Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 14:
De ontwikkeling van het zijlijnsysteem hangt af van de levenswijze van de vis. Actief zwemmende vissen bijvoorbeeld hebben meer neuromasten in kanaaltjes dan op het [[lichaamsoppervlak]] en de zijlijn ligt verder van de borstvin verwijderd (zie afbeelding boven), wat mogelijk de ruis als gevolg van de beweging van de vinnen vermindert.
 
Het zijlijnorgaan helpt de vis om botsingen te vermijden, om zich ten opzichte van de waterstroom te oriënteren, en om prooien te lokaliseren. Blinde grottenvissen hebben bijvoorbeeld rijen neuromasten op hun kop, die blijkbaar worden gebruikt om voedsel precies te lokaliseren zonder dat daarbij gezichtsvermogen nodig is. [[Killivissen|Killivisjes]] zijn in staat om met hun zijlijnorgaan de rimpels te voelen die worden veroorzaakt door worstelende insecten die in het water zijn gevallen. Voor de aanval blijkt dit orgaan echter niet nauwkeurig genoeg en vissen zoals [[haaien]] zullen gebruikmaken van hun andere organen zoals de [[ampullen van Lorenzini]] om hun aanval succesvol uit te voeren. Experimenten met [[pollak]] hebben aangetoond dat de zijlijn ook een belangrijke rol speelt bij scholingsgedrag van vissen. de [[Ampullen van Lorenzini|ampullen van lorenzini]] zijn net zo
 
[[Image:PikeHead.JPG|270px|right|thumb|Op deze snoekenkop zijn de zintuigporiën goed zichtbaar. Foto: Piet Spaans]]