk was vanwege zijn orthodoxe standpunten en oranjegezindheid gepasseerd voor een hoogleraarschap aan één van de universiteiten in Nederland, maar had een kring van leerlingen om zich heen verzameld die zich bewogen in de kringen van het [[reveil]]. Tot de leerlingen van Bilderdijk behoorde onder andere: [[Guillaume Groen van Prinsterer|Groen van Prinsterer]], Willem en Dirk van Hoogendorp, [[Abraham Capadose]] en [[Isaäc da Costa|Isaac da Costa]].
 
==== Gezelschappen en 'de oude schrijvers'. ====
Ondertussen ontstonden op tal van plaatsen godsdienstige gezelschappen, gevormd door mensen die op zondag niet meer naar de kerk gingen om daar de verlichte predikanten van de Nederlandse Hervormde kerk te beluisteren, maar gezamenlijk in huiselijke kring de boeken van de 'oude schrijvers' uit de [[Nadere Reformatie]] lazen, zoals ''De Redelijke Godsdienst'' van [[Wilhelmus à Brakel|Wilhelmus a Brakel]], de ''Keurstoffen'' van [[Bernardus Smytegelt|Bernardus Smijtegelt]], de ''Eigenschappen des geloofs'' van [[Alexander Comrie]] evenals prekenboeken van puriteinse schrijvers zoals [[Samuel Rutherford|Samuel Rutherfort]], de [[Ralph Erskine|Erskines]], [[Thomas Boston]], en [[John Owen (theoloog)|John Owen]]. In deze kringen werd een nieuwe kerkreformatie bewerkstelligd hetgeen uitliep op de Afscheiding van 1834.
 
[[File:Hendrik de Cock.jpg|thumb|Hendrik de Cock]]
 
==== Afzetting ds. H. de Cock ====
In 1834 werd ds. [[Hendrik de Cock]] aangeklaagd door het Provinciale Kerkbestuur van de Nederlandse Hervormde Kerk vanwege het boekje: ''Verdediging van de ware gereformeerde leer en van de ware gereformeerden, bestreden en ten toon gesteld door twee zogenaamde gereformeerde leeraars, of de schaapskooi van Christus aangetast door twee wolven en verdedigd door H. de Cock''. Naar aanleiding van dit boekje werd ds. de Cock geschorst en afgezet voor onbepaalde tijd met behoud van traktement. Toen bleek dat ds. de Cock een aanbevelend voorwoord in een ander boekje ''De evangelische gezangen getoetst en gewogen en te licht bevonden'' had geschreven, leidde tot een nieuwe aanklacht zijn afzetting als predikant. Steun kreeg ds. de Cock van zijn collega [[Hendrik Pieter Scholte|ds. H.P. Scholte]], waarna de ''Akte tot Afscheiding of Wederkeering'' werd opgesteld.
 
Regel 48:
{{Citaat|Uit dit alles tezamen genomen is het nu duidelijk geworden, dat de Nederlandse Hervormde Kerk niet de ware, maar de valse Kerk is volgens Gods Woord en art. 29 van onze belijdenis, weshalve de ondergetekenden met dezen verklaren dat zij overeenkomstig het ambt der gelovigen (art. 28) zich afscheiden van degenen, die niet van de Kerk zijn, en dus geen gemeenschap meer willen hebben met de Nederlandse Hervormde Kerk, totdat deze terugkeert tot de waarachtige dienst des Heeren; en verklaren tevens gemeenschap te willen oefenen met alle ware Gereformeerden ledematen, en zich te willen verenigen met elke op Gods onfeilbaar Woord gegronde vergadering, aan wat plaatse God dezelve ook verenigd heeft, betuigende met deze, dat wij ons in alles houden aan onze aloude Formulieren van Enigheid: n.l. de belijdenis des Geloofs, de Heidelbergse Catechismus en de canones van de Synode van Dordrecht, gehouden in de jare 1618/1619..|}}
 
==== Vervolging door de overheid ====
De Nederlandse overheid wilde dat de afgescheidenen erkenning vroegen als afzonderlijk kerkgenootschap, maar daarvoor moesten zij de naam gereformeerd prijsgeven. De afgescheidenen wilden dit niet, omdat zij vonden de ware voortzetting te zijn van de gereformeerde kerk van Nederland sinds de [[Reformatie]]. Doordat zij echter niet officieel erkend waren, bevonden zij zich in een moeilijke positie. Er werd een wet van [[Napoleon Bonaparte|Napoleon]] toegepast, dat voor samenkomsten van meer dan 20 personen toestemming moest worden gevraagd. Deze toestemming werd lange tijd niet gegeven. Verschillende voorgangers van de afgescheidenen (waaronder ds. H. de Cock) kwamen in de gevangenis terecht. Na 1845 [[emigratie|emigreerden]] veel afgescheidenen naar de [[Verenigde Staten]] onder leiding van bekende predikanten als [[Albertus Christiaan van Raalte|Albertus van Raalte]] en [[Hendrik Scholte|Hendrik Pieter Scholte]].
 
Regel 55:
Tal van meningsverschillen waaronder het aanvragen van erkenning door de overheid en het daarvoor in ruil laten varen van de naam gereformeerd voor het eigen kerkgenootschap leidde tot een splitsing van de afgescheidenen in twee groepen de [[Gereformeerde Kerken onder het Kruis]] en de [[Christelijke Afgescheiden Gemeenten]]. In 1869 verenigde deze groeperingen zich weer in de [[Christelijke Gereformeerde Kerken|Christelijke Gereformeerde Kerk.]]
 
=== Latere ontwikkelingen ===
In 1892 ging de Christelijke Gereformeerde Kerk samen met de [[Nederduits Gereformeerde Kerk (Dolerende)|Nederduits Gereformeerde Kerken (dolerende)]] die ontstaan waren uit de [[Doleantie|Doleantie van 1886]] en vormden de [[Gereformeerde Kerken in Nederland]]. Een klein deel van de Christelijke Gereformeerde Kerk ging niet mee met de fusie en ging verder onder dezelfde naam. Dit kleine deel groeide later weer uit met voornamelijk spijtoptanten uit de Gereformeerde Kerk. Op 1 mei 2004 fuseerden de [[Gereformeerde Kerken in Nederland]] met de [[Nederlandse Hervormde Kerk]] en de [[Evangelisch-Lutherse Kerk]] tot de [[Protestantse Kerk in Nederland]] (PKN).
 
== Literatuur ==
 
=== Historisch ===
*Bavinck, dr. H. ''Bilderdijk als denker en dichter (1906)''
Regel 75 ⟶ 74:
 
=== Leerstellig ===
 
* Schotsman, N. ''Eere-zuil ter gedachtenis van de voor twee honderd jaren te Dordrecht gehouden nationale synode opgeregt (1819)''
*[https://www.dbnl.org/tekst/cost002bezw01_01/ ''Costa, Isaac da Bezwaren tegen de geest der eeuw (1823)'']