Slag bij Quatre-Bras: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Hoofdlettergebruik
k Hoofdlettergebruik
Regel 30:
De prins van Oranje was de ochtend van 15 juni op inspectie geweest te [[Saint-Symphorien (België)|Saint-Symphorien]], waar zich de lichte cavaleriebrigade bevond van generaal Van Merlen. Hier werd hij ingelicht over een Franse aanval op de Pruisen; nadat hij was teruggekeerd op zijn hoofdkwartier in [['s-Gravenbrakel]] en had overlegd met zijn stafchef [[Jean Victor de Constant Rebecque|De Constant Rebecque]], reed hij in gezelschap van een van zijn [[Adjudant (functie)|aide-de-camps]] kapitein Russel naar Brussel om Wellington in te lichten. Deze nam de inlichtingen van de prins echter op dat moment niet serieus. In plaats van zijn voorgenomen terugkeer naar het hoofdkwartier van zijn 1e Legerkorps bleef de prins van Oranje op verzoek van Wellington om het [[Bal (danspartij)|bal]] van de [[hertog]]in van [[Richmond (North Yorkshire)|Richmond]] te Brussel bij te wonen. Rond middernacht arriveerde kapitein Webster, een andere aide-de-camp van de prins vanuit het hoofdkwartier, met de onthutsende mededeling dat er Franse troepen voor Quatre-Bras stonden. Nu gaf Wellington de nodige bevelen aan zijn leger en stuurde de prins terug naar 's-Gravenbrakel. In oude geschiedenisboeken wordt vol lof verhaald hoe de prins onmiddellijk, nog in feesttenue, te paard steeg toen hij hoorde dat Ney Quatre-Bras naderde. In werkelijkheid kleedde hij zich eerst nog om voordat hij naar Quatre-Bras trok om de situatie in ogenschouw te nemen.
 
Onderweg naar Quatre-Bras beval hij De Constant Rebecque, die vooruit reed, de militiebataljons (het 5e en 7e) om samen met hun commandant [[Willem Frederik van Bylandt|Van Bylandt]] ook naar het kruispunt te marcheren. Het 7e Linie bleef achter zolang de 3e divisie van generaal Chassé niet de positie en verdediging kon overnemen van [[Nijvel]]. Aangekomen op het kruispunt zelf zorgde de prins ervoor dat delen van Perponchers divisie achter de beschutting van het Bos van Bossu en de kleine heuvels van het terrein zich zo veel mogelijk verscholen, om zo bij maarschalk Ney de indruk te wekken dat hij voor een overmacht stond, of op zijn minst niet zeker wist hoeveel troepen hij tegenover zich had. De generaals [[Hendrik George de Perponcher Sedlnitsky|deDe Perponcher]] en [[Jean Victor de Constant Rebecque|deDe Constant Rebecque]] hadden de nodige invloed op dit strategische spel.
 
[[Bestand:Waterloo campaign map.png|600px]]