Milieueconomie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Sanrousseau (overleg | bijdragen)
aanpassing oorzaken marktfaling
k Correctie
Regel 4:
 
==Onderwerpen en concepten==
Centraal in de milieueconomie staat het concept van [[marktfalen]]. Marktfalen houdt in dat een markt geen maatschappelijk optimale oplossing tot stand gebracht heeft. Gewone redenen zijn '''externaliteiten, publieke goederen en imperfecte informatie''' .<ref name=":1">Proost, S. en Rousseau, S. (2017). Inleiding tot de milieueconomie. ISBN: 9789463441957978-9463441957. Leuven: Acco Publishing</ref>.
 
'''[[externaliteit|Externaliteiten]]''' zijn effecten die niet meegenomen zijn door de prijs die een producent betaalt, maar wel door de maatschappij betaald worden. Dit betekent dat sommige effecten van een activiteit niet meegenomen worden in de overweging als men besluit die activiteit wel of niet te doen. Vaak worden externaliteiten niet meegenomen omdat ze niet in de prijs verwerkt zitten, zoals de kosten van de luchtvervuiling die niet worden meegenomen door iemand als deze besluit wel of niet met de auto naar de supermarkt te gaan. Doordat externaliteiten meestal negatief zijn (dit hoeft niet), kan er meer vervuild worden dan optimaal voor een maximum aan totale welvaart van de maatschappij. Dit gebeurt als de vervuiler de negatieve effecten van vervuiling niet (afdoende) in zijn overwegingen meeneemt. Te weinig bescherming van de natuur zal in principe plaatsvinden volgens de economische theorie als mensen niet geprikkeld worden de externaliteiten mee te nemen in hun overweging, oftewel te [[internaliseren]]. Dit vermindert de levenskwaliteit van de maatschappij als geheel.
Regel 19:
==Oplossingen==
 
Er zijn een aantal oplossingen die voorgesteld worden om dergelijke externaliteiten te internaliseren <ref name=":1">Proost, S. en Rousseau, S. (2017). Inleiding tot de milieueconomie. ISBN: 9789463441957978-9463441957. Leuven: Acco Publishing</ref>:
 
* ''Beter gedefinieerde [[eigendomsrecht]]en''. Als bijvoorbeeld mensen die naast een fabriek wonen het recht hadden geen vervuiling te krijgen, of de fabriek had het recht om te vervuilen, dan zou of de fabriek de mensen kunnen betalen om ze te compenseren en zo toch te mogen vervuilen, dan wel de mensen zouden de fabriek kunnen betalen om niet of minder te vervuilen. Aan wie dergelijke eigendomsrechten wordt gegeven maakt uit voor de verdeling van de welvaart, maar beïnvloedt niet de totale welvaart. Het gaat erom dat dergelijke rechten worden gegeven.