Gebruiker:Hugo DK/Moordpartij in de Ardeatijnse grotten: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
 
== Rome in de Tweede Wereldoorlog ==
Bij het uitbreken van de [[Tweede Wereldoorlog]] hadden het [[Italië in de Tweede Wereldoorlog|fascistische Italië]] en [[nazi-Duitsland]] zich verbonden tot de zgn. [[Asmogendheden]]. Op 25 juli 1943 werd [[Benito Mussolini|Mussolini]], de leider van het [[fascisme]], afgezet en gevangengenomen; als eerste minister werd hij vervangen door maarschalk [[Pietro Badoglio]]. Op 8 september werd bekendgemaakt dat Badoglio vijf dagen voordien een vredesovereenkomst had gesloten met de [[Geallieerden (Tweede Wereldoorlog)|geallieerden]], wat meteen ook het einde betekende van het verbond vander ItaliëAsmogendheden met Duitslandbetekende.
 
DezeDe vroegere bondgenoot nazi-Duitsland richtte zich onmiddellijk tegen de stad Rome, die haast zonder verdediging achterbleef: koning [[Victor Emanuel III van Italië|Vittorio Emanuele III]], eerste minister [[Pietro Badoglio|Badoglio]] en de hoogste generaals waren enkel op hun eigen lijfsbehoud bedacht en hadden de vlucht genomen naar de [[Geallieerden (Tweede Wereldoorlog)|geallieerden]] in het zuiden van Italië. OpReeds op 10 september reeds viel Rome in handen van de [[Nazi|nazi's]]. Rome was dan officieel een "città aperta", d.w.z. vrij van militaire eenheden of verdediging, maar in de feiten was de stad bezet en bestuurd door [[nazi-Duitsland]].
 
In Rome zoals elders in het noorden van Italië groeide ondergronds verzet tegen de bezetters van nazi-Duitsland. InVerschillende Romeverzetsbewegingen waren verschillendeactief verzetsbewegingenin actiefde hoofdstad, onder andere het ''Fronte Clandestino Militare'', de ''Gruppi di Aziona Patriottica,'' dehet ''Fronte Militare'' en de ''Bandiera Rossa''. Deze bewegingen trachtten de bewegingenacties van de nazi's te saboteren, maar verloren aan slagkracht ten gevolge van de razzia's, gevangennemingen en folteringen die de bezetters uitvoerden.
 
== Aanslag in de Via Rasella ==
In de namiddag van 23 maart 1944 pleegden 12 partizanen van de ''Gruppi di Aziona Patriottica'' ("''gappisti''") een bijzonder gewaagde aanslag op de nazi's in het centrum van Rome, meer bepaald in de Via Rasella.<ref>Naast de 12 leden van de ''Gruppi di Aziona Patriottica'' die de aanslag uitvoerden waren er nog 4 of 5 anderen betrokken bij de organisatie ervan.</ref> De datum was zeer symbolisch gekozen: op 23 maart 1919 had Mussolini de fascistische partij opgericht, en op 23 maart 1944 werd de 25ste verjaardag daarvan gevierd in een gebouw op de Via Veneto. De locatie voor de aanslag was uitgekozen op aangeven van een van de mededaders die daar in de omgeving woonde en had vastgesteld dat Duitse soldaten elke namiddag in oorlogstenue door de smalle Via Rasella marcheerden op hun weg naar hethun gebouwkwartier naastin de questuraomgeving nabijvan de Via Nazionale, waar ze ingekwartierd waren.
 
Verkleed als straatveger hadbracht een verzetsman, de 21-jarige Rosario Bentivegna, een bom van 18 kg TNT ter plaatste gebrachtplaatse die onder vuilnis lag verborgen in een straatsvegerskar. Deze werd opgesteld aan Palazzo Tittoni, aan huisnummer 155 in de Via Rasella.
 
Om 15.45 uur, precies op het ogenblik dat 160 Duitse soldaten van het SS-Polizeiregiment "Bozen" (samengesteld uit dienstplichtigen afkomstig uit het Noord-Italiaanse Bozen / [[Bozen (stad)|Bolzano]]) door de Via Rasella marcheerden, werd ter hoogte het kruispunt met de Via del Boccaccio een bom van 18 kg tot ontploffing gebracht die was verborgen in het type kar dat straatvegers gebruikten. Andere partizanen gooiden vier granaten naar het uiteengeslagen regiment. De niet-getroffen soldaten antwoorden met mitrailleurschoten naar de bovenverdiepingen van de omliggende gebouwen, omdat zij dachten dat de bom vanuit de hoogte was gegooid.<ref>De bovenverdiepingen van het huis aan de Via Rasella 141, op de hoek met de Via del Boccaccio, vertoont nog steeds de talloze kogelinslagen van de Duitse machinegeweren.</ref>
 
Bij deze aanslag raakten 53 SS'ers gewond en kwamen er uiteindelijk 33 om het leven: 26 waren op slag dood; in het ziekenhuis overleden er die avond nog 6, en 1 in de volgende ochtend. Onder de Italiaanse burgers maakte de bom 2 dodelijke slachtoffers en 11 gewonden; 4 burgers werden gedood door Duitse mitrailleurschoten.
 
== Represaille ==
De overige soldaten hielden onmiddellijk een razzia in de wijk, waarbij 250 mensen werden gearresteerd: toevallige passanten, en inwoners van de omliggende huizen. Onder bedreiging van geweren werden ze opgesteld langsheen de omheining van Palazzo Barberini; nadien werden ze opgeslotenovergebracht innaar de gevangenis van het Viminale.<ref>Op het meest noordelijke punt van de omheining van Palazzo Borghese, naast het hotel Anglo Americano, herinnert een gedenkplaat aan deze razzia.</ref>
 
De nazi-fascistische overheid in Rome werd terstond verwittigd en spoedde zich naar de plaats van de aanslag. In een eerste reactie suggereerde ze zelfs om de hele wijk af te branden.
 
Reeds om 16.30 uur bereikte het bericht van deze aanslag Hitler in zijn hoofdkwartier van de Duitse ''Wehrmacht.''; hijHij zou een wraakactie gewild hebben "die de wereld zou doen sidderen", en zou zelfs gesproken hebben van 30 of 50 executies voor elke gedode SS'er, maar daarvan bestaat geen schriftelijk bewijs. Uiteindelijk beslisten de Duitse bevelhebbers in Italië, generaal von Mackensen en veldmaarschalk Kesselring, om voor elke gevallen Duitse soldaat 10 ter dood veroordeelde Italianen te laten executeren, te beginnen met gevangenen die al ter dood waren veroordeeld. De SS'er Herbert Kappler, hoofd van de Gestapo in Rome, moest binnen de 24 uur het nodige aantal slachtoffers aanduiden. Bij het opstellen van de lijsten liet hij zich bijstaan door zijn kapitein Erich Priebke.
 
De uitvoering van de repressaillerepresaille werd niet op voorhand aangekondigd en aan de partizanen werd niet gevraagd om zich over te geven, wat de massa-executie misschien had kunnen vermijden.
 
Uitsluitend mannen werden als slachtoffer aangeduid. De meesten waren gevangenen in het SS-hoofdkwartier van de Via Tasso. Slechts 3 van hen waren al ter dood veroordeeld; de anderen waren partizanen, communisten en antifascisten, gewone gevangenen van gemeen recht, toevallige passanten in de Via Rasella, en 75 joden. Om tot het vooropgestelde aantal te komen liet Kappler nog 50 Italiaanse gevangenen aanduiden door de ''questore'' Pietro Caruso en door Pietro Koch, hoofd van de beruchte fascistische politie "Banda Koch".<ref>In Italië is een ''questore'' verantwoordelijk voor de openbare orde in een provincie.</ref><ref>"Regina Coeli" is de naam van de gevangenis gelegen aan de Via della Lungara in Rome. Deze draagt nog de naam van het 17de-eeuwse klooster dat in 1881 werd omgebouwd tot detentiehuis.</ref><ref>De "Banda Koch" (groep Koch) was een politie-eenheid die onder andere in Rome actief was vanaf september 1943. Ze is genoemd naar de leider Pietro Koch, en viel onder het gezag van de "Repubblica Sociale Italiana". Deze laatste bestuurde het noorden van Italië onder leiding van Benito Mussolini en was ingesteld door nazi-Duitsland. </ref> De aangeduide gevangenen komen deels uit de gevangenis van Regina Coeli aan te duiden door en deels uit de gevangenis van de Banda Koch in de Via Pincipe Amedeo.
 
Dobbrick, commandant van het bewuste "Bozen"-regiment en Von Mackensen, generaal van de SS in Rome weigerden om de executies door hun manschappen te laten uitvoeren. Die taak lieten ze over aan Kappler, kolonel van de Gestapo in Rome: samen met zijn 74 manschappen moest hij 320 slachtoffers executeren. Bij het bericht dat er een 33ste SS'er was gestorven in het ziekenhuis, werd beslist geen 320 maar 330 Italianen te doden.
Regel 33:
In de namiddag van 24 maart werden de arrestanten onder leiding van SS-officieren [[Erich Priebke]] en [[Karl Hass]] getransporteerd naar de verlaten Ardeatijnse grotten (''Fosse Ardeatine''). Deze vroegere puzzolaangroeven zijn genoemd naar de vlakbij gelegen Via Ardeatina, een baan die leidt naar het 33 km verderop gelegen stadje Ardea. De keuze viel op deze grotten omdat het stelsel van mijngangen toeliet de slachtpartij naderhand te verbergen zonder een massagraf te moeten delven.
 
Vanaf 15.30 uur werden de gevangenen telkens in groepen van 5 in de grot geleid, met de handen geboeid op de rug gebonden. Ze moesten knielen voor het vuurpeloton en werden afgemaakt met een nekschot. Achter hen moesten dan de volgende vijf slachtoffers plaatsnemen, zodat er “geordende” stapels zouden ontstaan.
 
Terwijl de executies al aan de gang waren liep de aanvoer van slechtoffersslachtoffers vanuit de gevangenissen nog door. De luitenant van de gevangenis van Regina Coeli werd onder tijdsdruk gezet om de opgedragen 50 gevangenen aan te leveren. Hij hield zich niet aan de lijst en verzamelde willekeurige gevangenen; onder hen zelfs 10 die toevallig op het binnenplein van de gevangenis stonden, klaar voor hun vrijlating uit de gevangenis. De lijsten van geselcteerde slachtoffers werden aangepast aan de effectief weggevoerden. Uiteindelijk waren er geen 330 gevangen aangevoerd naar de Ardeatijnse grotten, maar 335. Kappler besefte dat het om een vergissing ging, maar besloot om ook die laatste 5 neer te schieten.
 
Alle 74 SS'ers van het Gestapo-politiekantoor van Herbert Kappler moesten deelnemen aan deze massaexecutie. Tijdens het latere proces tegen Kappler kwam naar voren dat sommige officieren tijdens de executie gedwongen moesten worden om deel te nemen., Bekend werd ooken dat een van de officierenhen zelfs flauwviel tijdens het tafereel. Omdat het vuurpeloton bestond uit onervaren officieren gaf Kappler hen brandy te drinken om hun zenuwen te kalmeren. Onder de invloed van de alcohol werden de executies minder secuur uitgevoerd, waardoor veelvele gevangenenslachtoffers een ware lijdensweg ondergingen doordat de dood pas laat intrad, of zelfs pas optrad toen de nazi's de ingang van de grotten hadden opgeblazen om te verhinderen dat de lijken zouden worden ontdekt.
 
De executies duurden van kort na 15.30 tot 20 uur. De lijken werden opgestapeld in twee mijngangen. Onmiddellijk nadien deden geniesoldaten de toegang tot de grotten instorten, opdat de lijken niet zouden worden ontdekt.