Whippet (tank): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
update
Regel 25:
De Duitsers maakten echter ook zelf van de tank gebruik in een compagnie met ''Beutepanzer A''.
 
Oorspronkelijk was het de bedoeling om vijf Whippet ''Tankbattalions (Light)'' met ieder 36 tanks op te richten: ook het Negende en Twaalfde Tankbataljon moesten overschakelen en er zou een geheel nieuw 17e Bataljon opgericht worden. Door de verwarring die het Duitse voorjaarsoffensief ten gevolge had, werden deze plannen helemaal omgegooid: het Negende werd met de [[Mark V]] uitgerust, het Twaalfde (opnieuw) met de [[Mark IV]] en het 17e met surplus Austin [[pantserwagen]]s die bedoeld waren geweest voor Rusland. Voor het grote offensief van het Gemenebest bij Amiens op 8 augustus was dus alleen de Derde Tankbrigade helemaal op Whippets overgeschakeld, maar nu met tweemaal ''48'' stuks (in zijn Derde en Zesde Tankbataljon). Diezelfde dag al drongen Whippets dood en verderf zaaiend tot diep in de Duitse achterhoede door. Na de hierop volgende ineenstorting van het Duitse leger kwam de tank helemaal goed tot zijn recht. Toch werd besloten geen verdere exemplaren te bestellen. De volgende order van 185 was voor de heel andere Mark B, die ondanks zijn ouderwetse uiterlijk met parallellogramvormige zijkanten wel nog steeds de naam "Whippet" behield (in 1918 werd het mode om iedere lichte tank een whippet te noemen, zelfs de [[FT-17]]). Van deze '''Medium B''' werden er 45 daadwerkelijk gebouwd; en 48 (uit een oorspronkelijke bestelling van 6000600) van de sterk gelijkende '''Tank, Medium, Mark C''' met de bijnaam ''Hornet'', die tot [[1925]] in dienst bleef. Na de oorlog gingen de meeste Mark A's naar de schroothandel. Enkele exemplaren deden dienst in Ierland tijdens de onlusten die de opmaak waren tot de Ierse Burgeroorlog. Een klein aantal werd verkocht aan Japan. Zeventien (en een paar Mark B's) werden er in [[1919]] naar de expeditielegers in Rusland gestuurd om tegen het Rode Leger te vechten. Dat maakte er twaalf buit en had deze gedurende de Jaren Twintig in gebruik onder de naam "Tjeilor". Die naam stond immers op het motorplaatje! Ook de sowjets classificeerden de tank als "srednij", dus middelzwaar.
 
Na de oorlog gingen de meeste Mark A's naar de schroothandel. Enkele exemplaren deden dienst in Ierland tijdens de onlusten die de opmaak waren tot de Ierse Burgeroorlog. Eén, ''HMLS Union'', werd er naar Zuid-Afrika gestuurd om stakingen te breken. Een klein aantal werd verkocht aan Japan. Zeventien (en een paar Mark B's) werden er in [[1919]] naar de expeditielegers in Rusland gestuurd om tegen het Rode Leger te vechten. Dat maakte er twaalf buit en had deze gedurende de Jaren Twintig in gebruik onder de naam "Tjeilor". Die naam stond immers op het motorplaatje! Ook de sowjets classificeerden de tank als "srednij", dus middelzwaar. Eén van deze machines werd uitgerust met een 37 mm ''Puteaux'' kanon dat kennelijk uit een buitgemaakte FT-17 gehaald was.
Tegenwoordig bevinden zich nog exemplaren in het Ordnance Museum te Aberdeen, Maryland; in het RAC Tank Museum te Bovington, Dorset; in het Base Borden Museum te Borden, Ontario; in het Armour College te Pretoria, Transvaal en in het Koninklijk Legermuseum te Brussel. De laatste exemplaren van de Medium B en C zijn echter in 1940 uit het Britse museum gehaald om hun pantserstaal te winnen.
 
Tegenwoordig bevinden zich nog exemplaren in het Ordnance Museum te Aberdeen, Maryland; in het RAC Tank Museum te Bovington, Dorset; in het Base Borden Museum te Borden, Ontario; in het Armour College te Pretoria, Transvaal (de bovengenoemde ''HMLS Union'') en in het Koninklijk Legermuseum te Brussel. De laatste exemplaren van de Medium B en C zijn echter in 1940 uit het Britse museum gehaald om hun pantserstaal te winnen.
 
===Curiosa===