Jesaja (profeet): verschil tussen versies

'''Jesaja''' ([[Hebreeuws]]: יְשַׁעְיָהוּ, '''יְשַׁעְיָהוּ'Jeshajahoe'', [[Grieks]]: '''{{Polytonic|Ἠσαίας}}''' =, '''Ēsaias''') was een van de grote [[profeet|Profeten]] uit hetde [[OudeHebreeuwse TestamentBijbel]]. Volgens uitleggers bevat het [[Bijbelboek]] [[Jesaja (boek)|Jesaja]]trad dattussen zijn750 naamen draagt,700 nietv.Chr. alleenop materiaalals vanprofeet hemzelf,aan maarhet ookhof van latere leerlingen. Yeshayahoe (de Hebreeuwse naamkoningen van Jesaja), was getrouwd en had twee zonen die allebei een symbolische naam droegen:het [[Maher-SalalKoninkrijk Chas-BazJuda]]. (''haastigeVolgens roof,uitleggers spoedigebevat buit'', Jes 8:1-4) enhet [[Sear-JasubBijbelboek]] [[Jesaja (''een rest keert weer'', Jes 7:3boek). Deze twee namen vormen als het ware een samenvatting van wat |Jesaja]] tedat zeggenzijn had:naam hijdraagt, voorspeldeniet dealleen verovering en verwoestingmateriaal van Jeruzalemhemzelf, maar zag ook hoopvan voorlatere deleerlingen. tijd daarna.

Jesaja tradwas tussengetrouwd 750en had twee zonen die allebei een symbolische naam droegen: Maher-Salal Chas-Baz ("haastige roof, spoedige buit", Jesaja 8:1-4) en 700Sear-Jasub v.("een Chrrest keert weer", Jesaja 7:3). opDeze alstwee profeetnamen aanvormen als het hofware een samenvatting van wat Jesaja te zeggen had: hij voorspelde de koningenverovering en verwoesting van hetJeruzalem, [[Koninkrijkmaar Juda]].zag ook hoop voor de tijd daarna.

Het [[Assyrische Rijk]] was in die tijd de overheersende macht in het oude Nabije Oosten, en vormde door zijn agressieve veroveringstochten een voortdurende bedreiging. Jesaja hamert erop, dat Juda zijn vertrouwen moet stellen op God, en niet op bondgenootschappen met andere staten. Dat kan namelijk alleen maar tot oorlog en verwoesting leiden (JesJesaja 8:6-8). Ondanks zijn uiteindelijke sombere toekomstbeeld ziet hij ook hoop voorbij de ellende: een kleine rest van het volk zal overblijven, en een hernieuwd Godsvolk vormen, onder een ideale koning uit het huis van David (JesJesaja 10:20-23; JesJesaja 9:1-6). Daarnaast protesteert Jesaja ook tegen allerlei godsdienstige en sociale misstanden in het Juda van zijn tijd (bijvoorbeeld JesJesaja 5).