Dispositie (orgel): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1:
De '''dispositie''' is het geheel van [[register (orgel)|registers]], speelhulpen, manueelverdeling en technische details van een [[pijporgel]]. Elk orgel heeft zijn eigen dispositie, en die maakt het karakter van het orgel uit.
 
==Beïnvloedende factoren==
Een dispositie wordt voor elk te bouwen orgel apart door de [[orgelbouwer]] in ruggespraak met de opdrachtgevers vastgesteld. Factoren die de keuze voor een dispositie beïnvloeden zijn de omvang van het instrument, de beschikbare ruimte, de [[akoestiek]] en de financiële mogelijkheden. Het doel waarvoor het orgel bestemd is maakt verschil: er is bijvoorbeeld een onderscheid tussen [[kerkorgel]]s (waarbij een hoofdorgel andere taken heeft dan een koororgel) en [[concertorgel]]s.
 
Het doel waarvoor het orgel bestemd is maakt verschil: er is bijvoorbeeld een onderscheid tussen [[kerkorgel]]s (waarbij een hoofdorgel andere taken heeft dan een koororgel) en [[concertorgel]]s.
Disposities onderscheiden zich onder meer ook door de tijdgeest en muzikale stromingen. Daarbij gaat het niet alleen om het bouwjaar van het orgel, maar ook om tussentijdse wijzigingen. Veel eeuwenoude orgels zijn in de loop van hun bestaan regelmatig aangepast aan de smaak van een bepaalde periode of de wensen van een vaste organist. In de Barok vroeg men een zo volledig mogelijke presentenpiramide, goede draagkracht en kleurige [[vulstem|vulstemmen]]. In de Romantiek hield men meer van zeer uiteenlopende kleuren binnen de achtvoetsligging en minder van der schittering van de hoogliggende [[vulstem|vulstemmen]]. Bij restauraties in de 20e en 21e eeuw tracht men de oude disposities terug te brengen of een compromis te bereiken tussen vroege en latere disposities. Bestaande orgels staan vaak onder [[monumentenzorg]], waardoor ook dit van invloed is op wijzigingen in de dispositie.
 
Disposities onderscheiden zich onder meer ook door de tijdgeest en muzikale stromingen. Daarbij gaat het niet alleen om het bouwjaar van het orgel, maar ook om tussentijdse wijzigingen. Veel eeuwenoude orgels zijn in de loop van hun bestaan regelmatig aangepast aan de smaak van een bepaalde periode of de wensen van een vaste organist.
Disposities onderscheiden zich onder meer ook door de tijdgeest en muzikale stromingen. Daarbij gaat het niet alleen om het bouwjaar van het orgel, maar ook om tussentijdse wijzigingen. Veel eeuwenoude orgels zijn in de loop van hun bestaan regelmatig aangepast aan de smaak van een bepaalde periode of de wensen van een vaste organist. In de Barok vroeg men een zo volledig mogelijke presentenpiramide, goede draagkracht en kleurige [[vulstem|vulstemmen]]. In de Romantiek hield men meer van zeer uiteenlopende kleuren binnen de achtvoetsligging en minder van der schittering van de hoogliggende [[vulstem|vulstemmen]]. Bij restauraties in de 20e en 21e eeuw tracht men de oude disposities terug te brengen of een compromis te bereiken tussen vroege en latere disposities. Bestaande orgels staan vaak onder [[monumentenzorg]], waardoor ook dit van invloed is op wijzigingen in de dispositie.
 
Aangezien ieder orgel normaal gesproken voor een apart doel ontworpen en gebouwd wordt, zijn er bijna geen orgels te vinden met exact gelijke disposities. Uitzonderingen hierop zijn kleine orgels als [[Positief (orgel)|positief]], [[Regaal (muziekinstrument)|regaal]], [[portatief]] of [[huisorgel]], omdat deze meestal niet voor een bepaalde ruimte zijn gebouwd.