Ceratosaurus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 205:
Het sprongbeen en hielbeen zijn hecht vergroeid. De beenderen zijn zo sterk versmolten dat zelfs geen beennaad zichtbaar is. De opgaande tak van het sprongbeen is kort vergeleken met ''Allosaurus''. Het bovenvlak van deze tak loopt naar achteren naar beneden af. Bij ''Allosaurus'' loopt dit vlak evenwijdig aan het ondervlak. Het hielbeen ligt naast het sprongbeen, aan de buitenzijde. Het fungeerde niet als een hiel bij de mens. Het was niet verbonden met de voet. Het vormde met het sprongbeen het bovenste gewrichtsvlak van de enkel. Het hielbeen is balkvormig. Het is hoger dan breed. Bovenop heeft het een holte waar het ondereinde van het kuitbeen in paste. Een andere uitholling bevindt zich aan de buitenzijde.
 
De middenvoetsbeenderen zijn over de volle lengte vergroeid tot een metatarsus. Het viel Marsh al op hoe sterk deze toestand leek op die van de vogels. Hij zag dat als een teken van een nauwe verwantschap. Onderzoekers die het daar niet mee eens waren, verklaarden de vergroeiing als een pathologie. Gilmore was het in 1920 duidelijk dat een hechte verbinding de normale toestand is bij theropoden. De versmelting bij het holotype zou het gevolg kunnen zijn van een hoge individuele ouderdom. Marsh nam waar dat het vijfde middenvoetsbeen geheel gereduceerd was. Hij meende dat ook een eerste middenvoetsbeen bij de soort ontbrak. Gilmore zag er echter een aanhechtingsvlak voor op het tweede middenvoetsbeen. Van daar af stak het eerste middenvoetsbeen vermoedelijk wat naar bezijden. Het derde middenvoetsbeen is het centrale bot in de dragende middenvoet. Het bovenvlak ervan is achteraan/onderaan het breedst.
 
===Osteodermen===