Amsterdamse paardentrams: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
lf
Label: Handmatige ongedaanmaking
Regel 86:
* [[Ginnekensche Tramweg Maatschappij]]: 129, 130, 133 (1903) als 16-18 tot 1920.
* [[Haarlem]]: de [[Electrische Spoorweg-Maatschappij]] nam 6 van de 7 wagens over van busexperiment in Amsterdam uit [[1908]] en zette deze weer op een onderstel om deze in te zetten tussen [[Haarlem]] en [[Bloemendaal (Noord-Holland)|Bloemendaal]]. Daarna nog kort ingezet door de [[NZH]] op het oude traject van lijn 14. Gesloopt in 1934.
* [[TramlijnPaardentram Hoorn - Enkhuizen|Hoorn]]: 134, 135, 139, 140, 142, 183 (voorheen AOM 4), 184 (voormalige AOM 5), 186 (voormalige AOM 7), 188 (voormalige AOM 9) & 189 (voormalige AOM 10) ([[1906]]). Een deel van deze wagens betroffen de oudste trams uit 1875.<ref name="Duparc 1973">Duparc, Henri J.A. (1973), Trams en tramlijnen: De Amsterdamse paardentrams. Rotterdam: Wyt. {{ISBN|9060076729}}</ref>
* [[Limburgse tram|Maastrichtse tram]]: 75-77 ([[1903]]) als 1-3 tot 1914.
* [[Nijmegen]]: In 1944 gingen de 589-593 als 201-205 naar de [[Nijmeegse tram]], waar deze in 1952 werden gesloopt. De wagens werden verkocht voor [[ƒ]] 3000.- per stuk, met een verhoging van [[ƒ]] 400.- voor de werkzaamheden voor het omsporen van [[normaalspoor]] naar [[kaapspoor]].<ref name="OdR 1995-5">[[Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en tramwegwezen|NVBS]]: Op de Rails. Kiers, P.H.: Nederlandse trams naar en in Duitsland. 5-1995.</ref>