Mechelse groentestreek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kleine poets, introzin
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
De '''Mechelse groentestreek''' is de streek rond het Vlaamse [[Mechelen (stad)|Mechelen]] bekend voorvanwege haarde groenteteeltteelt van [[groente]]n.
 
Al meer dan een eeuw{{wanneer?||2021|01|22}} is de streek rond Mechelen bekend voor haarde groenteteelt. De gemeente [[Sint-Katelijne-Waver]] mag zichwordt terechtwel het hart van de groentestreek noemengenoemd. Generaties tuinders hebben er met tuinbouw hun brood verdiend. Omstreeks [[1830]] waren de gemeenten rond Mechelen landbouwdorpen die geografisch eerder aansloten bij de [[Kempen (streek)|Kempen]].
 
== Conservenfabrieken in de groentestreek ==
In de regio rond Mechelen en [[Sint-Katelijne-Waver]] - en van daaruit verder naar [[Leuven]] en [[Brussel (stad)|Brussel]] - kende de groenteteelt vanaf het laatste kwart van de negentiende eeuw een ware 'boom' onder impuls van de conservenfabrieken.
 
In [[Mechelen (stad)|Mechelen]] bestond sinds [[1887]] een conservenfabriekje [[Le Semeur]]. In [[1892]] kwam daar aan de [[Vrouwvliet]] de firma [[Le Soleil]] bij, met een eigen blikslagerij aan de Nekkerspoelstraat. De aanwezigheid van die laatste - in de volksmond gekend als de erwtenfabriek of 'eitefabriek' - zorgde mee voor de bevolkingsaangroei en verstedelijking in de volksbuurt [[Nekkerspoel]],  [[Sint-Katelijne-Waver]] en [[Pasburg]].
 
De buurt was door de eeuwen heen een wijk van ambachtslieden en hoveniers geweest en sinds de [[middeleeuwen]] via Pasbrug een overgang vormde naar het nabijgelegen platteland in [[Sint-Katelijne-Waver|Sint-Katelijne-Waver.]] De tuinbouw van de omliggende regio voer er wel bij.
 
Vanaf [[1913]] werkte Le Soleil samen met conservenfabriek  Marie Thumas. Dit was de eerste Belgische conservenfabriek. Ze werd in [[1886]] opgericht door de Doornikse ingenieur [[Edmond Thumas]] samen met zijn vrouw Marie Durieux in Wilsele bij [[Leuven]].
 
In [[1945]] nam Marie Thumas de Mechelse fabriek volledig over. De merknaam Le Soleil zou nog blijven bestaan tot in [[1957]]. Daarna werd te [[Mechelen (stad)|Mechelen]] nog enkel onder de merknaam [[Marie Thumas]] geproduceerd. De blikslagerij groeide onder de vleugels van Marie Thumas uit tot Eurocan die conservenblikken produceerde voor de gehele Europese markt.
 
In [[1991]] werd de fabriek in [[Mechelen (stad)|Mechelen]] gesloten omwille van faillissement. De afbraak van de fabriek volgde in [[1994]].
 
== De Belgische Boerenbond ==
De [[Belgische boerenbondBoerenbond]] werd in [[1890]] opgericht. Dit was een gevolg van de landbouwcrisis die zich in de jaren [[1880]] voordeed. In die periode ontstonden de eerste serrebedrijven in de gemeente [[Sint-Katelijne-Waver]]. De groentetelers trachtten zich binnen de nieuwe landbouwvereniging te accentueren, maar dat lukte niet zo goed. Men was algemeen van oordeel dat het maar groenten kweken was en dat boeren een vak was. De eerste voorlichters met betrekking tot groenten telen werden dan ook uitgelachen wanneer ze ergens voor een voordracht werden uitgenodigd. Na een tijd erkenden de boerenstand dat men met (vollegrond-)groenteteelt ook de kost kon verdienen en dat op een veel kleinere oppervlakte. Dat maakte dat veel boerenzonen tussen de twee wereldoorlogen voorzichtig en meestal deels van land- naar tuinbouw overschakelden. Dat had dan weer het gevolg dat de nieuwe groenteteeltstreek (vanuit [[Mechelen (stad)|Mechelen]] eerst een vooral uitgewaaierd naar [[Sint-Katelijne-Waver]], [[Onze-Lieve-Vrouw-Waver]], [[Duffel]], [[Walem (Antwerpen)|Walem]], in een eerste generatie haast geen mannen had die uitweken naar de fabrieken of seizoensarbeid zochten in het bieten rooien in [[Wallonië]].
 
== Ontluikende boerenorganisaties ==
In de [[19e eeuw|19de19e]] en de eerste helft van de [[20e eeuw|20ste]] eeuw waren zowel Katelijne als Waver rurale gemeenten, waar sinds mensengeheugenis hoofdzakelijk aan landbouw werd gedaan en stilaan werd overgeschakeld op moderne groenteteelt.
 
Om de belangen van de landbouwers te verdedigen werden op het einde van de [[19e eeuw|19de eeuw]] landbouworganisaties in het leven geroepen en werd ook de werking van een’ landbouwcomice’ opgestart.