Mark IV (tank): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
update |
update |
||
Regel 83:
In de loop van 1917 werd het velen steeds duidelijker wat de werkelijke gang van zaken bij de ontwikkeling van de Mark IV was geweest. Er kwam een geruchtenstroom op gang die een zeer negatieve stemming tegenover Stern deed ontstaan. Toen de tanks onwerkzaam bleken in Vlaanderen, was dat een mooi excuus zich van de zondebok te ontdoen. Er werd door het ''War Office'' zoveel druk uitgeoefend op [[Winston Churchill]], toen weer opnieuw bij het tankgebeuren betrokken als minister van bewapening, dat hij er niet aan ontkwam Stern in oktober 1917 van zijn taak te ontheffen en Vice-Admiraal Gordon Moore te benoemen als hoofd van wat nu het ''Mechanical Warfare Department'' heette. Maar Stern werd onmiddellijk weer ingezet als onderhandelaar bij de gesprekken met de Amerikanen en Fransen over de bouw van de geheel nieuwe [[Mark VIII]]. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat hij opnieuw in de ''Tank Board''.
De Mark IV's deden tot het eind van de oorlog dienst. De meesten gingen daarna naar de schroothandel, maar 263 werden er aan de verschillende steden gegeven die aan de ''Tank Weeks'' hadden meegedaan. Meestal waren dit ''Females'': men wilde voorkomen dat bij een mogelijke communistische opstand de revolutionairen op al te krachtige wapens de hand konden leggen, want de tanks werden niet eerst onttakeld. Hun populariteit bleek echter sterk verminderd: de meeste wijken wilden geen lelijke roestbak in hun plantsoen. Wat hierom niet alsnog naar de schroothandel was verwezen, werd in 1940 omgesmolten om het pantserstaal te winnen. De enige overlevenden in het Verenigd Koninkrijk zijn een Mark IV in Ashford in Kent, die tot elektriciteitshuisje was omgebouwd en
==Tabel Mark IV ''Male''==
|