Genetica: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 96:
=== Crossing-over en genkoppeling ===
[[Bestand:Drosophila Gene Linkage Map.svg|thumb|400px|De ''[[Drosophila melanogaster]]''-genkoppelingskaart van [[Thomas Hunt Morgan]]. Deze genenkaart, bedacht in 1909, toont de relatieve posities van [[allel]]en op het tweede ''Drosophila''-chromosoom. De afstanden tussen de genen (uitgedrukt in [[centimorgan]]) zijn gelijk aan de kans dat er [[crossing-over]] optreedt tussen de verschillende allelen.<ref>{{citeer boek|auteur=Mader, Sylvia| jaar=2007 |title=Biology Ninth Edition| taal=en| location=New York|publisher=McGraw-Hill| page=209|isbn=978-0-07-325839-3}}</ref>]]
Omdat diploïde organismen twee versies van elk chromosoom hebben, kunnen tijdens de meiose de chromosomen onafhankelijk van elkaar geselecteerd worden. Bij seksuele voortplanting hebben de twee fuserende [[Gameet|gameten]] daarom een willekeurige selectie van chromosomen van elke ouder. In theorie zou dit betekenen dat genen die op hetzelfde chromosoom liggen niet kunnen recombineren. Dit gebeurt echter wel dankzij een proces dat [[crossing-over]] genoemd wordt. Bij crossing-over wisselen chromosomen stukken DNA uit, zodat bepaalde allelen van chromosoom wisselen.<ref name="griffiths4">Griffiths ''et al.'' (2015), Ch. 4</ref> Tijdens de [[meiose]] zijn er daarom door crossing-over verschillende combinaties van het genetisch materiaal mogelijk. Bovendien wordt telkens slechts een van de twee (homologe) chromosomen doorgegeven, en zijn er verschillende combinaties mogelijk van deze chromosomen.
 
Hoe verder twee loci op het chromosoom van elkaar liggen, des te kleiner is de kans dat tijdens cross-over beide genen van chromosoom wisselen. Bij genen die ver uit elkaar liggen, is de kans dat beide van chromosoom wisselen zo klein dat ze in de praktijk onafhankelijk van elkaar worden doorgegeven. Genen die dicht bij elkaar liggen op het chromosoom, hebben echter een redelijke kans samen van chromosoom te wisselen. Allelen van zulke genen worden daarom vaak samen doorgegeven. Als twee genen vaak samen doorgegeven worden, spreekt men van [[genkoppeling]].<ref>Herron ''et al''. (2014), Ch. 8</ref>