Moammar al-Qadhafi: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 56:
Direct nadat Qadhafi en diens Revolutionaire Commandoraad goed en wel aan de macht waren gekomen, werden de [[Westerse wereld|westerse]] invloeden in Libië teruggedrongen en werd bijvoorbeeld [[alcoholische drank|alcohol]] verboden. Dit verbod ging zelfs zover dat de regering het nuttigen van alcohol in buitenlandse ambassades eveneens verbood. In 1971 werd de ''[[Arabische Socialistische Unie (Libië)|Arabische Socialistische Unie]]'' opgericht, een organisatie die Qadhafi's ideeën vertegenwoordigt. De ASU was de enige politieke organisatie in Libië. Naast sterke nadruk op de [[islam]]itische identiteit van het land, legde de regering ook bijzondere aandacht aan de dag voor het [[panarabisme]], in die dagen een populaire beweging in het Midden-Oosten. Geïnspireerd door [[Gamal Abdel Nasser]], de [[Egypte (land)|Egyptische]] president die een groot voorstander was van Arabische eenheid, streefde Qadhafi van het begin af aan naar een groot-Arabische staat. Feitelijk probeerde hij na diens dood de positie van leidende figuur in het Arabisch nationalisme over te enemn. In 1972 kwam een "Federatie van Arabische Republieken" tot stand. Deze federatie bestond naast Libië uit [[Egypte (land)|Egypte]] en [[Syrië]]. Spoedig bleek deze federatie een dode letter, niet in de laatste plaats vanwege de vraag wie de leider ervan zou moeten zijn. Na het mislukken van deze eerste poging ging Qadhafi's Libië een federatie aan met het Tunesië van [[Habib Bourguiba]] (1974). Ook deze federatie was geen succes, want tussen Qadhafi en Bourguiba ontstonden spanningen.
 
Qadhafi speelde graag de rol van "adviseur" en steun voor bevriende collega-dictators. Zo kon bijvoorbeeld de beruchte Oegandese dictator [[Idi Amin]] wegens diens "anti-imperialistische" stellingname tegenover het westen, en omdat hij moslim was, op Qadhafi's steun rekenen. In 1972 adviseerde hij Amin om alle Aziaten uit [[Oeganda]] te verwijderen, wat deze dan ook prompt deed.<ref>Idi Amin, Benoni Turyahikayo-Rugyema (1998). Idi Amin speaks: an annotated selection of his speeches. p. 43.</ref> Ongeveer 80.000 Aziaten, merendeels Indiërs, moesten al hun bezittingen achterlaten en vluchten. Aangezien de Oegandese economie sterk bepaald werd door deze Aziaten, volgde een economische ineenstorting. Later zou hij zich van Amin afkeren en hem een ´fascist´noemen. Ook [[Jean-Bedel Bokassa]] werd door Qadhafi gesteund en bekeerde zich onder diens invloed zelfs korte tijd tot moslim. Later zou Bokassa zich van Qadhafi afkeren als onderdeel van een deal met de Fransen, die in ruil daarvoor meebetaalden aan zijn keizerskroning.
 
Qadhafi zag zich niet alleen als leider van Libië, maar ook als leider van de gehele Arabische wereld. Het grote probleem voor hem was echter dat zijn land slechts een paar miljoen zielen telde en in demografische termen een dwerg was vergeleken bij bijvoorbeeld Egypte. De olie-inkomsten hadden echter van Libië een rijke staat gemaakt die het in staat stelde zijn invloed uit te oefenen door verzetsbewegingen in het buitenland te steunen en te financieren.