Koenraad IV van Oels: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Leopard (overleg | bijdragen)
k cosmetisch
Regel 11:
}}
 
'''Koenraad IV de Oudere''' (circa [[1384]] - [[Jelcz-Laskowice (plaats)|Jeltsch]], [[9 augustus]] [[1447]]) was van 1412 tot 1416 hertog van [[Oleśnica (stad in powiat Oleśnicki)|Oels]], [[Koźle|Cosel]], de helft van [[Bytom]] en de helft van [[Ścinawa|Steinau]], vanaf 1416 hertog van [[Kąty Wrocławskie (stad)|Kanth]], [[Bierutów (plaats)|Bernstadt]], [[Prudnik]] en [[Syców|Wartenberg]] en vanaf 1417 bisschop van [[Aartsbisdom Wrocław|Breslau]] en hertog van [[Nysa (Polen)|Neisse]]. Hij behoorde tot de [[Hertogdom Silezië|Silezische]] tak van het huis der [[Piasten]].
 
==Levensloop==
Koenraad IV was de oudste zoon van hertog [[Koenraad III de Oude|Koenraad III van Oels]] en diens echtgenote Judith, wienswier herkomst niet bekend is. Hij was de oudste van vijf broers die allemaal Koenraad heetten en die ter onderscheiding met hun individuele bijnamen werden aangeduid.
 
Koenraad, die als bijnaam ''de Oudere'' droeg, werd in 1399 geestelijke in het bisdom Breslau en in 1410 trad hij toe tot de [[Kapittel|domkapittel]]. Vervolgens werd hij in 1411 [[Seculiere kanunnik|domheer]] en was in deze functie eveneens pauselijk notaris.
 
Na de dood van zijn vader in 1412 erfden Koenraad IV en zijn vier broers diens domeinen: de hertogdommen Oels en Cosel en de helft van de hertogdommen Bytom en Steinau. Omdat zijn drie jongste broers nog minderjarig waren, trad Koenraad IV samen met zijn broer [[Koenraad V Kantner]] op als hun regent. Vervolgens verdeelden de vijf broers in 1416 hun gezamenlijke bezittingen, waarbij Koenraad IV de districten Kanth, Bernstadt, Prudnik en Wartenberg kreeg. Omdat de gebieden van Koenraad IV en zijn broers echter zodanig klein waren, bleven ze in theorie hun gebieden gezamenlijk regeren.
 
Na het aftreden van bisschop [[Wenceslaus II van Legnica|Wenceslaus II van Liegnitz]] werd Koenraad de Oudere met de steun van [[Koning van Duitsland|Rooms-Duits koning]] [[Keizer Sigismund|Sigismund]] tot bisschop van Breslau verkozen. Deze verkiezing werd op 17 december 1417 bevestigd door [[paus Martinus V]], waarna Koenraad op 22 januari 1418 in [[Otmuchów|Ottmachau]] tot bisschop werd gewijd. Daarna verpandde hij in 1419 zijn domeinen aan de domkapittel van Breslau.
Regel 24:
In de oorlog tegen de [[Hussieten]] steunde Koenraad IV volledig het beleid van Rooms-Duits koning Sigismund, die ook koning van [[Koninkrijk Bohemen|Bohemen]] was. Sinds de [[Rijksdag (Heilige Roomse Rijk)|Rijksdag]] van Breslau in 1420 steunde Koenraad IV het verzet tegen de Hussieten en in 1421 bezetten zijn legers het district [[Broumov (okres Náchod)|Braunau]] om het tegen de Hussieten te beschermen. Vervolgens slaagde Koenraad IV erin om het gebied enkele jaren te verdedigen en in 1422 werd hij benoemd tot de eerste [[landeshauptmann]] van [[Hertogdom Silezië|Silezië]].
 
De volgende jaren werden heel wat hertogdommen in Silezië en ook het bisdom Breslau door de Hussieten verwoest. Zo werden de [[Abdij van Grüssau]] en die van [[Kamieniec Ząbkowicki (plaats)|Kamenz]], [[Bardo (Polen)|Wartha]] en [[Ząbkowice Śląskie|Frankenstein]] vernietigd. In 1428 veroverden de Hussieten de stad Ottmachau en werden grote delen van de stad geplunderd en platgebrand. Ook werden er heel wat kostbaarheden gestolen die Koenraad naar de stad liet brengen. Na onderhandelingen en het betalen van 1000 Boheemse [[Groot (munt)|groten]] verlieten de Hussieten in 1435 uiteindelijk de stad. In 1443 bezetten de Hussieten echter het slot van Ottmachau opnieuw, dat Koenraad in 1444 opnieuw kon bemachtigen na het betalen van 2000 goudgulden.
 
Door de [[Hussieten]]oorlogen en de daarmee samenhangende verwoestingen was het bisdom Breslau echter financieel geruïneerd. De domkapittel legde de schuld hiervoor bij Koenraad IV, die gedwongen werd om af te treden als bisschop. Omdat er echter geen opvolger werd gevonden, benoemde [[paus Eugenius IV]] hem op 21 juli 1445 opnieuw tot bisschop ondanks hevig verzet van de domkapittel van Breslau. Twee jaar later overleed Koenraad IV in het slot van Jeltsch, waarna hij werd bijgezet in de dom van Breslau.