Gebruiker:Meglosko/klad: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Meglosko (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Meglosko (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 58:
Ten derde betogen beide boeken dat er geen onderscheid is tussen verlangens op individueel niveau en socio-economische structuren. Terwijl iemand als [[Sigmund Freud]] het [[libido]] nog voornamelijk op het nidividuele niveau besprak, als een vorm van energie die in het lichaam circuleert en waaruit sociale regels volgens via de vorming van een [[superego]] die deze energiestromen in belans haden, wil Lyotard het libido ook op maatschappelijk niveau denken. In die zin spreekt hij dan ook van een libidinale economie. Stabiele structuren ini de maatschappij zijn volgens hem te vatten als libidinale velden, die enerzijds gestabiliseerd worden door het plezierprincipe ([[Eros (concept)|Eros]]) en anderzijds steeds haar grenzen overschrijdt en instituties destabiliseert via de [[doodsdrift]] ([[Thanatos]]). Zulke transformaties gebeuren volgens Lyotard steeds via wat hij 'apparaten' (''dispositifs'') noemt, die deze energiestromen begeleiden en zelf niet meer dan heel vluchtige structuren van energie zijn (zoals het lichaam, een kunstwerk, een financieel systeem, een tekst, een theorie, enzovoort).
 
De mutaties die veroorzaakt worden door de libidinale economie noemt Lyotard 'gebeurtenissen'. Zowel het libido als deze gebeurtenissen kunnen volgens Lyotard niet gepresenteerd en gevat worden in vertogen. Juist zoals ''Anti-Oedipus'' wordt ook deze tekst van Lyotard vaak gelezen alsof het zich positief uitspreekt over deze energiestromen: het zou beter zijn deze stromen te versterken dan dat bestaande structuren dze gebeurtenissen afremmen. Beide boeken worden dan ook wel een vorm van [[anarchisme]] verweten. Toch is er een belangrijk verschil. Terwijl Deleuze en Guattari een onderscheid lijken te maken tussen [[fascisme|fascistische]] en bevrijdende verlangensstromen, is zo'n onderscheid niet terug te vinden bij Lyotard. Zo kan volgens Lyotard ook het [[kapitalisme]] als een bevrijdende stroom gezien worden. Onze verlangens worden dus niet vervreemd in het kapitalisme, maar de doodsdrift wordt verdergezet in het kapitalisme tot dat punt dat het alle instituties die er een obstakel voor vormen uit de weg wil ruimen. Bovendien wordt kapitalisme getypeerd door een onverschilligheid tegenover de aard van de verlangens of de producten die erbinnen circuleren zolang er maar [[kapitaalaccumulatie]] plaatsvindt. Lyotard gaat zelfs zo ver, een punt dat hij nog benadrukt in latere interviews, dat voor individuen die verkeren in extreme armoede kapitalisme de enige uitweg, aangezien er geen overtuigend alternatief systeem bestaat. Pas eens men een baan, eten en huisvesting heeft kan echt verzet verschijnen.
De mutaties die veroorzaakt worden door de libidinale economie noemt Lyotard 'gebeurtenissen'. Zowel het libido als deze gebeurtenissen kunnen volgens Lyotard niet gepresenteerd en gevat worden in vertogen.
 
 
<!--- The mutations caused by the libidinal economy are events. The libido itself, its energetics, is never representable or containable within any given system; all desires are dissimulated in these institutions, and they are never presentable as they are in themselves. This is quite similar to what Deleuze and Guattari discuss in terms of organisms and and the body without organs in Anti-Oedipus two years earlier, and both texts are often read as encouraging these flows of energy, that is, the creation of the highest intensities, over forms of organization that tamp down these events. For this reason, both books will be critiqued as being irresponsibly anarchist. For Lyotard, structures and institutions tend to totalize and exploit intensities for their own good, and thus lay claim to all proper interpretations of these intensities. But where Deleuze and Guattari differentiate fascistic and liberating forms of desire, Lyotard argues it is impossible to do so. Hence, for example, he will say that capitalism is a liberating form of libidinal economy, since it overthrows all manner of institutions in the name of the accumulation of more and more money. Against Marx, he argues that our innate desires are not alienated in capitalism, but rather that capitalism is another means for the death drive to demolish those entities in its way, such as when capitalist expansion undoes traditional values and previous forms of economics. And just as in capitalism, where it matters not what goods are in circulation as long as there is an accumulation of capital, desires are neutral as to their locale. Indeed, later in interviews he will argue for at least passing through capitalism for those facing economic hardship. “Capitalism”, he will say in 1995, “is the only solution” for the unemployed and dispossessed, and there is “no competition” to capitalism for doing so (“Resisting a Discourse of Mastery”, 182). Only once one has a job, food, and housing, he goes on, can “real resistance appear”.
 
In any event, as Lyotard puts it, there is “not good or bad intensities, then, but intensity or its decompression” (Libidinal, 42). But this leaves, then, open a question that haunts other similar projects of the time: if each intensity is not to be thought outside of itself in terms of some representation or measure, then what ethics is available when all intensities are only to be thought in terms of their inherent efficacy? From what place, then, can one deem one set of intensities or libido economy “bad” over and against another? If all can and, it seems in Lyotard’s text, should come undone, then are we merely positing a nihilism? --->
 
 
=== Postmodernisme ===
Regel 76 ⟶ 70:
 
Evenals andere postmoderne filosofen stelde hij het geloof in de [[vooruitgang]] en de [[waarheid]] fundamenteel ter discussie. De moderne mens kon volgens Lyotard niet alles beheersen.
 
=== Het geschil ===
In zijn werk rond de libidinale economie stelde Lyotard, in tegenstelling tot Deleuze en Guattari, dat er geen verschil tussen energiestromen te maken valt. Daardoor is het onduidelijk of er nog een ethisch of politiek project overblijft volgens Lyotard. Aangezien het niet uitmaakt welke energiestromen versterkt worden (er zijn geen goede en slechte stromen), is het onduidelijk wat ons als maatschappij dan te doen staat. Het is mogelijk zijn latere werk rond ''Le differend'' (1984) als een antwoord daarop te lezen.