Gebruiker:Meglosko/klad: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Meglosko (overleg | bijdragen)
uitbreiding geschiedenis
Meglosko (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 16:
Tijdens de [[Renaissancefilosofie|Renaissance]] kwamen er nieuwe reflecties op techniek tot stand, bijvoorbeeld in het werk van [[Francis Bacon (filosoof)|Francis Bacon]]. Zijn [[utopie|utopisch]] werk, ''[[The New Atlantis]]'' (1627) bevat een optimistisch wereldbeeld over hoe een fictiteve maatschappij wetenschap en tehcnologie gebruikt om de mens controle te geven over de natuur, om zo de maatschappij en het leven te verbeteren en het oorspronkelijke Goddelijk paradijs te herstellen. Bij [[moderne filosofie|moderne filosofen]], zoals [[René Descartes]], [[Robert Boyle]] en [[Baruch Spinoza]], vindt men ook reflecties op techniek, met name doordat zij de mens en de wereld zelf begonnen te begrijpen via technische metaforen, zoals een [[Automaton (machine)|automaton]] of [[uurwerk]].
 
=== 18 en 19e eeuw ===
Omwille van nieuwe technologische ontwikkelingen, en de [[Industriële Revolutie]], kwam techniek en technologie meer onder de aandacht van filosofen. Zo reflecteert [[Immanuel Kant]] in zijn ''[[Kritik der Urteilskraft]]'' (1790) op het onderscheid tussen een [[organisme]] en een machine, en komt techniek ook aan bod bij filosofen zoals [[G. W. F. Hegel]] en [[Karl Marx]], met name als een onderdeel in hun reflecties op de ontwikkeling van de maatschappij en de geschiedenis.
 
Een bekende uitspraak die nog vaak door latere techniekfilosofen zal worden aangehaald is "''Man is a tool-making animal''" ("De mens is een gereedschap-makend dier") van [[Benjamin Franklin]]. Het zal later vooral invloedrijk zijn in de beschrijving van de mens als een [[homo faber]].
 
[[Bestand:Ernst Kapp.jpg|thumb|right|De term 'techniekfilosofie' werd voor het eerste gebruikt door [[Ernst Kapp]] in diens ''Grundlinien einer Philosophie der Technik'' (1877).]]
Regel 32 ⟶ 34:
Ook bij de Spaanse filosoof [[Jose ́Ortega y Gasset]] zijn techniekfilosofische thema's terug te vinden.
 
=== Na de Tweede Wereldoorlog ===
Door toedoen van de [[Tweede Wereldoorlog]] vluchtten vele Europese, voornamelijk Duitse intellectuelen naar de [[Verenigde Staten]]. Als gevolg daarvan worden veel techniekfilosofische geschriften geschreven in de Verenigde Staten, onder meer door [[Theodor Adorno]],[[Günther Anders]], [[Hannah Arendt]], [[Herbert Marcuse]] en [[Hans Jonas]]. Veel van hun reflecties gaan over de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog, zoals de rol van technologie in de [[Holocaust]] en de [[atoombom]]. In ''[[Dialektik der Aufklärung]]'' (1944, 1948) stellen [[Max Horkheimer]] en [[Theodor Adorno]] dat de Verichting is omgeslagen in zijn tegendeel, doordat rationaliteit vernauwd is tot louter een 'instrumentele rede', die de (menselijke) natuur louter wil beheersen en sturen.
 
Günther Anders is vooral bekend vanwege zijn ''Die Antiquiertheit des Menschen.'' (in twee delen: 1958 en 1980), waarin hij op [[aforisme|aforistische]] wijze uiteenzet hoe technologie nu het [[subject (filosofie)|subject]] van de geschiedenis is geworden en de mens zelf erdoor bepaald wordt, of zelfs gezien wordt als een obstakel van de technologie die zichzelf efficiënter wil maken. Anders focust ook de impact van de [[atoombom]] en ziet het als een keerpunt, aangezien de mens hier in staat is om iets te produceren (''herstellen'') dat hij niet meer kan voorstellen, aangezien de impact van een atoomexplosie onze verbeeldingsvermogen te boven gaat. Deze thematiek staat ook centraal bij [[Karl Jaspers]], bijvoorbeeld in ''Die Atombombe und die Zukunft des Menschen'' (1957).
 
Ook bij Arendt staat het [[totalitarisme]] centraal, bijvoorbeeld in ''The Origins of Totalitarianism'' (1951). Techniek komt echter vooral centraal te staan in ''The Human Condition'' (1958), dat naast reflecties over [[Sputnik]] ook een onderscheid maakt tussen arbeid, werk en handelen. Terwijl arbeid verwijst naar de activiteiten die nodig zijn omwille van biologische noden (en een vluchtig karakter heeeft), verwijst werk naar de actieve ontwikkeling van een object met een doel in het hoofd (een kunstwerk, een technisch object, enzovoort). Handelen, ten slotte, verwijst naar een open activiteit (zoals communicatie of politiek activisme), dat een mens altijd samen met andere mensen voltrekt. Arendt haar historische claim is dat filosofen, zoals [[Plato]], politiek handelen steeds hebben willen reduceren tot werk (en in de recente [[massamaatschappij]] zelfs tot arbeid). In die zin wordt politiek handelen gereduceerd tot een technisch vraagstuk, waardoor de eigen aard van het politiek wwordt miskend.
 
Dat er zo veel geïmgrireerde filosofen waren, wil niet zeggen dat er geen eien filosofische reflectie was in de Anglo-Amerikaanse context. Naast de eerder vermelde [[Lewis Mumford]] is een invloedrijk voorbeeld [[Marshall McLuhan]], die met werken zoals ''Theh Gutenberg Galaxy'' (1962), ''Understanding Media'' (1964) en ''The Medium Is the Massage'' (1967) enorm populair werd. In deze werken beschrijft McLuhan hoe nieuwe communicatietechnologieën, zoals het schrift, de [[drukpers]] of recenter [[radio]] en [[televisie]]. Een ander voorbeeld is [[Herbert Simon]] en zijn ''The Sciences of the Artificial'' (1969), dat een [[methodologie|methodologische]] reflectie is op (onder andere) de [[ingenieurswetenschappen]].
 
Ook in Frankrijk ontwikkelt de techniekfilosofie zich verder. Allereerst worden de thematiek die door Bergson en Leroi-Gourhan ontwikkeld werden verder uitgewerkt door [[Gilbert Simondon]], [[Georges Canguilhem]], [[Gilles Deleuze]] en [[Bernard Stiegler]]. Centraal in hun werken staat de relatie tussen technologie en biologie, en hoe men enerzijds technologische en biologische entiteiten en ontwikkelingen dient te vergelijken, en anderzijds hoe de mens zelf altijd technologisch geconstitueerd wordt: er is geen menselijke natuur los van de technische objecten die gebruikt worden; de menselijke natuur is altijd al door technologie gemedieerd. Invloedrijk voor deze traditie was ook [[Bertrand Gille]] en zijn ''Histoire des techniques'' (1978).
 
Daarnaast is er ook de traditie binnen de [[historische epistemologie]], in navolging van Rey en [[Gaston Bachelard]]. Hun werk beïnvloedde, naast de eerder genoemde Canguilhem en Simondon, ook auteurs als [[Maurice Daumas]], [[François Dagognet]. Verder was techniekfilosofie in Frankrijk ook verbonden met [[esthetica]] (en werd het werk van de kunstenaar als techniek beschouwd), onder meer in het werk van [[Paul Souriau]], (zijn zoon) [[Étienne Souriau]], [[Jacques Viénot]] en [[Georges Friedmann]]. Ten slotte is er ook een traditie van christelijke denkers over techniek in Frankrijk, in navolging van het [[personalisme]]. Naast [[Bernard Charbonneau]] is het bekendste voorbeeld [[Jacques Ellul]] die in ''La Technique ou l'Enjeu du siècle'' (1954) de stelling verdedigt dat de techniek zich tot een autonoom systeem heeft ontwikkeld waaraan de mens geen sturing meer kan geven. Techniek verwijst bij Ellul in de eerste plaats naar een logica die de maatschappij vormgeeft, eerder dan naar concrete technische toepassingen.
Na WOII
Migratie: Anders, Arendt, Marcuse, Adorno, Jonas, (atoombom, dialectiek, auschwitz), Marshall McLuhan (reflectie op atoomwapens)
FR: Leroi-Gourhan-Simondon-Canguilhem-Deleuze, Souriau, Ellul (cf boek) + Bernard Charbonneau (kunst-techniek, biologie-techniek), determinisme en techniek, Bertrand Gille, Maurice Daumas, Bachelard
- ''Institut d'Esthétique Industrielle'' (Jacques Viénot, Etienne SOurieau, Georges Friedmann, Simondon), Dagognet
UK/US: McLuhan, Herbert Simon
 
=== Recente ontwikkelingen ===