Yves Klein: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Ronn (overleg | bijdragen)
geen reactie op bronverzoek
Regel 35:
Vanaf 1958 realiseerde hij zijn eerste experimenten ''pinceau vivant'' (met levend penseel) als ''Antropométries'' en ''Suaires'', waarbij hij, zowel op doek als op papier, in blauwe verf gedompelde naakte modellen afdrukte.
 
In diezelfde periode raakte hij ervan overtuigd dat hij ''kosmische gevoeligheid'' niet enkel via gekleurde materie kon vastleggen, maar ook in primaire vorm, los van alle materie. Klein sprak van een ''atmosfeer, [[Aura (paranormaal)|aura]], uitstraling''. Hijze vulde ruimte met immateriële ‘beeldende gevoeligheid’ of creëerde er zones van. Het publiek noemde dat 'lege ruimten', een uitdrukking die Klein later zelf overnam. Al bleef hij benadrukken dat de ruimtes niet leeg waren, maar gevuld met die beeldende gevoeligheid.
 
Kleins bekendste tentoonstelling, ''Le Vide'', werd in 1958 gehouden in Iris Clerts galerie te Parijs. Het was een uitgewerkte mise-en-scène: de ruiten van de galerij waren blauw geschilderd en een gewelf van blauw weefsel was geïnstalleerd voor de ingang. De galerie zelf was helemaal leeg, terwijl de muren door Klein zelf waren witgeschilderd. Daarvoor sloot hij zich 48 uur op in de galerie, alleen. Volgens Klein zelf versterkte zijn actieve aanwezigheid de artistieke atmosfeer. Op de opening kregen de gasten een blauw drankje, waardoor hun [[urine]] blauw kleurde. Hun lichaam werd als het ware helemaal bevrucht, verzadigd met blauw. Kleins bedoeling was de gevoeligheid enerzijds buiten weer te geven in aanraakbare zichtbare materie en anderzijds binnen de immaterialisatie van blauw. De kleur was niet in de ruimte, ze is de ruimte binnengedrongen, die ermee overladen is.