Gebruiker:Meglosko/klad: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Meglosko (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Meglosko (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 77:
Tegelijkertijd wijst Lyotard er wel op dat er toch een nieuwe vorm van dominatie aan het optreden is, namelijk van het wetenschappelijk spreken. Het wetenschappelijk spreken kent echter geen interne legitimatie, aangezien het verschilt van narratief spreken doordat het enkel beschrijft wat ''is'' zonder te zeggen wat ''moet'' (zoals narratieve kennis wel doet). Wetenschap dreigt zo de andere taalspelen te verdrukken, maar wordt bovendien zelf gekenmerkt door een specifieke nieuwe vorm van legitimatie: performativiteit. Kennisproductie wordt volgens Lyotard in een postmoderne maatschappij niet langer gelegitimeerd door een metanarratief, maar door een praktisch criterium, namelijk dat het leidt tot nieuwe toepassingen of efficiëntiewinsten van het systeem. Dit heeft voor Lyotard vergaande gevolgen voor de manier waarop onderzoek en onderwijs dreigen te worden ingericht. Onderzoek wordt vooral geevalueerd in functie van de impact en praktische gevolgen het zal hebben; studenten worden niet meer onderwezen wat waar is, maar wat nuttig is en gebruikt kan worden.
 
Ook hier dreigt voor Lyotard weer een uitsluiting plaats te vinden, namelijk van spelers of zelfs gehele taalspelen die niet aan de eisen van performativiteit lijken te voldoen. Hij wijst er bovendien op dat in onderzoek de grote doorbraken juist vaak gebeuren door in te gaan tegen de bestaande spelregels en taalspelen, en gehele nieuwe taalspelen te produceren. Daarvoor zou, zo vreest Lyotard, geen plaats meer zijn binnen deze postmoderne vorm van wetenschap. Daartegenover plaats Lyotard een ander model van wetenschap (zonder terug te willen grijpen op een metanarratief). Het model dat Lyotard voorstelt is dat van ''paralogie''. Dit verwijst naar een zet voorbij of naast (''para-'') de rede (''-logos''). Juist zoals Lyotards ideaalbeeld van de heidense of postmoderne kunstenaar, zou ook de postmoderne wetenschap moeten bestaan uit het verkennen van nieuwe taalspelen die tegen de bestaande kaders inaan. Lyotard argumenteert zelfs dat zulke vormen van kennisproductie vandaag de dag al bestaan binnen de wetenschap, ondanks de dominatie van het performativiteitscriterium. Hij ziet het vooral aan het werk in vormen van [[cybernetica]] en [[chaostheorie]] die actief onstabiliteiten onderzoeken (hij denkt aan hetzaken werkzoals de theorie van auteurs[[dissipatie]]ve zoalsstructuren van [[Ilya Prigogine]] of de [[catastrofetheorie]] van [[René Thom]]).