Sociale geografie in Nederland na 1970: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Na 1960 raakte de '''[[Nederlandse sociale geografie]]''' in een stroomversnelling. De tegenstellingen tussen de [[sociale geografie|sociaal-geografen]] van Utrecht en de Amsterdamse sociografen verdwijnen en de invloed van de Angelsaksische en Zweedse geografie werd groter, die van de Franse geografie juist geringer. Na 1960 is de sociale geografie als zelfstandige universitaire studie aanwezig bij vijf universiteiten ([[Rijksuniversiteit Groningen|Groningen]], [[Universiteit Utrecht|Utrecht]], [[Radboud Universiteit Nijmegen|Nijmegen]], Amsterdam [[Universiteit van Amsterdam|UvA]] en [[Vrije Universiteit Amsterdam|VU]]). Het aantal studenten nam snel toe en dus ook het aantal stafleden op de verschillende geografische instituten. Dat betekende niet alleen meer onderzoeksmogelijkheden, maar ook meer variatie in aandachtsvelden. Overigens, na 1985 nam de groei van het aantal studenten duidelijk af. De overheid beperkte het aantal opleidingen sociale geografie, waardoor de opleiding aan de [[Vrije Universiteit Amsterdam]] afgebouwd moest worden. De overgebleven opleidingen werden ook daarna verschillende keren getroffen door bezuinigingsmaatregelen.
Een selectie van thema's, specialisaties en aandachtsvelden volgt hieronder.