Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
geen dubbele punt in kopjes
Regel 27:
 
== Analyse ==
=== Vers 1: ===
 
=== Vers 1: ===
Het is mogelijk dat psalm 13 door [[Koning David|David]] is gedicht, maar het is ook goed mogelijk dat deze psalm later op zijn naam is gezet. Zoals bij veel psalmen wil 'van David' niet altijd zeggen dat hij 'van' David is. Vanuit het Hebreeuws is niet met 100% zekerheid te zeggen dat hier vertaald moet worden met 'Een psalm ''van'' David'. Het kan ook 'voor' of 'over' David zijn.<ref>{{Citeer web|url=https://psalmboek.nl/psalmen_hebreeuwse_bijbel1.php|titel=Psalmen in de Hebreeuwse Bijbel - uitleg|bezochtdatum=2020-04-15|werk=psalmboek.nl}}</ref>
 
Het opschrift 'voor de koorleider' komt voor in vijfenvijftig psalmen.<ref name=":0">{{Citeer boek|titel=Psalmen.|auteurlink=|auteur=Uchelen, N. A. van.|medeauteurs=|taal=|url=https://www.worldcat.org/oclc/3885281|uitgever=Callenbach|plaats=Nijkerk,|datum=1971-|pagina's=28|ISBN=90-266-0708-3}}</ref> Vanwege het opschrift 'voor de koorleider' is het waarschijnlijk dat deze psalm gezongen werd in het heiligdom.
 
=== Vers 2: ===
<br />
 
=== Vers 3: ===
In de psalmen wordt ‘mijn ziel’ gebruikt als persoonlijk voornaamwoord. Het gaat de schrijver dus niet slechts om zijn geestelijke gesteldheid, maar om zijn volledige bestaan.
 
=== Vers 4: ===
In het gebed spreekt de dichter met de woorden 'HEER, mijn God' een belijdenis uit. Het woord ‘ontslapen’ is een eufemistisch woord voor: uit dit leven heengaan.
 
=== Vers 5: ===
Evenals het woord 'ontslapen' is ook 'wankelen' een eufemisme. Hiermee wordt namelijk ‘wankelen ten dode’ bedoeld.
 
=== Vers 6: ===
De klacht van de dichter is via het gebed uitgegroeid tot een blij vertrouwen.<ref>{{Citeer boek|titel=Psalmen.|auteurlink=|auteur=Uchelen, N. A. van.|medeauteurs=|taal=|url=https://www.worldcat.org/oclc/3885281|uitgever=Callenbach|plaats=Nijkerk,|datum=1971-|pagina's=86|ISBN=90-266-0708-3}}</ref> Het woord ‘chesed’ dat door de [[Herziene Statenvertaling]] vertaald is met ‘goedertierenheid’ kan ook vertaald worden met ‘loyaliteit’ en ‘solidariteit’ of verbondstrouw. Gods goedertierenheid rust in Zijn verbond, de woorden 'verbond' en 'goedertierenheid' zijn in het Oude Testament onlosmakelijk met elkaar verbonden.