Jules Schmalzigaug: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
aanvulling
bewerking
Regel 13:
In 1907 maakte hij ditmaal een rondreis doorheen Frankrijk, waar hij in de ban geraakte van de Franse kunst.
 
Terug in Antwerpen werd hij in 1908 adjunct-secretaris van [[Kunst van Heden]], actief bij de organisatie van internationale tentoonstellingen. Antwerpen had rond deze periode een joodse elite die een belangrijke rol speelde in het culturele leven: naast Schmalzigaug waren er ook nog [[Marten Rudelsheim]], [[Maurits Nykerk]], [[Jozef Posenaer]], [[Leo J. Kryn]] en [[Victor Hageman]].<ref> Kunst van Heden: 100 jaar later; Eugeen Van Mieghem Stichitng, Antwerpen </ref> Hij nam steeds meer afstand van kunstmilieu in België en in het bijzonder in Antwerpen, die hij conservatief en bekrompen noemde. Anderzijds was hij wel in bewondering voor de Oostendse kunstenaar [[James Ensor]]. Hij kon hem in 1908 ertoe bewegen werk af te staan voor de "Austellung Belgischer Kunst" in Berlijn, ingericht door Kunst van Heden.
 
Hij bezocht de [[Wereldtentoonstelling van 1910]] in Brussel. Hier besloot hij zijn kunstopleiding verder te zetten in Parijs. Van 1910 tot 1912 verbleef hij dan vooral in [[Parijs]], waar hij studeerde bij [[Lucien Simon]] and [[Émile René Ménard]]. Hij stond er in bewondering voor de werken van kubistische kunstenaars [[Georges Braque]] en [[Fernand Léger]], maar zijn voorkeur ging toch uit naar de Franse fauvisten zoals [[Pierre Bonnard]] en [[Edouard Vuillard]]. Schmalzigaug stelde in 1911 voor het eerst tentoon in het [[Salon des Indépendants]] in Parijs. Hij nam steeds meer afstand van kunstmilieu in België en in het bijzonder in Antwerpen, die hij conservatief en bekrompen noemde. Anderzijds was hij wel in bewondering voor de Oostendse kunstenaar [[James Ensor]]. Hij kon hem in 1908 ertoe bewegen werk af te staan voor de "Austellung Belgischer Kunst" in Berlijn, ingericht door Kunst van Heden.
 
In Parijs bezocht hij in 1912 de tentoonstelling van de Italiaanse futuristen en geraakte in de ban van deze kunstbeweging en in het bijzonder de schilderijen van [[Gino Severini]].Hij woonde een lezing bij door [[Filippo Marinetti]], de leider van het Italiaans futurisme. Hij besloot te verhuizen naar Venetië. Zijn verblijf in Italië van 1912 tot 1914 werd de gelukkigste en vruchtbaarste van zijn leven. Hij keerde in de kerstperiode van 1912 een korte tijd terug naar Antwerpen. Hij bezocht de schilder [[Jakob Smits]] in [[Mol (België)|Mol]]. Hij leerde van hem hoe hij licht kon doseren in zijn atelier van direct licht naar indirect licht. Terug in Venetië, richtte Schmalzigaug zijn atelier in volgens deze principes. Dit had tot gevolg dat zijn schilderijen een lichtere toets kregen met intensere kleuren . Hij geraakte geïnteresseerd in een wetenschappelijke benadering van licht en kleur en paste deze benadering toe in zijn werken. Dit alles leidde in de zomer van 1913 tot een intense toets in zijn schilderijen. Hij probeerde met kleuren de vorm te bepalen en elk perspectief achterwege te laten. Hij zocht naar het uitbeelden van beweging, geInspireerd door de werken van [[Umberto Boccioni]], vermengd met abstracte vormen en ritmes, naar de werken van [[Giacomo Balla]].