Duiksport: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Toughfinish (overleg | bijdragen)
taal e.d.
Regel 44:
Een groot nadeel van helium is dat het een zeer geringe isolerende waarde heeft waardoor het niet kan worden gebruikt als droogpakgas. Als droogpakgas wordt er meestal gebruikgemaakt van [[argon]] wat een sterk isolerende waarde heeft maar wat tevens tot gevolg heeft dat er nog een extra fles met dit gas aan de configuratie moet worden toegevoegd.
 
Met het toenemen van de diepte komt er ook nog het probleem van een te groot zuurstofaandeel om de hoek kijken ([[zuurstofvergiftiging]]). Ook de narcotische werking van CO2 kan op grote diepte gevaarlijk worden. Dit zinzijn factoren waar rekening mee gehouden moet worden bij het gebruik van mixgassen.
 
Door de hogere omgevingsdruk op diepte zal het gasverbruik veel hoger zijn. Veel duikers die diepe duiken maken duiken daarom met een [[dubbelset]] en ‘stage tanks’.
Regel 54:
 
=== Decompressieduiken ===
Tijdens het duiken ademt de duiker [[ademlucht]] uit een cilinder, dat is (samengeperste lucht). Tijdens de duik ademt de duiker lucht bij een druk die gelijk is aan de waterdruk van de diepte waarop hij zich bevindt. Hoe dieper hij gaat, hoe hoger de druk waarbij hij ademt. Lucht bestaat grotendeels uit zuurstof en stikstof. In de longen lossen de gassen in de ademlucht gedeeltelijk op in het bloed. Dit gaat in een evenwichtsreactie, waarbij naarmate de druk hoger is, er meer van de gassen oplost. Het lichaam verbruikt de zuurstof voor verbranding, maar laat de stikstof ongemoeid: die blijft opgelost in het lichaamsvocht. Na verloop van tijd zal de stikstofconcentratie in het lichaamsvocht zo hoog worden, dat de oplossing [[Verzadigde oplossing|verzadigd]] raakt. Als de duiker op die diepte blijft zal hij netto geen stikstof meer opnemen in zijn lichaamsvocht. Het verband tussen oplosbaarheid van gassen en de druk wordt beschreven door de [[Wet van Henry]].
 
Wanneer de duiker de diepte verlaat en dus de druk op zijn lichaam lager wordt, zal de oplosbaarheid van stikstof in zijn lichaamsvocht afnemen. Als dit het punt bereikt waarbij de oplossing oververzadigd raakt, moet de stikstof als gas uit de oplossing wijken. Bij een langzame afname van de druk kan dit teveel door de longen worden afgevoerd, maar als de druk sneller afneemt, dan zal dit gas bellen vormen in het lichaamsvocht en die bellen beschadigen zenuwen en het functioneren van het lijf. Dit fenomeen heet [[Caissonziekte|decompressieziekte]]. Dit proces is te vergelijken met een flesje frisdrank: zodra de dop eraf is en de overdruk in de fles wegvalt, gaat de frisdrank bruisen.
 
Het is de verhouding tussen de diepte, de duur van de duik, of de duiker jong of oud is en het niveau van gezondheid van de duiker die bepalen hoe snel die verzadiging ontstaat. Daarom zijn er tabellen ontwikkeld die een veilig gemiddelde aangeven van hoe lang de duiker op een bepaalde diepte mag duiken en weer terug kan. Dit wordt duiken in nultijd genoemd.