Natuurlijke selectie: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 2001:1C04:3528:3300:69E0:DFA2:B237:F97C (Overleg) hersteld tot de laatste versie door MichielDMN |
|||
Regel 4:
== Voorbeeld ==
Een paartje konijnen dat in een veilige omgeving met voldoende voedsel wordt geplaatst zonder roofdieren kan zich in enkele generaties enorm vermenigvuldigen. In de natuur blijft de konijnenstand echter gemiddeld genomen gelijk. Er gaan dus aanzienlijke aantallen konijnen te gronde voor ze zich kunnen voortplanten. De konijnen zijn echter ook niet allemaal identiek. Sommige krijgen een ziekte, andere worden met een kreupel pootje geboren, andere gaan te veel op in wat ze aan het doen zijn om goed om zich heen te kijken, andere trekken naar een gebied waar ze in de kleibodem niet goed holletjes kunnen
Over een termijn van duizenden en miljoenen jaren zal een [[soort]] daarom geleidelijk veranderen, vooral als de leefomgeving (bijvoorbeeld onder invloed van klimaatomstandigheden) verandert. Althans dat is de rol die in de klassieke (graduele) evolutietheorie aan natuurlijke selectie toebedacht wordt. In de later ontstane [[Punctuated equilibrium (biologie)|punctualistische]] vorm van de theorie speelt natuurlijke selectie een wat andere rol.
== Experiment ==
|