Vrijspraak: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 6:
 
==Vrijspraak in het Nederlandse strafrecht==
In Nederland vervolgt het [[Openbaar Ministerie in (Nederland)|Openbaar Ministerie]] strafbare feiten. Iedereen kan [[Aangifte (politie)|aangifte]] doen van strafbare feiten. Strafbare feiten worden veelal - maar niet altijd - opgespoord door de politie. Een aangifte is doorgaans niet noodzakelijk om strafvervolging mogelijk te maken: het Openbaar Ministerie kan ook zelf besluiten tot vervolging over te gaan. Een uitzondering vormen zogenaamde [[klachtdelict]]en. Wie bijvoorbeeld beledigd is kan ervoor kiezen om geen strafvervolging te laten instellen, omdat dit middel voor hem erger zou zijn dan de kwaal.
 
De [[officier van justitie]] kan besluiten tot vervolging over te gaan, of te [[Sepot|seponeren]]. Een sepot is niet alleen mogelijk als hij het bewijs niet rond denkt te kunnen krijgen, maar ook als hij de vervolging niet in het algemeen belang acht. Dit zogenaamde [[opportuniteitsbeginsel]] onderscheidt het Nederlandse strafrecht van bijvoorbeeld het Duitse, waar vervolging in beginsel ''verplicht'' is wanneer het vermoeden bestaat van een strafbaar feit. Overigens kan in Nederland een directbetrokkene bij het [[Gerechtshof (Nederland)|gerechtshof]] bezwaar maken tegen een sepot-besluit middels een zogeheten [[Artikel 12 Sv-procedure]]. De rechter kan dan het Openbaar Ministerie opdragen alsnog vervolging in te stellen.
Regel 29:
Indien de rechter aannemelijk acht dat het bij de aanhouding aangetroffen pakje shag inderdaad is gekocht bij de tabakswinkel om de hoek en niet is weggenomen bij supermarkt Jansen, kan hij niet bewezen verklaren dat de shag is ''weggenomen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening''. Omdat dit onderdeel van de tenlastelegging onmisbaar is, volgt vrijspraak. Verdachte mag gaan zonder straf en loopt geen [[strafblad]] op.
 
Vrijspraken moeten worden onderscheiden van enerzijds [[niet-ontvankelijk]]heidsverklaringen en anderzijds [[Ontslag van alle rechtsvervolging|ontslag van rechtsvervolging]]. Géén vrijspraken zijn de volgende uitspraken:
* Als de rechter concludeert dat de tenlastelegging zo ingewikkeld is of zoveel fouten bevat dat deze onbegrijpelijk is geworden, kan de [[dagvaarding]] [[Nietigheid|nietig]] verklaard worden.
* Als het feit te lang geleden is gebeurd, kan het [[verjaring|verjaard]] zijn. Als gevolg daarvan kan een [[Openbaar aanklager|openbare aanklager]] niet-ontvankelijk verklaard worden.
* Als er een [[strafuitsluitingsgrond]] wordt gevonden in de vorm van een [[rechtvaardigingsgrond]] of [[schulduitsluitingsgrond]], kan het komen tot ontslag van alle rechtsvervolging. Dat kan voorkomen, als de verdachte het feit wel begaan heeft, en dat ook bewezen kan worden, maar dat het bijvoorbeeld uit zelfverdediging was, of door een waanvoorstelling. Soms is de daad niet strafbaar (een tandarts kan normaal gesproken niet voor mishandeling worden veroordeeld), soms is de dader niet strafbaar, bijvoorbeeld in het geval van een "verontschuldigbare rechtsdwaling".
* Als het feit niet strafbaar is, bijvoorbeeld omdat het feit nog niet verboden was toen het gebeurde, volgt wél bewezenverklaring. De rechter spreekt dus niet vrij. Daarna wordt verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging omdat het feit niet kwalificeerbaar is. Dit betekent dat het bewezen verklaarde gedrag niet wordt verboden door enig artikel in een strafwet. In het strafrecht van beschaafde landen kan iemand op grond van het [[legaliteitsbeginsel]] nooit veroordeeld worden tot een straf op grond van een gedraging die niet tevoren al strafbaar was.<ref>Zie ook art. 16 [[Grondwet (Nederland)|Nederlandse Grondwet]] alsmede art. 1 Wetboek van Strafrecht en art. 1 [[Wetboek van Strafvordering (Nederland)|Wetboek van Strafvordering]].</ref> Dat is ook in mensenrechtenverdragen vastgelegd. (Op deze regel wordt een uitzondering gemaakt voor klaarblijkelijke misdaden die in de wetgeving van bepaalde regimes toch niet strafbaar zijn, zoals foltering en genocide).
 
=== Onzuivere vrijspraak ===
Het kan gebeuren dat de rechter een fout maakt en ten onrechte besluit tot (onzuivere) vrijspraak in plaats van ontslag van rechtsvervolging.
Dit is van belang bij een [[Cassatie (recht)|cassatieberoep]], omdat de Hoge Raad dan eerst moet onderzoeken of sprake is van een zuivere vrijspraak of een onzuivere vrijspraak.
 
=== Wet herziening ten nadele ===
Tot nu toe gold dat als het eenmaal tot vrijspraak is gekomen, een verdachte niet opnieuw voor dat feit vervolgd kon worden, ook al wordt er naderhand aanvullend bewijs gevonden (het principe van ''[[ne bis in idem]]'').
 
De ''Wet van 11 april 2013 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van een regeling betreffende herziening ten nadele van de gewezen verdachte (Wet herziening ten nadele)'' bepaalt echter, dat in bepaalde gevallen iemand die vrijgesproken is opnieuw voor hetzelfde delict vervolgd kan worden. Dit geldt in zoverre met terugwerkende kracht dat dit ook zal kunnen bij een vrijspraak van vóór inwerkingtreding van de wet (op 1 oktober 2013), maar niet als het delict verjaard is. De wet geldt alleen voor misdrijven met een dodelijke afloop, zoals moord.<ref>[http://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/32044_wet_herziening_ten_nadele Wet herziening ten nadele], Eerste Kamer</ref>
 
De terminologie wordt hiermee enigszins tegenstrijdig: volgens het nieuwe artikel 482a kan een "onherroepelijke" einduitspraak van de rechter worden herzien.
 
De wet voegt aan [[Artikel 12 Sv-procedure|artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering]] een bepaling toe volgens welke geen beklag mogelijk is over het niet verder vervolgen van personen die onherroepelijk zijn vrijgesproken.
 
{{Appendix}}